Conclusies: Niemand blij
Bronnen uit slechts één kamp — Bijna al mijn bronnen vinden dat na het plotselinge vertrek van toenmalig hoofdredacteur Hildebrand Bijleveld, in december 2015, de tweedeling toeneemt binnen de redactie. Het ene kamp bestaat met name uit de founders: Amerikaans hoofdredacteur Daniel Van Oudenaren, en de Soedanese journalisten van het eerste uur Hameed, Assad en Aziz. Het zijn gedreven journalisten maar het zijn ook mensen die vinden dat ze een tikje beter zijn dan de rest. De term arrogant valt meerdere keren. Het andere kamp bestaat uit jongere, minder ervaren voornamelijk Zuid-Soedanese journalisten. Het kamp van de founders neemt besluiten over het hoofd van de junioren, deels omdat ze bang is dat de informatie in verkeerde handen kan vallen (Zuid-Soedanese overheid, oppositie of FPU), deels omdat ze niet geïnteresseerd is in (de opinie van) de junioren. Uit het juniorenkamp staan dan ook klokkenluiders op die FPU informeren over de gang van zaken binnen de redactie.
De senioren wantrouwen de bedoelingen van FPU, de junioren wantrouwen de bedoelingen van de senioren.
Vermeulen sprak voor haar eerste artikel uitsluitend met de seniorenkamp; twee van hen leverden de meeste informatie; beiden vertrokken ze na ruzie met FPU (december 2016, mei 2017). Vermeulen besloot voor de totstandkoming van het eerste artikel, niet te praten met FPU-directeur Leon Willems of voorzitter van de Raad van Toezicht, Joop Daalmeijer. Volgens Vermeulen en de waarnemend hoofdredacteur Maurits Martijn beschikten ze over genoeg documenten1 die aannemelijk maakten dat FPU censuur had gepleegd.
Omdat De Correspondent voornamelijk put uit één kamp, zijn ook bepaalde documenten niet in hun bezit, zoals de klachten van Internews en Forcier. Mijn inziens is daardoor het eerste artikel niet in balans2. Sterker nog, door slechts informatie van één kant te gebruiken, kon Vermeulen niet weten of ze alle relevante stukken in bezit had. Ook kon ze niet controleren of ze werd gebruikt door dat ene kamp dat vijandig stond tegenover FPU.
De Correspondent trekt een juiste conclusie: FPU censureerde, maar de weg er naar toe vertoont fikse gaten. Daardoor wordt aan een complexe situatie geen recht gedaan, krijgt de lezer geen goed beeld én vindt geen journalistieke controle plaats.
Tweede artikel: boze opstappers als bron — De huidige redactie betreurt het vertrek van voormalig hoofdredacteur Hildebrand Bijleveld, zijn opvolger Daniel Van Oudenaren en later managing editor Aziz, maar over Hameed en Assad zijn ze helder: de manier waarop zij vertrokken voelt als verraad, een dolk in de rug, zeker na een vierdaagse intensieve mediation in juli 2017 en ondertekening van het akkoord over de toekomst van het radiostation.
Hameed en Assad wisten dat het eerste artikel van Vermeulen voor flink wat opschudding had gezorgd bij hen op de redactie, ze wisten dat een tweede artikel én hun voor FPU vernietigende persbericht, gevaarlijk zou kunnen zijn voor het voortbestaan van Radio Tamazuj. Voor henzelf veranderde de situatie na hun ontslag dramatisch: samen met hun vrouw en kinderen verblijven ze illegaal in een Afrikaans land, zonder werk.
Vermeulen schrijft het tweede artikel naar aanleiding van het persbericht van Hameed en Assad. Deze waren allebei met ruzie vetrokken in december 2017 en hadden een rekening te vereffenen met FPU. Vermeulen spreekt niet met andere redactieleden. Ze verifieert bij hen dus geen uitspraken van Hameed en Assad3. Vermeulen wist dat Assad en Hameed zeer bevriend met elkaar waren, toch voert ze hen op als twee bronnen, die onafhankelijk van elkaar, elkaars verhaal bevestigen. Dat ze goede vrienden zijn die elkaar door dik en dun steunen wordt niet gemeld in het artikel.
