Minister maakt zich zorgen maar wacht debat met Kamer af 

Op vrijdag 12 november kwamen de antwoorden binnen op de Kamervragen van Klaas Dijkhoff (VVD) en Arjan el Fassed (GL). Het gebrek aan vrijheid van meningsuiting, het gebrek aan politieke ruimte voor de oppositie en de arrestatie van oppositieleidster Victoire Ingabire zijn voor de minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal, geen redenen om nu de begrotingssteun aan Rwanda stop te zetten. 6 december praten minister en Tweede Kamer met elkaar verder.

Het gebrek aan vrijheid van meningsuiting, de weinige politieke ruimte voor de oppositie en de arrestatie van oppositieleidster Victoire Ingabire zijn voor de minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal, geen redenen om nu de begrotingssteun aan Rwanda stop te zetten. Ook ziet de minister geen aanleiding om hier in Europees verband voor te pleiten. Dat blijkt uit antwoorden aan de Kamerleden Klaas Dijkhoff (VVD) en Arjan El Fassad (GL). Wel stuurt de minister een brief naar de Kamer over de toekomstige relatie Rwanda-Nederland vóór  6 december. Dan spreken Kamer en minister over begroting en beleid van Ontwikkelingssamenwerking. In de Tweede Kamer tekent zich een meerderheid af voor het verder opschorten van begrotingssteun. Joel Voordewind (CU) heeft een motie al klaarliggen.

Minister Rosenthal spreekt in de beantwoording van de vragen zijn zorgen uit over de ontwikkelingen in Rwanda van de afgelopen maanden op het gebied van politieke ruimte voor de oppositie en vrijheid van meningsuiting. Ook wil Nederland aandringen op aanpassing van een aantal anti-genocide wetten als blijkt dat deze te ruim worden toegepast. Volgens de minister mag dergelijke wetgeving geen vrijbrief zijn om oppositie en media monddood te maken. 

Maar hoewel de minister zijn zorg uitspreekt over het feit dat de Rwandese regering zich regelmatig in de media uitlaat over zaken die onder de rechter liggen –onbestaanbaar in een land waar de rechterlijke en uitvoerende macht van elkaar zijn gescheiden- verbindt hij daar geen conclusies aan. Hij verwijst naar het Rwandese straftribunaal in Arusha (Tanzania) en een aantal nationale rechtbanken in Europa die de rechterlijke macht ‘in beginsel voldoende afhankelijk bevinden.’

Over de onafhankelijkheid van het rechtssysteem kan oppositieleidster Ingabire meepraten. Zij werd half oktober gearresteerd op verdenking van het opzetten van een terroristische organisatie en banden met het Hutu-rebellenleger FDLR dat actief is in Oost-Congo. De bewijzen tegen haar zijn op zijn minst van dubieus karakter. De kroongetuige spreekt zichzelf herhaaldelijk tegen, aan emails is geknoeid, getuigen worden geprepareerd, haar staf onder druk gezet om tegen haar te getuigen, haar huis meermalen doorzocht zonbder huiszoekingsbevel. Het fingeren van bewijs werd zelfs lachwekkend toen de politie op de proppen kwam met een zogenaamde bunker in haar tuin. Het bleek te gaan om een afwatering, gegraven door de man die vervolgens zelf naar de poitie liep om de aanwezigheid van de ‘bunker’ te melden. Ingabire werd in de cel vernederd, geboeid, moest slapen zonder matras, mocht geen visite ontvangen. Als klap op de vuurpijl werd zij kaalgeschoren. Ingabire zit in de centrale gevangenis van Kigali. Op 12 november hoort zij of zij op borgtocht wordt vrijgelaten.

Volgens de minister volgt de ambassade in Kigali de zaak van Victoire op de voet. Vertegenwoordigers van de ambassade waren inderdaad bij de eerste zitting aanwezig. Ze schitterden echter door afwezigheid volgens naaste medewerkers van Ingabire tijdens de tweede zitting op 8 november.

Een verre van krachtig signaal dus van een land waar iandere landen zich op richten als het gaat om Ingabire. Andere landen verwachten dat Nederland het voortouw neemt in contacten met Rwanda. Nederland is een belangrijke donor, is de grootste geldgever in de juridische sector en man en kinderen van Ingabire wonen nog in Nederland. De minister stelt zich op het formeel juiste standpunt dat Ingabire de Rwandese nationaliteit bezit, dat Nederland dus geen hulp kan bieden. Wel zegt de minister dat er met Rwanda is gesproken over de situatie van Ingabire en dat haar zaak op op Europees niveau met Rwanda is aangekaart.

In de Tweede Kamer tekent zich intussen een meerderheid af voor een motie van CU-er Joel Voordewind die vraagt om het verder opschorten van begrotingssteun. Ook de Kamerleden Dijkhoff (VVD) en El Fassed (Groen Links) vragen om het opschorten van die steun. Zij zullen ongetwijfeld de minister kritisch bevragen op 6 december als de begroting van Buitenlandse Zaken in de Tweede Kamer wordt behandeld.

-+-