

In een rapport van het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties wordt gesteld dat de RPF (Rwandees Patriottisch Front), tussen 1996 en 1998 zich waarschijnlijk schuldig heeft gemaakt aan genocide, samen met de Alliantie van democratische krachten voor de bevrijding van Congo (AFDL), een alliantie van ex- president Laurent Kabila en zoon Joseph Kabila, de huidige president. DE AFDL is door Rwanda in het zadel geholpen. Het gaat om een concept-rapport dat nog door de VN besproken moet worden.
Het VN rapport van 600 pagina's zegt dat het gaat om systematische aanvallen op Hutu-vluchtelingen die kunnen worden gekwalificeerd als genocide. Overal waar Hutu's werden ontdekt, zijn ze vermoord. Genocide kan niet verjaren. Het rapport is geheim, maar circuleert al een poosje in de regio. Publicatie werd tegengewerkt door Rwanda en Congo. Zowel president Kagame van Rwanda als president Joseph Kabila vrezen dat dit hun carrieres zal schaden. Kagame is net herkozen als president, in Congo zijn volgend jaar presidentsverkiezingen.
Een betrokkene bij het rapport sprak over 'planmatige eleiminatie van Hutu-dorpen.' Verder behandelt het rapport verkrachtingen, geweld en plunderingen. Het bevat 500- 600 schendingen van de mensenrechten, met een minimum van 50 slachtoffers per keer, meer dan 1500 getuigen zijn verhoord.
Na de genocide in Rwanda (1994) die zo'n 800.000 Tutsi's en gematigde Hutu's het leven kostte, vluchtten een miljoen Hutu's naar buurland Congo. Daar kwamen ze vooral in kampen in oostelijk Congo terecht, rondom Goma. Ook zochten leden van de Interahamwe (Hutu-moordeskaders) een goed heenkomen in Oost-Congo. Nederland en Canada wilden troepenmachten sturen na de genocide, maar de VN wilde dat niet.
Het rapport kon er komen dankzij onder andere financiële steun van Nederland en Engeland (Mapping Justice Congo).
Bronnen:
De Standaard, 26 augustus
NRC Handelsblad 26 augustus
Le Monde 26 augustus