Dit keer worden de redactie van Radio Tamazuj en FPU wél vooraf om een reactie gevraagd en krijgen ze ruim de tijd om te reageren op het eerste conceptartikel.
Vermeulen zelf concludeert in het artikel: Het lastige van deze zaak is dat er geen manier is om exact te achterhalen wat er waar is van de verhalen van Haroun en Al-Tahir.
Waarmee ze in feite haar eigen artikel ondergraaft. De Correspondent verdedigt zich achteraf door te zeggen dat het artikel ging om de problemen bij Radio Tamazuj, niet of de twee journalisten het bij het rechte eind hadden. Maar het tweede artikel was gebaseerd op het persbericht en de verklaringen van de twee journalisten, die als twee onafhankelijke bronnen werden opgevoerd, terwijl ze dat niet waren. Ik vind het een journalistieke plicht om te onderzoeken of wat mensen zeggen, klopt. Zeker als het gaat om mensen die met ruzie bij een organisatie zijn vertrokken. Iemand roept iets, je vindt het belangrijk genoeg om er een artikel aan te wijden en vindt vervolgens dat het niet toe doet of ze het bij het rechte eind hebben? Overigens is het onderwerp van dit tweede artikel niet hoe het rommelt bij Tamazuj, maar dat twee journalisten FPU opnieuw van censuur beschuldigen. Ik vind dan ook dat er onvoldoende betrouwbare informatie was voor dit artikel, dat de informatie van de twee journalisten onvoldoende is gecheckt.
De Correspondent is het ‘fundamenteel oneens’ met mijn conclusie dat het tweede artikel eigenlijk niet geschreven had moeten worden. Ze vinden het een ‘nieuwsige’ betrouwbare follow-up. Wel heeft De Correspondent nauwelijks commentaar op mijn factcheck van de twee artikelen, zie verderop.
Onvoldoende wederhoor — Vermeulen besloot niet te praten met FPU-directeur Leon Willems of voorzitter van de Raad van Toezicht, Joop Daalmeijer. Om mondeling of schriftelijk te reageren op het eerste artikel kregen ze 24 uur de tijd. Heeft FPU gelijk als ze zegt dat Vermeulen wederhoor niet goed heeft toegepast? Vermeulen en haar waarnemend hoofdredacteur hebben al toegegeven dat ze achteraf spijt hadden van de 24-uurs reactietijd. Ze zeggen dat het netter was geweest om FPU langer de tijd te geven. Daarom gaven ze voor het tweede artikel anderhalve week.
Officieel heeft Vermeulen wederhoor toegepast door het oorspronkelijke artikel op een aantal plaatsen aan te passen en de lijst met 32 fouten (FPU) aan haar eerste artikel te linken. Overigens zijn lang niet al die 32 punten even belangrijk. De Correspondent schrijft bijvoorbeeld dat Radio Tamazuj gebruik maakt van cassetterecorders, FPU corrigeert: digitale recorders.
De Correspondent wijzigt naar aanleiding van de lijst het artikel op tien punten, waarvan drie inhoudelijk.
FPU en redactie zijn voor het tweede artikel vooraf gevraagd om een reactie op het persbericht van Hameed en Assad. Uit naam van de redactie reageerde de directeur Radio. Vermeulen heeft niet met redactieleden zelf contact opgenomen.
