NL & genocide


                                                                   Genocide in NL, english version, december 2013

Staatssecretaris Teeven in Wonderland, 8 januari 2014

De zaak Jean Claude I, 11 december 2013

De procedure, 10 december 2013

Staatssecretaris Teeven in Wonderland

Woensdag 8 januari 2014 

Staatssecretaris Teeven in wonderland

Die staatssecretaris Fred Teeven. Die moet zich als Alice in Wonderland hebben gevoeld tijdens zijn driedaagse bezoek aan Rwanda. Met grote knikkerogen van verbazing moet hij rondgelopen hebben. 'Verschrikkelijk indrukwekkend hier te zijn en te zien hoe het land bezig is het verleden van zich af te schudden', zo  vertelde hij de verzamelde pers. 

Ieder weldenkend mens weet dat je van alles te zien krijgt tijdens een officieel bezoek, maar niet hoe het er in werkelijkheid aan toegaat in een land. De officiële  vertegenwoordiger wordt afgehaald met limousines, in het duurste hotel van Kigali gestopt en omringd met officiële en minder officiële vertegenwoordigers van de overheid. Teeven heeft geen stap kunnen zetten zonder dat de Rwandese inlichtingendienst er van op de hoogte was. 

Teeven was er om de juridische band tussen de twee landen te verstevigen en tekende onder andere een overeenkomst waarbij beide landen afspreken dat ze elkaars onderdanen gedwongen mogen terugsturen. Nederland steunt Rwanda al sinds 2004 met miljoenen om het justitiële systeem te reorganiseren en te verbeteren. Het is daarom dat Nederland Rwanda maar al te graag helpt met het uitroken van genocidairs, mensen die zich schuldig hebben gemaakt aan massamoord tijdens het voorjaar van 1994. Tijdens de genocide kwamen zo'n 800.000 tot een miljoen Tutsi's en gematigde Hutu's om het leven. 

Teeven vertelde dat oorlogsmisdadigers zich niet veilig moesten voelen in Nederland. "Wij zijn zeer bereid mensen uit te zetten naar Rwanda.' Hij verwees daarbij naar Jean Claude Iyamuremye. Die kreeg begin december van de rechter te horen dat hij naar Rwanda mag worden uitgezet. In afwachting van het hoger beroep zit Jean Claude in de Zoetermeerse gevangenis. 

Ik heb nergens gehoord of gelezen dat Teeven nog iets heeft gezegd over de weinige politieke ruimte van de oppositie en Victoire Ingabire, die in hoger beroep 15 jaar cel kreeg. Zowel Amnesty International als Human Rights Watch vonden haar proces en beroep niet verlopen volgens internationale normen. Amnesty is dan ook niet te spreken over het bezoek van Teeven aan Rwanda. 'Het is een wensdroom dat het rwandese rechtssysteem op orde is.' 

De Nederlandse raadsman van Ingabire, Jan Hofdijk, vindt dat Teeven zich heeft laten inpakken, zo zegt hij vandaag in Trouw. 'Er wordt gemarteld om tot getuigenissen te komen. Uitgezette Rwandezen staat een oneerlijk proces te wachten en in een martelgevangenis leggen ze het loodje.'

Ik geloof ook niet dat Teeven iets heeft gezegd over de dood van Patrick Karegeya, het voormalige hoofd van de inlichtingendienst die op 1 januari in een Zuid-Afrikaans hotel dood (waarschijnlijk gewurgd) werd aangetroffen. Zijn dood zorgt voor veel onrust in de Rwandese gemeenschappen buiten Rwanda. 

De berichtgeving in de Nederlandse media is enigszins tendentieus. Wie niet goed leest krijgt de indruk dat alle Rwandezen in Nederland oorlogsmisdadigers zijn. Zeker als Teeven spreekt over zo'n 200 'gevallen'. Natuurlijk moeten mensen die gruwelijkheden en massamoorden hebben begaan berecht worden. Dat spreekt voor zich. Maar het lijkt er op dat Rwanda dit soort beschuldigingen gebruikt om tegenstanders in het buitenland op zijn minst monddood te maken. 

