Persvrijheid in Rwanda: trauma van 1994

Maandag 9 mei 2016

Tijdens het lezen van Bad News van de Amerikaanse journalist Anjan Sundaram voelde ik me weer helemaal in het Rwanda van 2010 tijdens de presidentsverkiezingen. Een collega bleek geen collega, maar lid van de inlichtingendienst; mannelijke collega’s vertelden over een schone mevrouw die zich aanbood in ruil voor informatie; kijken over je schouder werd een gewoonte. Als we in de persbus zaten, voelde ik de onderhuidse tochtstromen: wie is te vertrouwen en wie niet? En dat gold voor alle kampen. Nadat ik een aantal keren bij Ingabire thuis was geweest wist ik het zeker: ik werd gevolgd en mijn hotelkamer was minstens één keer doorzocht.

Het jaar van de verkiezingen was voor journalisten een gruweljaar (Zie oktober 2010 en juli 2010): kritische media werden geschorst, kritische journalisten moesten vluchten en een journalist werd zelfs vermoord.

Twee jaar geleden was ik in Kigali tijdens de Dag van de Persvrijheid. Een keurig geregisseerde dag met speciale persvrijheid T-shirts, waarbij zelfs een enkele kritische vraag gesteld mocht worden aan de controleurs van de media. Fred Muvunyi was toen nog hoofd van de Rwanda Media Commission, een soort zelfregulerend orgaan. Anderhalf jaar later ontmoette ik hem in Amsterdam. Hoewel groot fan van Paul Kagame, moest hij vluchten omdat hij vond dat de BBC weer gewoon moest kunnen uitzenden. Zie 24 augustus 2015.

Een paar weken geleden kwam het rapport uit van Reporters without Borders, dat Rwanda plaatste op nummer 161 van de landenlijst. Nu is er een nieuwe lijst van Freedom House. Rwanda staat hier op nummer 171. Burundi overigens staat nog eens twee plaatsen lager. Op beide lijsten staat Eritrea op de laatste plaats.

Journalisten in Rwanda kunnen hun werk niet doen. De afgelopen jaren zijn de restricties alleen maar groter geworden en in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2017 zal de repressie alleen maar toenemen. Dit jaar kreeg ik de Victoire Ingabire Umuhoza prijs voor vrede en democratie. Dit najaar geef ik hem door aan de journalisten in Rwanda.

Morgen: een verschrikkelijk verhaal over een Burundese diplomaat.


Maandag 24 augustus 2015

Hoog bezoek

Vorige week bracht een kleine delegatie van Nederladse parlementariers een bezoek aan Rwanda. Ze wilden met eigen ogen zien of Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba uitgeleverd konden worden. Een prijzenswaardig, maar volstrekt wereldvreemd initiatief.  als je denkt dat je vanaf een rode loper, omringd door officials de werkelijkheid kunt benaderen. Christen Unie kamerlid Joel Voordewind had een pittig gesprek met de president, zo smste hij onder het kopje ‘vertrouwelijk’ aan een goede vriend. Twee minuten later had Voordewind het vertrouwelijke bericht toch ook maar getwitterd.

Terwijl de delegatie boodschappen deed in Rwanda, sprak ik met Fred Muvunyi in de Eerste Klas op het Amsterdamse centraal station. Fred is journalist en was de afgelopen jaren de directeur van de Rwanda Media Commission. Hij ontvluchtte in mei het land omdat hij vond dat BBC-radio weer gewoon moest kunnen uitzenden. Die zender was namelijk sinds dit najaar de BBC een kritische documnentaire over Rwanda had uitgezonden. De documentaire had naar verluidt schuim op de lippen gebracht van president Paul Kagame. Fred vindt ook dat een derde termijn van de president niet goed is voor het land. Voor alle duidelijkheid: Fred is geboren in Oeganda, een Tutsi en een bewonderaar van zijn president.

Terwijl een klein deel van de delegatie oppositieleidster Victoire Ingabire de hand drukte binnen de muren van gevangenis 1930, werd ik gebeld door haar echtgenoot. Speciaal voor dit bezoek was het zwart van de ramen gehaald en had ze haar boeken weer terug. Later die dag kreeg ik een bericht van haar vicevoorzitter uit Rwanda: de gevangenisdirecteur had een aantal keren flink gejokt tegen de delegatie, en Ingabire had hem ten overstaan van de twee Nederlandse Kamerleden gecorrigeerd. Ingabire zit een straf uit van 15 jaar. Officieel onder meer vanwege ontkenning van genocide, niet officieel omdat zij een politiek tegenstander is van president Paul Kagame, al wil Nederland dat nog steeds niet hardop zeggen.

Terwijl de delegatie aan een luxe hotel ontbijt zat, bezocht ik Jean Claude Iyamuremye in zijn gevangenis in Krimpen aan de IJssel. Zijn tweejarig zoontje Roy zong vrolijk ‘Olifantje in het bos’, terwijl we over Iyamuremyes zaak spraken. ‘Als ik wordt uitgeleverd, dan is het voor mij het einde. Ze laten me rotten in een cel daar in Rwanda. Dat nooit.’ Iyamuremye weet waarover hij praat: Rwandese advocaten hebben geen ervaring met complexe zaken, ze krijgen geen geld voor goed onderzoek ,zegt onze eigen Nederlandse Martin Witteveen die het Rwandese openbaar ministerie adviseert. Hij vertelt niet dat de advocaten nauwlettend in de gaten worden gehouden.

Terwijl de delegatie foto’s maakte van breed lachende kindertjes in een vluchtelingenkamp, sprak ik met Amnesty International. Zij bereiden een brief voor waarin ze hun zorgen uitspreken over de mogelijke uitlevering van Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba.