Huub Evers, voormalig hoofddocent media ethiek en lid van de Raad voor de Journalistiek vindt dat De Correspondent weliswaar formeel voldaan heeft aan het wederhoor door vooraf de stukken ter inzage te geven voor een reactie, maar dat het journalistiek een stuk netter was geweest als bijvoorbeeld FPU voor het eerste artikel was geïnterviewd. ‘Ik kan me voorstellen dat over voldoende wederhoor bij de Raad voor de Journalistiek flink gediscussieerd zou zijn.’
Ik ben het met Evers eens. FPU speelt een belangrijke rol in het artikel en wordt beschuldigt van censuur; een zware beschuldiging voor een organisatie die opkomt voor onafhankelijke journalistiek in oorlogsgebieden. Een interview vooraf met een van de directeuren of de voorzitter van de Raad van Toezicht was op zijn plaats geweest.
Moet je als journalist rekening houden met de consequenties? — Zijn er de juiste journalistieke overwegingen gemaakt? Was er wellicht sprake van een te groot enthousiasme vanwege een mooie scoop? Had De Correspondent meer tijd en middelen ter beschikking moeten stellen om het verhaal te verdiepen? De belangen zijn groot voor Radio Tamazuj, voor FPU, voor sponsors.
Door de twee artikelen in De Correspondent heeft FPU ontegenzeggelijk een deuk(je) in het blazoen opgelopen. Zo stelt het ministerie van Buitenlandse Zaken, de grootste sponsor van Radio Tamazuj én FPU, zich voorzichtiger op. Bij de redactie van Radio Tamazuj heeft met name het eerste artikel, de voorzichtige progressie op achterstand gezet en was er weer sprake van een onveilig gevoel.
Gedegen journalistiek onderzoek, van (groot) publiek belang, kan leiden tot faillissementen, het opschorten van activiteiten en politieonderzoek, om maar wat te noemen. Hoe zit het hier? Is er publiek belang? Jazeker, FPU is een niet-gouvernementele organisatie die vooral betaald wordt van ‘onze’ belastingcenten.
De Correspondent zelf vindt dat er ruim voldoende is gesproken en geschreven over mogelijke consequenties, onder andere in een verantwoording4.
Vermeulen zegt er zelf over: ‘Let wel, ik heb zeker niet de bedoeling gehad om FPU in de modder te stoppen. Press Now en Free Voice waren op sterven na dood. Willems en Kronenberg hebben in korte tijd een toonaangevende organisatie opgebouwd. (…) Tijdens het schrijven van de artikelen heb ik me wel afgevraagd wat ik precies zou willen; wat voor gevolgen de artikelen zouden hebben. Ik wilde niet dat de subsidie van de diverse donoren zou worden stopgezet. Maar het is wel fijn dat er in ieder geval discussie is.’
De Correspondent heeft dus weloverwogen de artikelen gepubliceerd, rekening houdend met de consequenties voor FPU en andere betrokkenen.
Er is censuur gepleegd — Zijn de documenten veelzeggend, zoals De Correspondent zegt? Journalisten verbieden om artikelen in die lijn niet meer te schrijven, zoals Leon Willems in een officiele waarschuwingsbrief mailt aan de redactie, kun je plaatsen onder de ruime definitie van censuur5. De mail van Joop Daalmeijer wekt beslist de indruk dat de redactie zich in moet houden; het financiële voortbestaan van Radio Tamazuj zou op de tocht staan. ‘Je moet niet de hand bijten die je voedt’, is een opmerking waarvan hij achteraf zegt veel spijt hebben. ‘Dit had ik niet zo mogen zeggen.’
Ook al heeft de huidige redactie een akkoord onderschreven waarin staat dat er niet is gecensureerd door FPU, mijn conclusie is een andere. Na alle gesprekken en documenten is op te maken dat er in 2016 door FPU wel degelijk druk is uitgeoefend om bepaalde artikelen niet te publiceren om de relatie met sponsoren niet te laten verslechteren. FPU had daarbij wel de toekomst van Radio Tamazuj op het oog.