Als uiteindelijk het Europese Hof beslist dat Jean Claude mag worden uitgezet, dan wordt daarmee een deur open gezet: alle mensen in ons land die worden beschuldigd van genocide, kunnen worden uitgezet. Het grote probleem daarbij is dat zij hoogst waarschijnlijk niet kunnen rekenen op een eerlijk proces in Rwanda. 

Dat zegt ook de advocaat van Jean Claude, Michael Pestman. Op radio 1 vertelde hij gisteren niet veel vertrouwen te hebben in de Rwandese rechtspraak. 'De Rwandese president Kagame is misschien wel de grootste oorlogsmisdadiger van allemaal. Zo heeft hij 200.000 doden op zijn geweten in Oost-Congo. Dat staat in een rapport van de VN. Dat is dus dezelfde Kagame die het vertrouwen heeft van Fred Teeven. Kagame is al sinds 1994 aan de macht. Zo lange tijd is op zich al verdacht. Mijn client wil in Nederland berecht worden, omdat hij dan kans heeft op een eerlijk proces. In Rwanda zal hij dat niet krijgen. Maar het is moeilijk voor Nederland om dat te erkennen. Nederland heeft immers veel geld gestopt in de reorganisatie van het justitiële systeem in Rwanda.' 

The case of Jean Claude I

On December 20th Jean Claude I. knows if he can be extradited to Rwanda. He’s accused of being a leader of an armed militia during the genocide (1994) in Rwanda. He would have hunted down Tutsi’s and he’s supposed to have committed mass murders in Nyanza and Kigali. Jean Claude was 18 years in 1994.

Jean Claude lost his residence permit two years ago. In March this year his appeal was judged unfounded. He was arrested in July; Rwanda asked for his extradition because they see him as an important genocidair. Jean Claude is in provisional detention. If the judge says he can go to Rwanda because he can expect a fair trial, he will appeal.

This trial is important. About 20 other Rwandese are accused of being a genocidair. If Jean Claude can be extradited, they can expect the same fate even though the Netherlands has no extradition treaty with Rwanda.

Prosecution and defence were very outspoken in court. Prosecution said Jean Claude was a liar and critized the arguments of the defence: old news from specialists who were not really specialists. The lawyer of Jean Claude, Michiel Pestman, told prosecution they were biased and having an agenda of their own. Because Holland has invested millions in the Rwandese judicial system, they could not admit the system was not correct. Also, having a lot of similar cases of genocide, which are difficult to prove in court, prosecution is trying to get rid of them through extradition.

Prosecution reacted in a tired way on arguments that should prove a fair trial in Rwanda is not possible. Manipulation of witnesses, false evidence, politicisation of trials? It’s known, checked and proven untrue in lots of court cases, according to prosecution.

They had a difficult moment when defence came with the lying witness in Canada, July 2013. A Canadian judge discovered discrepancies in his testimony. He admitted in having lied. He also admitted having lied in a Dutch court.

Specialist Filip Reyntjens is not a real specialist. He’s biased and not taken very seriously, according to prosecution. His statements as a witness at the Rwanda tribunal in Arusha (ICTR) were ignored or hidden in a footnote. But defence said it was Reyntjens himself who stopped cooperating with the ICTR. Their mandate was not strong enough: only Hutu’s could be prosecuted, no members of the army of president Kagame. Pestman told prosecution they were committing character murder of a scientist.

Prosecution used the trial of opposition leader Victoire Ingabire to show politics doesn’t meddle with trials. There can be held fair trials in Rwanda. Ingabire was found not guilty on the heaviest charges. And the judge even said Ingabire could play a positive role in Rwanda after her imprisonment. Off course not everything is perfect in Rwanda, but there is no such thing as a perfect country.

Defence talked about the hard conclusion of Amnesty International: the trial of Ingabire was not fair. According to postman, Ingabire’s trial was a comedy, which could never be staged in Europe. So why use lower standards for a trial in Rwanda? Pestman also referred to a letter of Iain Edwards, the English lawyer of Ingabire. He said her lawyers were harassed, intimidated and were not always able to hold a cross-examination. Rwanda had given to times over a guarantee Ingabire’s trial would be fair. Obviously Rwanda had not kept her promise.

Pestman asked for a postponement of the provisional detention. With an electronic transmitter around his ankle there should be no risk of an escape. The judge thought otherwise. She was afraid of an escape and found the accusations too heavy for a postponement.

