Wat is de Gacaca nou echt?

Dinsdag 1 november

Gisteren was een 'vrije' dag voor Ingabire. Een Rwandese advocaat werd gisteren begraven en uit respect bleef het hooggerechtshof een dag dicht. Het proces wordt vandaag vervolgd. 

Ondertussen is de Gacaca officieel goedgekeurd door de National Commisson for Human Rights (NCHR), zo kunnen we lezen in The New Times. Dit is een landelijk orgaan, dat min of meer onafhankelijk van de overheid zou moeten opereren, zoals de Ombudsman bijvoorbeeld. Maar in Rwanda is het ontzettend moeilijk, zo niet ondoenlijk, om onafhankelijk van de overheid te opereren. De Gacaca zijn de volksrechtbanken die werden ingesteld na de genocide in 1994, voor de miljoen verdachten. De gevangenissen puilden uit na de genocide en de gewone rechtbanken konden alle zaken niet uit. Het zou tientallen jaren duren voor iedereen zou zijn berecht. De Gacaca vindt plaats in de eigen omgeving van de verdachte. Rechter is ook iemand uit de regio. In het begin leek het een goed idee, maar al snel kwamen de grenzen van de Gacaca naar voren. Rechters waren onvoldoende gekwalificeerd en vaak werd devolksrechtbank gebruikt om oude vetes of ruzies te beslechten. Ook gebruikte de overheid de Gacaca om critici de mond te snoeren.

Volgens de NCHR zorgde de Gacaca voor eerlijke processen van genocide verdachten. Daar denkt Human Right Watch overigens wat genuanceerder over. Zij kwamen eerder dit jaar met een eigen evaluatie van de Gacaca

Woensdag 10 augustus

De gacaca, de volksrechtbanken in Rwanda hebben nog maar 54 zaken te behandelen, zo meldt de New Times van vandaag in het hoofdartikel trots. Eind dit jaar moeten al deze zaken zijn afgehandeld en moet er ook een evaluatie liggen over het functioneren van deze volksrechtbanken. Die werden ingesteld na de genocide in 1994 omdat de gevangenissen uitpuilden en de normale rechtbanken het aantal verdachten van genocide niet binnen een redelijke termijn konden behandelen. Alleen de ergste genocide-verdachten werden door het tribunaal in Arusha berecht.

In het begin leek de gacaca dé oplossing: de gevangenissen en de gewone rechtbank werden ontlast en de mensen werden in hun eigen omgeving berecht, door mensen die ze kenden. Maar al snel bleek dat het de gacaca-rechters vaak aan kennis ontbrak en dat de gacaca ook gebruikt werd om oude en nieuwe vetes uit te vechten. Daarbij kwam dat er uitsluitend Hutu-verdachten van genocide terecht stonden. Geen enkele Tutsi heeft voor een gacaca gestaan. Hierdoor werd de gacaca beslist geen instrument voor verzoening, integendeel. Het wakkerde het ongenoegen bij de Hutu's over deze overwinnaars rechtspraak verder aan.

Daarnaast gebruikte ook de Rwandese overheid de gacaca om appeltjes te schillen met mensen die zij te kritisch vond. Wat is er makkelijker om iemand te beschuldigen van genocide? Bewijs kun je krijgen door getuigen om te kopen, of om bewijs te vervalsen. Maar vaak was het al voldoende om de rechters te laten merken dat een veroordeling op prijs werd gesteld.

Nederland heeft bijgedragen aan de gacaca. We hebben onder meer gacaca-rechters opgeleid. Nederland doet dit soort dingen met de beste bedoelingen. Maar heeft geen idee wat ze werkelijk doet: ze legitimeert een rotte rechtspraak.