Intimidatie — Heeft FPU geïntimideerd? Voormalig hoofdredacteur Van Oudenaren heeft dat als zodanig ervaren. Ook founders Hameed, Assad en Aziz klagen over druk en inmenging van FPU. Willems is zich er waarschijnlijk niet van bewust dat hij overweldigend kan overkomen, alleen al door zijn postuur, zegt een redactielid.
Uit emailcorrespondentie blijkt dat de klagende instanties zoals Internews en Eye-radio druk uitoefenden op FPU, die hun klachten overnam zonder (zichtbaar) op te komen voor de redactie. Integendeel, redactie en hoofdredacteur werden op het matje geroepen.
Andere redactieleden, veelal de junioren, vonden dat FPU niet heeft geïntimideerd. Zij staan nog steeds achter de akkoorden die in juli 2017 werden ondertekend en zijn blij met de progressie die is gemaakt, zowel journalistiek inhoudelijk als organisatorisch.
Deze junioren, die nu voornamelijk de huidige redactie bemannen, voelden zich juist door Van Oudenaren onder druk gezet. Kritiek werd niet op prijs gesteld, van een open journalistieke discussie was geen sprake, zo vonden ze. Redactievergaderingen verliepen niet transparant en efficiënt. Het vergrootte het onveiligheidsgevoel, zo blijkt uit emails aan FPU.
Uit emailcorrespondentie blijkt dat in 2016 er op de redactie een groot gevoel van onveiligheid heerste. De senioren wantrouwden FPU, de junioren voelden zich door de senioren genegeerd. De redactieleden hadden veel meegemaakt en waren getraumatiseerd door de oorlog. FPU worstelde met een eigenzinnige hoofdredacteur, een scherp verlangen naar onafhankelijkheid bij de senioren en Leon Willems gebruikte soms forse taal om hen in het gewenste gareel te krijgen.
Kwaliteit van de zes artikelen — De zes artikelen behandelen geen wereldschokkend nieuws of bijzondere onderwerpen. Ze zijn niet geschreven voor de Zuid-Soedanese luisteraars; die beheersen geen Engels. De website van Radio Tamazuj wordt gelezen door lokale en internationale bestuurders en expats die om diverse redenen belangstelling hebben voor het gebied.
Dat weten de directeur Radio en de hoofdredacteur als geen ander. Volgens Van Oudenaarden moeten de artikelen op zichzelf gezien worden, ze hebben geen relatie. Unesco, in tijd (februari) en onderwerp staat op zichzelf. De andere vijf berichten (artikelen kun je ze nauwelijks noemen), hebben media-organisatie Internews en andere media-gerelateerde organisaties als onderwerp, zoals Forcier en Eye Radio.
In de artikelen staan wel degelijk fouten. Zo heeft iemand nooit fondsen ontvangen van de Zuid-Soudanese overheid, zoals in het ‘Enough’ artikel wordt beweerd. Ook wordt door beeld gesuggereerd dat Unesco aan persbreidel doet en wordt in een van de artikelen Internews er met de haren bijgesleept. Het bericht krijgt daarom een suggestieve kop.
Grote vraag voor mij is, waarom de betrokken organisaties de moeite namen te klagen bij FPU over deze artikelen, die weliswaar soms suggestief zijn en fouten bevatten, maar die op zich van weinig betekenis zijn.
Ik heb met name Internews en Eye Radio ernaar gevraagd, maar Internews reageerde met een korte verklaring en van Eye Radio heb ik nooit antwoord gehad op mijn twee mails. Wel lijkt het er op dat FPU zich mede door deze klachten heeft laten leiden in haar reactie naar de redactie en hoofdredacteur.
Volgens FPU hebben de donoren geklaagd omdat ze werden zwartgemaakt. Dat gebeurde in een tijd dat loze beschuldigingen gevaarlijk konden zijn voor de fysieke veiligheid van hun werknemers in Zuid-Soedan.