 

Outside court 

Behind the battle of lawyers lies a world of misery. Jean Claude’s wife (J.) lost everything; husband, income, but most of all: safety. ‘They came to our house very early in the morning to arrest my husband and to search the house. They made a lot of noise. They scared the hell out of my children. They were afraid to go back home afterwards and we stayed for three weeks with my sister. My children are changed. They are withdrawn and silent and are not doing well at school. That worries me a lot.’

J. speaks Dutch very well. She has an internship; she wants to become a nurse. With Jean Claude in prison she to get by with the money she gets for her study, impossible with two children and a baby to be born in February. She’s in dire straits because she also got a claim from the tax service: because her husband is illegal, she has to pay back around 11.000 euro.

The couple met in Kinshasa. Jean Claude was a representative of the Rwandan community and was often at the refugee office. They got married in Kinshasa. J. and her sister moved to Norway in 2002, she was pregnant of her first child. Jean Claude went on invitation to The Netherlands in 2003. J: ‘We went to different countries because that was better considering our different procedures. When my daughter became one year old, I went to Holland as well.’

Jean Claude became a plumber, but could no longer do his work because of a bad back. He wanted to become a security officer, got a certificate, but was never employed. J: ‘I don’t know why. There were some problems, but they never told us which problems.’

In 2012 Jean Claude starts working as a cab driver. J: ‘He needed an affidavit of good conduct and got one. Very strange considering the situation he was in.’

J. doesn’t know what she’ll do when her husband has to go back to Rwanda. ‘He taught me to laugh, to live. When I met him I had no real wish to live. I had seen so much. I became an orphan when I was four.  My sisters and I had to go to an orphanage. We were there when the bombs started falling. We had to flee for the soldiers of the RPF. We saw a lot of dead people. A lot of blood. We started with 800 children, in the end we were with 200. I took care of a four-year-old girl. I carried her on my back, but one day she died. I was very sorry because I was used to her and she had such a beautiful smile. But I couldn’t help her. I was so tired.’

J. compares herself with a caged animal. ‘We have no money; I cannot work, because I have to be home for my children. In February I’ll have a new baby. We cannot go to Rwanda. I’ll die there.’

The procedure

The procedure

The long arm of IND

All over Europe courts are busy with the extradition of Rwandese accused of genocide. Some countries say 'no', like Belgium, others like France and Sweden have changed their policy and are more likely to say 'yes'. In the Netherlands people accused of genocide are almost without rights, because the procedure falls for the bigger part under civil law instead of criminal law. It means they are guilty until proven otherwise, which is exactly the opposite of criminal law: not guilty until proven otherwise. To prove you have done nothing wrong is not easy, to do this after almost twenty years is very difficult, to this from another country with almost no money makes it practically a 'mission impossible'.

It's the IND (Immigration and Nationalization Service) who starts the research. They have a special branch for genocide and war crimes, 1F. They call themselves 1F after the section 1F in the Geneva Convention of 1951.That section states that a refugee has no right to protection in a country if he or she has committed genocide or warcrimes. If somebody is proven guilty he has no right to stay in that country.

The big problem in Holland is that the IND accuses someone and at the same time judges the arguments of the defense. You can't expect a service who has worked hard to prove an accusation, to accept lightly the arguments from the other party. It's the same service who demands the accused to give up his passport or residence permit. It's the same IND who decides a person is a genocidair, therefore has no right to protection, is therefore illegal and has to give up his passport or residence permit. It's the same IND who decides this illegal person has to leave the country within 24 hours. Never mind his work, family, friends. One can imagine what it means for a family. It's only at a very late stage, a judge looks into the case.

The procedure is as follows:

1. The IND sends a letter with the accusations and the arguments why. That could be a huge file with lots of pages, internet links, documents and reports. The accused has six weeks for a reaction.

2. After the reaction has been send, there is a hearing at the office of IND.

3. Based on the hearing the IND gives a reaction: the accused is found guilty or not. The ones found guilty have to return their passports and permits and have to leave the country within 24 hours. They cannot await their trial in Holland. They have to leave the country immediately because IND considers de guilty people very dangerous for the Dutch society.

