Mangroves in Benin

Zondag 31 juli

Afgelopen twee weken in Benin doorgebracht. Zó veel werk, dat ik niet eens tijd voor mijn eigen website. Sorry!

Dit keer was het niet de politieke situatie die me naar Afrika bracht maar een mangroveproject. Lees hier meer over het project.

Over de mangroves hebben we de afgelopen weken niet zo gepraat. Dat project moest nog beginnen. Wel over de watersnoodramp een jaar geleden. Die zorgde in het gebied waar ik was, de zuidkust, voor heel veel ellende. Zo’n 800.000 mensen raakten dakloos en honderden mensen verdronken, vooral kinderen en ouderen. Er brak cholera uit en bijna iedereen verloor alles wat hij bezat. Ik wist er niks van, en ik geloof niet dat er erg veel mensen ter wereld zijn, die de watersnoodramp van Benin scherp op het netvlies hebben. Het is een van de vergeten verhalen.

Nog steeds proberen de mensen er boven uit te komen. Niet makkelijk, want ze hebben geen rooie cent. Ze zijn voor hun inkomsten afhankelijk van de visvangst, maar de vis is schaars. Enerzijds door het verdwijnen van de mangrovebossen, anderzijds doordat veel vissen zijn weggespoeld naar zee met de overstroming. En omdat de vis zo schaars is, worden zelfs de allerkleinste bliekjes gevangen, waardoor de vis zich ook niet kan ontwikkelen.

Mensen zijn blij als ze een maaltijd per dag hebben. Cameraman Joseph en ik volgden ruim een week twee families in het getroffen gebied. De leefomstandigheden zijn schokkend. Niet alleen slapen veel mensen opeen gepakt in kleine hutten, de hygiënische omstandigheden zijn verre van ideaal. Een wc is er niet. Wassen, plassen en poepen gebeurt allemaal in dezelfde rivier Ouémé. En het rivierwater wordt ook gebruikt om te koken. En overal scharrelen kippen, kuikens, varkens en kinderen. Vooral de kinderen zijn een plaag. Elke keer als we wilden filmen of een foto wilden maken, sprong er een kluwen kinderen voor de camera. Soms leverde dat prachtige plaatjes op, maar het was lastig als je een sereen landschap, een idyllisch huis, of geheel iemand anders in beeld wilde brengen.

Vooraf hadden ze gevraagd of we niet een paar dagen in een dorp wilden doorbrengen. Ik heb toen erg getwijfeld. Het levert ongetwijfeld meer kennis en inzicht op, dan af en toe langswippen, zoals we nu deden. Maar aan de andere kant: er was geen elektra. Hoe konden we onze apparatuur opladen? Uiteindelijk besloten we het niet te doen. Maar misschien, als we er weer een keer komen, dat we het wel doen. Ik moet er alleen niet aan denken te worden uitgenodigd voor het eten....

De situatie lijkt uitzichtloos. Zeker ook voor de jongeren. Veel kinderen gaan niet naar school, en van degenen die wel naar school gingen, zitten de meesten nu thuis omdat er na de overstromingen geen schoolgeld betaald kan worden. Er wordt gezocht naar alternatieve manieren om inkomsten te generen, maar visvangst zit de mensen al generaties lang in het bloed.

Ik kende Benin niet, was er voor de eerste keer. Het landschap waar ik was, bij de rivier de Ouémé deed soms Hollands aan. Groene vlakten, veel water, weidse horizon. Maar in plaats van dure villa’s, staan hier armzalige hutten op palen langs de oevers van de rivier.

Joseph en ik hebben snoeihard gewerkt. Vaak begonnen we om zes uur ’s ochtends en waren we pas rond middernacht klaar. Het is niet alleen het bezoek aan de dorpen, de interviews. Als je dat gedaan hebt, moeten alle foto’s en filmopnamen worden gedownload en geclassificeerd. Alle accu’s moeten opgeladen. Er moet een blog worden geschreven en er werd ook getwitterd.

Afgelopen week bood een beetje respijt. We zouden een paar dagen bij de president van Benin verblijven. Een interview met hem hebben, praten met zijn vrouw. En met zijn persoonlijk assistent door het land toeren. Dat ging mooi niet door. We hebben twee dagen in wachtkamers doorgebracht en het daarna opgegeven. Zo hadden we tijd om het script te maken voor de documentaire die maken over het kustgebied.

Nu zit ik op het mooiste terras van Cotonou, het terras van Hotel du Lac.. Joseph is gisteren terug naar Zuid-Afrika gegaan, ik vertrek vannacht met het vliegtuig. De bagage is gepakt, ik ga zo even afrekenen. Morgen ben ik weer in Frankrijk, in de Corrèze. Alwaar in ons huis familie en vrienden zich hebben verzameld. Voor een paar gezellige dagen. Ik hoop dat ik niet na het eerste glas wijn in slaap donder.