Niets te kiezen in Rwanda

Eerder verschenen: Vrij Nederland, 2008

Niets te kiezen

Schuld en democratie in Rwanda

Ze zouden hebben toegekeken bij slachtpartijen. Ze zouden hebben geplunderd, verkracht, gemoord. De beschuldigingen tegen de soldaten van het Franse leger liegen er niet om. De Franse regering van François Mitterand was volgens het rapport dat op 5 augustus in Rwanda werd gepresenteerd al in 1992 op de hoogte van de Hutu-plannen om de 'Tutsi-kakkerlakken' uit te moorden. De Fransen trainden Hutu-milities (Interahamwe) en ondersteunden het Hutu-regime met geld en wapens. Rwanda dreigt nu drieëndertig Fransen met een proces, onder wie toenmalig premier Édouard Balladur en Alain Juppé, indertijd minister van Buitenlandse Zaken. Het officiële standpunt van het Élysée is dat de Franse overheid niets te verwijten valt. Maar veel Fransen vinden dat Parijs de beschuldigingen nu eindelijk eens moet onderzoeken.

Dat zal lastig worden want Rwanda is een dictatuur en het regime van de oud-rebellenleider en Tutsi Paul Kagame en zijn Rwandees Patriottisch Front (RPF) houden niet van kritische geluiden. Het rapport werd opgesteld in opdracht van de Tutsi-regering en het is niet ondenkbaar dat de getuigenverklaringen in het rapport zijn gemanipuleerd.

Gedempte kritiek

De parlementsverkiezingen op 15 september kennen ook hun eigen waarheid. De door Tutsi's gedomineerde regeringspartij RPF krijgt alle ruimte in de media. De oppositie komt in de pers nauwelijks aan het woord - de meeste oppositieleden zijn trouwens naar het buitenland gevlucht. Victoire Ingabire Umuhoza zit met haar UDF-Inkingi (United Democratic Forces) in Nederland. Omdat elke Hutu-man bij voorbaat het stempel draagt van Tutsi-moordenaar, lijkt een vrouw als leider een verstandige keuze. Umuhoza: 'Alle schuld wordt door het huidige bewind bij de Hutu's gelegd. Maar de situatie werd door veel mensen voor hun eigen belang gebruikt. Tutsi's hebben Hutu's vermoord, Hutu's hebben Tutsi's vermoord, en Tutsi's en Hutu's hebben zelfs hun eigen mensen vermoord.' Het is onmogelijk om vanuit Nederland een rol te spelen in de Rwandese verkiezingen, zegt ze. 'In Rwanda hebben alleen de Tutsi-overwinnaars het voor het zeggen. Mensen met een andere mening worden stelselmatig monddood gemaakt. De verkiezingen zijn een farce.'

Bij de presidentsverkiezingen van 2003 kreeg Paul Kagame vijfennegentig procent van de stemmen en op 15 september zal het niet veel minder zijn. Toch zal ook dan de kritiek van de westerse waarnemers gedempt worden gebracht. De situatie in het land is tenslotte stabiel, de economie is terug op het niveau van voor 1994, de wegen zijn gerepareerd en Kigali is zo ongeveer de veiligste hoofdstad van Afrika. Maar het is vooral uit schuldgevoel voor het falen van de internationale gemeenschap in 1994 dat Paul Kagame met zijden handschoenen wordt aangepakt. Hij buit dat ook volledig uit. Elk jaar neemt hij de herdenking van de genocide op 6 april te baat om uit te varen tegen kritische buitenlanders. 'Waar waren jullie in het voorjaar van 1994 toen achthonderdduizend van onze mensen werden vermoord?' is dan steevast zijn retorische vraag.

Rechtspraak van de overwinnaar

'Jean Baptiste' (een gefingeerde naam, hij durft zijn echte naam niet te geven) vluchtte enkele weken geleden naar België. Hij is één van de 'baarlijke duivels', zoals de leden van de Rwandese mensenrechtenorganisatie Liprodhor door het regime worden aangeduid. Baptiste was een van de weinige leden van Liprodhor die tot voor kort nog in Rwanda zelf durfde te werken. Baptiste: 'Uiteindelijk werd ook mij het werken onmogelijk gemaakt. Ik werd afgeluisterd, gevolgd door de inlichtingendienst en ervan beschuldigd dat ik propagandist was van de genocide.'