4. The accused can ask a judge -within 24 hours after the decision of IND- to postpone the decision of the IND to leave the country within 24 hours. As far as I know, the judge up until now, always said 'yes' to the postponement.

5. De accused files an appeal. Not in court, but again at the IND. Yes, that same service who has already declared that person guilty. 

6. If IND still finds the accused guilty, the accused can go to court. For the first time a judge can have a proper look at his file. 

It is because of this procedure, and the way IND has a monopoly in this procedure, a lot of the accused Rwandese are now thinking of going to court immediately, in stead of going through the motions with IND. If they go to court they have a chance of a fair trial. They don't believe in the independency of IND. They think IND has too many ties wiith the Rwandan government and is easily influenced. 

But, our prosecutors specialized in 1F, are also biassed as we will see for example in the case of Jean Claude I, tomorrow.

 

Genocide in Holland, english version

The case of Jean Claude I.

The Dutch procedure

DSC01264.jpg





De Zaak Jean Claude I

De zaak Jean Claude I

Op 20 december weet Jean Claude I. Of hij kan worden uitgezet naar Rwanda. Jean Claude wordt ervan verdacht leider te zijn geweest van een gewapende militie tijdens de genocide (1994) in Rwanda. Hij zou jacht hebben gemaakt op Tutsi’s en massamoorden hebben begaan in Nyanza en Kigali. Jean Claude was 18 jaar in 1994.

Jean Claude raakte twee jaar geleden zijn verblijfsvergunning kwijt. In maart dit jaar werd zijn beroep ongegrond verklaard. In juli werd hij gearresteerd toen Rwanda vroeg om zijn uitlevering. Rwanda beschouwt hem als een belangrijke genocidair. Jean Claude zit in voorarrest. Mocht de rechter beslissen dat hij uitgeleverd kan worden aan Rwanda, omdat hem daar een eerlijk proces wacht, dan gaat Jean Claude waarschijnlijk in beroep.

Dit proces is belangrijk, nog zo’n 20 andere Rwandezen worden door de IND ervan beschuldigd genocidair te zijn. Kan Jean Claude worden uitgeleverd, dan wacht hen waarschijnlijk hetzelfde lot.

Het ging hard tegen hard in de rechtszaal. Het OM vond Jean Claude een leugenaar, en verweet de verdediging oude wijn in nieuwe zakken te serveren, gebruikmakend van bevooroordeelde deskundigen die niet zo heel erg deskundig waren. De verdediging beschuldigde het OM op haar beurt bevooroordeeld te zijn en er een eigen agenda op na te houden. Omdat Nederland zoveel miljoenen heeft geinvesteerd in het Rwandese justiele apparaat, kan Nederland niet toegeven dat dat systeem helemaal niet deugt. Ook zou het OM mensen willen uitwijzen wiens zaken eigenlijk strafrechtelijk niet goed te bewijzen zijn. Nederland wil af van de Rwandezen waar misschien een luchtje aan kleeft.

Duidelijk werd dat het OM vermoeid reageert op argumenten die moeten bewijzen dat een eerlijk proces niet mogelijk is. Manipulatie van getuigen, gefabriceerd bewijs, politisering van het proces? Het is allemaal bekend, getoetst en verworpen in vele zaken aldus het OM. Het was dus even slikken toen de verdediging kwam met de liegende getuige in een Canadese zaak, juli 2013. De Canadese rechter ontdekte tegenstrijdigheden in de verklaring van een getuige, waarop de getuige toegaf dat zijn belastende verklaring onjuist was. De man gaf ook toe dat hij in Nederland ook als getuige had opgetreden en dat hij toen ook loog.

Deskundige Filip Reyntjens werd door het OM weggezet als iemand die niet zo heel serieus werd genomen. Zo zouden zijn verklaringen bij het Rwanda-tribunaal in Arusha zijn genegeerd of hoogstens verwerkt in een voetnoot. Reijntjens wilde zelf niet meer optreden als getuige deskundige, omdat hij het mandaat van het tribunaal tekort vond schieten. Er mochten namelijk uitsluitend Hutu’s worden vervolgd, zo meldde advocaat Michiel Pestman. Hij verweet het OM bezig te zijn met een wetenschappelijke karaktermoord.

