De lijsten van Paul


woensdag 29 augustus

DE LIJSTEN VAN PAUL

Een van de manieren waarop Rwanda de heksenjacht in het buitenland voert, zijn de Interpol-lijsten. Wie daarop belandt met een zogeheten ‘red notice’ kan overal ter wereld in voorlopige hechtenis worden genomen, en vervolgens worden uitgezet naar het land van herkomst. Je komt op zijn lijst omdat er tegen je een een arrestatiebevel  is uitgevaardigd, of omdat je bent veroordeeld.

In Rwanda kan iemand dus door de volksrechtbank Gacaca zijn veroordeeld en daardoor op de Interpol lijst terechtkomen.

Inmiddels is wel duidelijk dat de Gacaca beslist is gebruikt is om tegenstanders van het Rwandese regime te veroordelen voor genocide.  Het was het recht van de overwinnaar: alleen Hutu’s stonden terecht  -officieel is de Gacaca dit jaar ten einde. Rechters waren incapabel, getuigen werden onder druk gezet, bewijs gemanipuleerd. Voor Rwandezen in het buitenland was het nog bizarder: zij werden vaak veroordeeld zonder dat ze er zelf van wisten.

De eerste keer dat ik met een dergelijke lijst werd geconfronteerd, werd ik door advocaat Jan Hofdijk meegenomen naar een politiebureau. Daar zat een Rwandees die tot zijn eigen stomme verbazing zomaar was aangehouden. Hij bleek op de Interpollijst te staan met een rood kruisje. Het was een zonnige zondagmiddag en iedereen die hem er uit zou kunnen halen, was er niet. Hofdijk nam daar geen genoegen mee en wist op zijn gebruikelijke manier van charmante kefhond , toch een dame aan de andere kant van een telefoon zo ver te krijgen dat ze bevel gaf de man vrij te laten.

Een paar weken later zat ik met oppositieleider Victoire Ingabire bij een Rotterdamse advocaat. Hij wist haarfijn uit te leggen hoe het zat met die lijsten en had ordners vol bewijsmateriaal.

Volgens de Rotterdamse advocaat zou iedere Rwandees die te maken had met Ingabire de komende tijd vogelvrij zijn, omdat hun namen zouden worden toegevoegd aan de lijsten.

En zo geschiedde. Op dit moment staan op de lijst verschaft door Rwanda, verschillende mensen die zich sterk maken voor Ingabire en lid zijn van haar partij.

De Rwandese aanvragen voor de Interpollijst komen van de Rwandese inlichtingendienst. De eerste lijst van de Rwandese inlichtingendienst dateert van 1995. Daar stonden 428 mensen op. Een jaar later was de lijst uitgebreid tot 1946 mensen.

In 1999  en 2001 werd de lijst geactualiseerd, de lijst bevatte in 2001 2898 namen (36 mensen waren van de lijst afgehaald, 801 namen werden toegevoegd).

Na 2001 maakte de Rwandese inlichtingendienst ook een lijst van genocidairs die in het buitenland woonden. Die lijst bevatte maar liefst 40.000 namen. Hoeveel Rwandezen er precies in het buitenland wonen is niet bekend. Schattingen varieren van 250.000 tot 600.000.

De Rwanda-lijsten betekenen dus voor elke kritische Rwandees dat hij of zij elke dag kan worden gearresteerd omdat hun naam met een ‘red notice’ voorkomt op de Interpol lijst. De Nederlandse politie hoeft zich hier niets van aan te trekken. Als zij van hun chef te horen krijgen dat de redenen waarom Rwandezen op die lijst staan van politieke aard zijn en niets te maken hebben met een crimineel verleden, dan kunnen de handboeien in de zak blijven.

Het is dus (weer) aan de Nederlandse politiek om zich uit te spreken over de legitimiteit van de daden van het regime in Rwanda.

In het kader van het proces tegen oppositieleidster Ingabire en de uitspraak op 7 september aanstaande, lijkt het me van het grootste belang dat Nederland er voor zorgt dat er geen Rwandees wordt gearresteerd en uitgeleverd aan Rwanda. De kans op een eerlijk proces is namelijk ‘nul’.