Dit voorjaar werd een wet aangenomen die het de Rwandezen verbiedt om het nog over 'Hutu's' en 'Tutsi's' te hebben. Deze al dan niet oprechte poging van Kagame om de Rwandese eenheid te bevorderen, is gedoemd precies het omgekeerde te bewerkstelligen. Jean Baptiste: 'Het is onmogelijk om in Rwanda níet in etnische termen te denken. De Rwandese maatschappij en onze hele geschiedenis zijn er van doordrenkt. Hutu's en Tutsi's bestáán.'

De wet maakt ook de zoektocht naar gerechtigheid ingewikkelder. Tutsi's willen dat de moordenaars van hun familie, vrienden en dorpsgenoten worden berecht. Hutu's willen erkenning dat ook Tutsi's en het RPF-bevrijdingsleger van Kagame hebben gemoord, geplunderd en verkracht. Na de genocide werd het internationaal tribunaal in Tanzania opgericht voor de hoogst geplaatste verantwoordelijken. Uiteindelijk werd maar een klein aantal berecht, terwijl in de Rwandese gevangenissen honderdduizend mensen wachtten op een proces. Omdat het via de normale rechtspraak zo'n honderd jaar zou duren om ze allemaal te berechten, werd de lokale volksrechtspraak, de Gacaca, in ere hersteld. In eerste instantie was vooral de internationale gemeenschap enthousiast. Het zou een prachtig instrument zijn voor verzoening in het verscheurde en getraumatiseerde land. Maar al snel werd duidelijk dat alleen de Hutu's voor de lokale rechters moesten verschijnen, en de RPF-militairen vrijuit gingen. Gacaca bleek de rechtspraak van de overwinnaar.

Jean Baptiste: 'Een groot probleem is ook het niveau van de rechters. Velen kunnen niet lezen of schrijven en kennen de wet niet goed, terwijl ze wél iemand voor dertig jaar kunnen vastzetten. De Gacaca wordt bovendien vaak gebruikt om ruzies uit te vechten, mensen worden valselijk beschuldigd, daders worden vrijgesproken. De Gacaca is verworden tot een instrument van wraak dat Rwanda verdeelt.' Er werd wel stevig doorgewerkt. In totaal verschenen tot nu toe één miljoen mensen voor de lokale rechters, en daarvan zijn er achthonderdduizend - tien procent van de totale Rwandese bevolking - berecht.

Mahmood Mamdani, hoogleraar politieke wetenschappen aan de universiteit van Columbia, New York, vindt dat de Rwandezen zich niet stuk moeten bijten op het streven naar gerechtigheid. 'Je kunt niet tot elke prijs recht willen hebben. Het gaat om compromissen, om verzoening. Het gaat om het beantwoorden van de vraag hoe in Rwanda overwinnaars en slachtoffers met elkaar kunnen samenwonen.' Voor de Hutu's betekent dat wel dat de RPF van Kagame moet toegeven dat ook zij heeft geplunderd, gemoord en verkracht op haar bevrijdingstocht van het noorden naar Kigali in 1994. Uit een Frans rapport bleek zelfs dat Kagame verantwoordelijk zou zijn voor het neerstorten van het vliegtuig met daarin de presidenten van Rwanda en Burundi, de crash die het startschot betekende voor de laatste genocide van de twintigste eeuw.

Op hun beurt moeten de Fransen van de regering in Kigali eindelijk erkennen dat ze de genocide hadden kunnen voorkomen. Volgens de Tutsi's hebben de Fransen de Hutu's stelselmatig beschermd, bewapend en gefinancierd. De gespannen verhouding tussen beide landen leidde twee jaar geleden al eens tot het verbreken van de diplomatieke betrekkingen. Hoe Frankrijk op het recente rapport zal reageren, zal voor de verkiezingsuitslag in Rwanda weinig uitmaken. De RPF gaat de verkiezingen van 15 september winnen. De vraag is wat Rwanda daarbij wint.