Het OM gebruikte het proces tegen Ingabire om aan te tonen dat het allemaal zo’n vaart niet loopt met die politisering van processen. Dat Rwanda heel goed in staat is om een eerlijk proces te voeren. Ingabire werd immers vrij gesproken op de zwaartste punten. En stond er in het vonnis niet dat de rechter dacht dat Ingabire een positieve rol zou kunnen spelen in Rwanda na haar vrijlating? Natuurlijk, niet alles is perfect, maar in welk land wel?

De verdediging wees op het vernietigende rapport van Amnesty International. Pestman noemde het proces tegen Ingabire een klucht die nooit in Europa vertoond had kunnen worden. Dus waarom de lat lager leggen voor Rwanda? Pestman verwees ook naar een brief van Iain Edwards, advocaat van Ingabire. Edwards meldt dat advocaten en getuigen werden geintimideerd, dat de verdediging niet altijd een kruisverhoor mocht afnemen aan getuigen.  Rwanda gaf tot twee keer toe de garantie dat het een eerlijk proces zou worden. Die garantie was dus niets waard, aldus Pestman.

Pestman vroeg de rechter om de voorlopige hechtenis van Jean Claude op te schorten in afwachting van de uitspraak. Jean Claude zou met een elektronische enkelband geen enkele kans hebben te vluchten. De rechter oordeelde anders. Jean Claude blijft de komende tijd in de cel. Het gaat hier om het zwaarst mogelijke misdrijf en wij vinden de verdachte vluchtgevaarlijk, aldus de rechter.

 

Buiten de rechtszaal

Achter het juridische gevecht gaat een wereld van ellende schuil. De vrouw van Jean Claude (hierna J.)  is in één klap alles kwijt. Echtgenoot, inkomen, maar vooral het gevoel veilig te zijn. “In juli kwamen ze op een ochtend heel vroeg met acht man om mijn man te arresteren en het huis te doorzoeken. Ze maakten een ontzettend kabaal. Het was een traumatische ervaring voor mijn kinderen. Die durfden wekenlang niet terug naar huis; we hebben al die tijd bij mijn zus gelogeerd. Nu gaat het wel weer, maar ze zijn veranderd. Ze werden stil en teruggetrokken en hun schoolprestaties zijn achteruitgegaan. De school maakt zich zorgen.”

J. spreekt goed Nederlands. Ze wil verpleegster worden en loopt stage. Nu Jean Claude in de gevangenis zit, moet ze rondkomen van haar studiefinanciering, een onmogelijke opgave met twee kinderen. Sterker, allerlei toeslagen zijn weggevallen omdat J. in feite illegaal in Nederland verblijft en onlangs stond de Belasting bij aar op de stoep. “We hadden twee jaar lang ten onrechte allerlei toeslagen ontvangen zei de Belasting. Of ik maar even 11.000 euro wilde terugbetalen.”

Het stel leerde elkaar kennen in Kinshasa. Jean Claude was daar vertegenwoordiger van de Rwandese gemeenschap en was vaak te vinden op het kantoor waar uitreispapieren werden afgegeven. Ze trouwden. In 2002 vertrok J. naar Noorwegen samen met haar zuster; ze was toen in verwachting van haar eerste kind. In 2003 vertrok Jean Claude op uitnodiging naar Nederland. ‘Ik ging met mijn zuster naar Noorwegen, omdat dat handiger was in verband met de procedure. In 2004 ben ik ook naar Nederland gegaan, mijn dochter was toen een jaar.’

Jean Claude was ingeburgerd en werd loodgieter. Toen hij last kreeg van zijn rug, wilde hij aan de slag als beveiliger en haalde zijn diploma. Hij heeft nooit als beveiliger gewerkt. ‘We weten niet precies waarom. Er waren problemen, maar ze hebben ons nooit gezegd welke problemen.’

Uiteindelijk, het is 2012, kan Jean Claude aan de slag als taxichauffeur. ‘Hij had daarvoor een Verklaring Omtrent Gedrag nodig. Die heeft hij gewoon gekregen. Dat is toch raar.’

J. weet niet wat ze gaat doen als Jean Claude terug moet naar Rwanda. ‘Hij heeft me geleerd te lachen, te leven. Toen ik hem leerde kennen was ik een dood vogeltje. Ik had zoveel meegemaakt. Ik was vier toen mijn moeder stierf. Mijn vader was al dood. We gingen toen naar een weeshuis. Daar was ik toen de bommen vielen. We zijn toen gevlucht.’