Onprofessioneel management — Willems, Van Oudenaren en Bijleveld hebben hart voor ‘hun zaak’, maar blinken alle drie niet uit als manager. Van Oudenaren en Bijleveld hebben een uitgesproken hekel aan instituties en administratieve rompslomp. Er is gebrekkige communicatie over en weer. Door groeiend wantrouwen wordt elk gebaar van de ander niet goed begrepen en uitvergroot.
Bij FPU is sprake van groeistuipen: de organisatie ontwikkelt zich (financieel) snel, terwijl de organisatie niet mee professionaliseert, met alle problemen van dien. De ideologisch gedreven medewerkers willen wel, maar het ontbreekt aan scherpe kaders, bekwaam leiderschap. Ook bij FPU in Amsterdam voelt men zich niet veilig, zo blijkt uit gesprekken met voormalige en huidige medewerkers.
Binnen Radio Tamazuj spreken redactieleden over ‘een persoonlijke vete’ tussen Willems en Van Oudenaren, waarin zij tegen wil en dank betrokken worden. Het vergroot hun gevoel van onveiligheid. In plaats van in te grijpen in de groeiende tweedeling op de redactie, wordt zelfs het vuurtje aangewakkerd. In plaats dat conflicten worden opgelost, worden ze groter gemaakt. Dat kun je alle betrokken managers aanrekenen.
Inmiddels is zowel bij Radio Tamazuj als FPU een reorganisatie ingezet die door iedereen als positief wordt ervaren. De directie van FPU heeft een managementscursus gevolgd.
Teveel petten — Hoe zit het met de diverse functies die FPU als organisatie uitoefent: uitgever, fondsenwerver, projectverantwoordelijke en beschermer van het vrije woord? Versterken zij elkaar of zijn ze soms strijdig met elkaar?
FPU kan als uitgever hoofdredacteuren en andere managers zoals de directeur Radio, aanstellen en ontslaan. Dat betekent automatisch dat FPU kan ingrijpen in de redactionele koers. Het is immers de hoofdredacteur die deze koers -in samenspraak met zijn redactie- uitstippelt. FPU heeft in 2015 hoofdredacteur Bijleveld op non actief gezet zonder overleg en buiten medeweten van de redactie. Van de tweede hoofdredacteur werd eind 2016 het contract niet verlengd, ook dit keer zonder medeweten van de redactie. Beiden waren zeer bepalend voor de redactionele koers. Verder is door FPU niet geprobeerd om de managing editor binnenboord te houden die de meeste ervaring had na het vertrek van Bijleveld en Van Oudenaren.
FPU heeft bij al deze ontslagen, de redactie van Radio Tamazuj weinig tot niet betrokken waardoor het gevoel ontstond dat ze niet belangrijk waren voor FPU. Ook dit vergrootte het gevoel van wantrouwen en onveiligheid bij de volledige redactie.
Kan FPU zich als fondsenwerver geheel onafhankelijk opstellen? De organisatie moet immers de toekomst van haar projecten beschermen. FPU heeft in deze geen aparte protocollen maar verwijst bijvoorbeeld naar redactiestatuten. Ondanks die statuten heeft FPU wel degelijk geprobeerd de redactie enige ‘strategie ten opzichte van timing en relevantie’ bij te brengen. De toenmalige hoofdredacteur heeft dat als ‘redactioneel ingrijpen’ ervaren.
De organisatie die op de bres springt voor onafhankelijke kwaliteitsjournalistiek is hier naar mijn idee in gevecht met de organisatie die aan fondsenwerving doet. Of zoals een voormalig medewerker van FPU het verwoord: ‘FPU is een money driven organisatie geworden. Vroeger zochten we geld bij de projecten, nu zoeken ze projecten bij het geld.’
FPU erkent dat op het vlak van de vele petten, er werk aan de winkel is voor de organisatie. Ze beraden zich over mogelijke oplossingen.