Een vuvuzela voor Paul en een ticket voor Frank

Rwanda op weg naar 1-partijstelsel?

Kagame rijdt meestal zelf (heel snel)

Paul Kagame roept de Rwandezen al een paar dagen op om de wereld te laten zien dat ze achter hem staat en vanochtend was het dan zo ver. Een toeterende optocht in Kigali, veel muziek, vlaggen en zowaar, ja ik hoorde het goed, een vuvuzela. Ik zag weer even het zwaar teleurgestelde gezicht van Bert van Marwijk voor me. 

Hier in deze optocht geen teleurgestelde gezichten, maar euforie. Echt of geregisseerd, dat is onmogelijk te zien. Kagame doet zijn eigen PR op een zeer overtuigende wijze, al heeft hij de laatste tijd een wat minder gelukkige periode achter de rug. Lijken poets je nu eenmaal niet zo makkelijk weg.

Ik zag de stoet aan me voorbij trekken, terwijl ik onderweg was naar Frank Habineza, partijleider van De Groene Partij Rwanda. Hij heeft nooit zijn partij kunnen registreren en kon dus ook niet meedoen met de verkiezingen. Twee weken geleden werd zijn vice-voorzitterAndré Kagwa Rwisereka vermoord. Het is Habineza niet in de kouwe kleren gaan zitten. Hij is bang, geeft hij ruiterlijk toe. Zelf wordt Habineza constant lastig gevallen en gevolgd zegt hij.

Hij is dan ook niet van plan om in Rwanda te zijn, aanstaande maandag verkiezingsdag. Na ons gesprek vertrekt hij naar een conferentie in Zweden en vandaar trekt hij verder naar Bahrein. “Als er wat gebeurt deze dagen, ben ik een van de eersten waar ze op de stoep staan. Ik neem het risico niet. Niet voor mezelf, maar ook niet voor anderen.”

De plek van zijn kantoor is niet geheim.  Na de moord op zijn vice-president was hier de persconferentie en stond het bomvol tv-ploegen. Als ik bij een elektronicawinkel naar nummer 22 vraag, wijzen ze omhoog: de tweede of de derde verdieping. “Je begrijpt, wij komen er niet, wij zijn voor Kagame”. Het wordt gezegd met een knipoog.

Zijn  kantoor ligt in een nieuwbouwcomplex ver buiten het centrum. Niet verwonderlijk, want bijna heel Kigali is nieuwgebouwd en nog steeds wordt er gebouwd. Kagame wijst trots op zijn cijfers: een groei van 11,2 procent in 2008 en een verwachte 7 procent in 2010. Coltancity, wordt Kigali echter smalend door zijn tegenstanders genoemd. Waarmee ze willen aangeven dat de rijkdom van Kigali is geroofd in Oost-Congo.

Habineza aarzelt als ik vraag of we buiten een foto kunnen maken. Hij trekt liever niet de aandacht. “Doe het maar hier op de galerij.”

Waarom heeft hij zich niet aan de wet gehouden, zo vraag ik na het foto’s maken.  Dan had hij gewoon mee kunnen doen. Tenminste dat houden de vier kandidaten die wel meedoen, ons journalisten steeds voor. Habineza schiet in de lach: “Niet aan de wet gehouden? Ik heb me juist heel bewust wel aan de wet gehouden. Maar het werd me onmogelijk gemaakt, omdat er op één brief geen antwoord is gekomen. Daarin vroeg ik om de zoveelste maal toestemming voor een vergadering, maar ik heb nooit antwoord gekregen. Je moet weten dat ik al een aantal keren een vergadering heb geprobeerd te houden, maar dat die óf op het laatste moment niet door konden gaan  omdat er geen toestemming werd gegeven, óf omdat ze verstoord werden.”

 Als na de verkiezingen alle stof weer een beetje is neergedaald,  zo eind september, hoopt hij zijn partij wel te kunnen registreren. Hij is vast van plan om de alliantie met de UDF van de Rwandees-Nederlandse Victoire Ingabire te handhaven. “Als PCC, de Permanent Consultative Council of Opposition gaan we dan gezamenlijk een kantoor huren en samen activiteiten ontplooien.”

Habineza kijkt op zijn horloge. Hij moet naar huis om zijn koffer te halen en dan naar het vliegveld. “We mailen”, roept hij. En dan is hij weg.