Er volgt een aantal gruwelijke jaren. J. moet, samen met de andere kinderen van het weeshuis, vluchten voor de soldaten van de RPF. Ze is dan acht jaar. ‘We zagen veel dode mensen en veel bloed. We begonnen met 800 kinderen, uiteindelijk waren we nog maar met 200 over. Ik heb me ontfermd over een 4-jarig meisje. Dat droeg ik op mijn rug. Maar op een gegeven moment was ze dood. Dat vond ik heel erg, ik was aan haar gewend geraakt en ze had zo’n mooie glimlach. Maar ik kon er niets aan doen. Ik was zo moe.’

J. voelt zich nu als een dier in een kooi. ‘We hebben geen geld, ik kan niet werken omdat de kinderen niet meer naar de opvang kunnen en straks is er de baby. Wij kunnen niet naar Rwanda. Daar ga ik dood.’


Maandag 23 december 2013

Afgelopen vrijdag oordeelde de Haagse rechter Dat Jean Claude I. kan worden uitgezet naar Rwanda. Vreemd genoeg hing zij een berg adviezen aan het vonnis: zo zou er een Nederlands waarnemer moeten zijn tijdens zijn proces in Rwanda, moet Nederland aan Rwanda garanties vragen omtrent de veiligheid van Jean Claude, moet Jean Claude zich kunnen beroepen op zijn zwijgrecht, moet hij voor hem belastende getuigen kunnen  ondervragen en moet hij kunnen worden bijgestaan door een buitenlandse advocaat. Vooral de behandeling van twee Rwandezen die al zijn uitgeleverd, maakt dat de rechter zich zorgen maakt over het wel en wee van Jean Claude in Rwanda. Toch oordeelde ze dat hij kan worden uitgeleverd. Jean Claude zou de eerste verdachte zijn die door Nederland wordt uitgeleverd. Het OM was al bezig met een onderzoek naar hem, toen Rwanda afgelopen zomer om uitlevering vroeg. Nederland heeft nog geen uitleveringsverdrag met Rwanda.

Het is niet zo dat Jean Claude direct op het vliegtuig wordt gezet. Hij gaat in cassatie en daarna moet de minister van Justitie zich nog uitspreken. Aan hem waren dan ook de adviezen van de rechter gericht. Als ook hij vindt dat Jean Claude kan worden uitgezet, dan kan hij nog een beroep doen op het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Of hij de hele procedure in Nederland zal uitzitten, valt echter te bezien. Via een kort geding kan de rechter dit beslissen.

In Nederland worden ongeveer twintig Rwandezen door de IND van genocide beschuldigd. Zij lopen allemaal het risico het land uit te worden gezet. 

Vrienden van Jean Claude zijn inmiddels een handtekeningenactie voor hem begonnen, hier is het adres: http://petities.nl/petitie/jean-claude-moet-blijven 

De procedure

De procedure

Opeens illegaal zonder dat rechter er aan te pas komt

De komende tijd wil ik aandacht besteden aan 1Fjes van Rwanda: mensen uit Rwanda die verdacht worden van genocide. In Nederland zijn het er ongeveer twintig.

Nederland springt op een bijzondere manier met de 1 Fjes om. Ze vallen voor een groot deel van de procedure onder het bestuursrecht. Daarom zijn ze niet onschuldig tot het tegendeel is bewezen, maar zijn ze volgens de IND schuldig totdat ze hebben bewezen dat ze niet schuldig zijn. Precies het omgekeerde dus in het strafrecht. 

Het betekent dat een verdachte opeens zijn paspoort moet inleveren of zijn verblijfsvergunning als de IND hem of haar schuldig acht aan genocide. Wie in Nederland blijft is dan in feite illegaal en heeft nergens recht meer op. Vreemd is dat niet de rechter hierover beslist, maar de IND. Bewijzen dat je iets niet hebt gedaan is lastig. Twintig jaar na dato is het bijna onmogelijk. Als je dan ook nog in een ander land woont en weinig geld, dan wordt het echt een ‘mission impossible’.

Hoe ziet de 1F procedure er uit?

1F staat voor artikel 1F van het vluchtelingenverdrag. Dit maakt deel uit van de Conventie van Genève uit 1951. Dat artikel gaat over de status van oorlogsmisdadigers en massamoordenaars: zij hoeven niet beschermd te worden in het land waar ze naar vluchtten en hen kan daarom de verblijfsstatus ontnomen worden.

Een groot probleem is de rol van de IND. Zij gaan in eerste instantie onderzoek doen en zoeken bewijzen. Als de beschuldigde in beroep wil, gebeurt dat een aantal keren bij dezelfde IND die zich rot heeft gezocht naar bewijzen. Dhe speciale afdeling 1F zal niet staan te juichen bij de tegenargumenten van de verdediging. Pas in een heel laat stadium buigt uiteindelijk een rechter zich over de zaak. 

De procedure is als volgt:

1. De IND stuurt een brief aan de verdachte met de beschuldiging en de onderbouwing. Dat kan soms een vuistdik dossier zijn, van allerlei rapporten, documenten, internetlinks. De beschuldigde heeft maximaal zes weken om hierop te reageren.

2. De beschuldigde geeft zijn zienswijze. Daarna is er een hoorzitting van de IND.

3. De IND geeft een beschikking: de verdachte wordt al dan niet als schuldig aangemerkt. Wie schuldig is, wordt het paspoort of de verblijfsvergunning afgenomen. Omdat de IND genocidairs een gevaar voor de Nederlandse samenleving beschouwt, krijgen ze te horen dat ze binnen 24 uur het land uit moeten.

4. Tegen de beschikking kan -binnen 24 uur- een voorlopige voorziening worden aangevraagd: daarmee vraag je de rechter het besluit van de IND op te schorten.

Tot nu toe heeft de rechter voor zover ik weet deze voorlopige voorzieningen gehonoreerd en krijgen de verdachten paspoort  terug of mogen ze blijven gedurende de procedure.. Vanaf januari volgend jaar krijgen de rechters meer mogelijkheden de beschuldigingen van de IND te toetsen.

5. Er wordt een bezwaarschrift tegen de beschikking ingediend bij de IND. De IND beoordeelt het bezwaarschrift. Als de IND het bezwaarschrift niet honoreert, gaat de verdachte in beroep bij de rechter.

6. De rechter bepaalt of de IND gelijk heeft of niet.

In een brief van het ministerie van Justitie aan de Tweede Kamer over de toepassing van dit artikel in Nederland van juni 2008 worden opvallende cijfers genoemd. In 2008 zijn er zo’n 350 van 1F verdachte mensen in Nederland. Als je kijkt naar de belangrijkste landen van afkomst dan staat Rwanda daar niet bij. Dat zou dus betekenen dat het aantal verdachten uit Rwanda in ieder geval niet groot is.

Een andere brief van het ministerie van Justitie geeft meer klaarheid over het aantal 1Fjes sinds 1998. Zo zijn er tussen 1998 en 2003 door de IND 694 dossiers naar het Openbaar Ministerie gestuurd. Van al die dossiers werden er uiteindelijk 2 voldoende geacht voor een strafzaak en vielen 25 dossiers onder het Afghanen-onderzoek van Justitie. Dat is opmerkelijk want Rwanda vroeg al een jaar eerder, in 2007 om de uitlevering van 16 genocide-verdachten.  Die komen dus blijkbaar in het geheel niet voor op de lijsten van het OM. Wel moet worden opgemerkt dat er in 2008, het jaar waarin de brief werd verstuurd, nog 260 dossiers niet waren beoordeeld door het OM. Rwanda wordt nergens genoemd; de IND en het OM hielden zich voornamelijk bezig met verdachte genocidairs onder Afghanen.

Vanwege de grote rol van IND en het feit dat een verdachte terecht komt in een civiele procedure, wil nu een aantal van genocide beschuldigden, gewoon een strafzaak waarbij een rechter zich over hun dossier kan buigen. Dat ze daarmee te maken krijgen met een OM dat zeer positief denkt over het Rwandese regime, lijken ze nog niet te beseffen.

Hoe het OM denkt, leest u morgen, met het verhaal van Jean Claude I.