Paul Kagame is misschien wel een van de slimste leiders ter wereld. Hij weet in ieder geval als geen ander hoe hij Rwanda moet presenteren aan een internationale wereld, die hij ten diepste haat. Ik durf te wedden dat niemand van de delegatie een slechter beeld van Rwanda heeft gekregen. 

Paul Kagame is ook een vechter. Als Voordewind zegt dat hij een pittig gesprek heeft gehad met hem, dan kunnen we dat gerust met een fikse korrel zout nemen. Mensen die een echt pittig gesprek met Kagame hebben gehad, komen op zijn minst uit dat gesprek met een paar blauwe ogen. Kagame houdt namelijk van de daad bij het woord als hij boos is.

Maar misschien ben ik te pessimistisch. Ik hoorde dat Joel Voordewind ook had gesproken met een Rwandees die vorig jaar is uitgezet en dat hij nu met zijn Nederlandse advocaten wil praten. 

Oh ja, en voor ik het vergeet: 4 oktober is president Paul Kagame in ons land voor de Rwanda-dag. Wie goede ideeën heeft om deze dag positief te benutten: mail me. Wie de president met eigen ogen wil zien, kan zich hier opgeven: http://www.rwandaforum.eu/denhaag2015/indexphp/events/1-den-haag-2015. Tenminste, dat kon, want toen ik het net probeerde, werkte de link niet meer. Wat is hier nu weer aan de hand?

 Maandag 18 augustus 2014

Media moeten verontschuldigingen aanbieden aan  Vicoire Ingabire

Allereerst een excuus over de weinige bijdragen de afgelopen week. Ik ben bijna de hele dag aan het schrijven aan HET BOEK en merk dat er dan geen energie is voor andere schrijfsels. Dat boek MOET, ik heb er al subsidie voor gekregen en die subsidie is al helemaal op, dus subsidie teruggeven als het boek er niet komt, dat lukt dus niet. En dus wordt er nu hard geschreven, zelfs vrienden zijn de dupe: geen tijd. Overigens vind ik het wel heel leuk om te schrijven over Vicoire, Sylvestre en mijn belevenissen in het Grote Merengebied. 

Gelukkig krijg ik van allerlei kanten informatie toegestuurd. Zo ook weer eergisteren. De Rwanda Media Council,een commissie waar je terecht kan met klachten over de media, maar die ook journalisten accrediteert, oordeelde dat een krant (Umusingi), een radiostation (Radio One) en een internetsite (Radio Paparazzi) publiekelijk hun verontschuldigingen moeten aanbieden aan Victoire Ingabire. Ze hadden namelijk de goede naam van Ingabire bezoedeld. Ze publiceerden een foto van Vinctoire met een kind in haar armen, gemaakt tijdens internationale vrouwendag, met daarbij de tekst dat Ingabire het kind door hekserij wilde vergiftigen. Absolute nonsens, maar schadelijk voor haar naam en dus dienden Ingabire een klacht in. Die klacht werd opgepikt door de gloednieuwe RMC (opgericht in september 2013) en na een hoorzitting vorige week waarin de drie media en de advocaat van Ingabire werden gehoord, oordeelde de commissie dus dat verontschuldigingen meer dan op zijn plaats waren. 

Prachtig, zou je denken in een land waar het niet zo nauw genomen wordt met persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. Maar zo simpel is het niet. De krant Umusingi was namelijk de afgelopen jaren meermalen doelwit van de Rwandese autoriteiten. Directeur Nelson Gatsimbazi werd in december 2010 beschuldigd van samenwerken met staatsvijanden en vluchtte in 2011 het land uit omdat hij zou worden gearresteerd vanwege divisionisme. Redacteur Stanley Gatera werd in 2012 veroordeeld van divisionisme voor een opiniestuk dat verscheen in zijn krant, maar dat hij niet zelf had geschreven. Hij kwam dit voorjaar vrij en werd bijna tegelijkertijd weer opnieuw gearresteerd na een interview met Al Jazeerah, waarin ook Paul Kagame aan het woord kwam. De president was boos op Gatera, volgens hem was hij geen echte journalist. Gatera werd van corruptie beschuldigd. Hij zag de bui hangen en vluchtte ook het land uit. 

Het is dus vreemd dat een dergelijke krant zomaar een artikel overneemt dat oppositieleider Ingabire zwart maakt. Het lijkt er op dat met publicatie van dit artikel er twee vliegen in een klap worden geslagen: bezoedeling van Ingabire en beschadiging van de krant Umusingi. Hoe het zit met de andere twee media, weet ik niet. Daar heb ik niets over kunnen vinden; hun websites zijn in kinyarwanda. Wie meer van hen weet, kan me altijd mailen!

Dan hebben we ook nog de nieuwe commissie. Ingesteld september van dit jaar naar aanleiding van nieuwe regels die weer zijn opgesteld door de Rwandese autoriteiten. Het is een reglement dat de wenkbrauwen doet fronsen, want het wordt als de primaire taak van jorunalisten gezien om over vrijetijd en cultuur te berichten. Het doet weinig tot niets om de onafhankelijkheid van de journalist te stimuleren. 

De RMC doet alle mogelijke moeite ons er van te overtuigen dat ze onafhankelijk is en de strafmaatregel voor de drie media zou daarvan een bewijs moeten zijn. Maar deze RMC heeft verantwoordelijkheden die weinig verenigbaar zijn: ze moeten de persvrijheid bewaken, ze moeten journalisten accrediteren, ze moeten nieuwe media inschrijven, ze moeten journalistieke professionaliteit en integriteit stimuleren en ze fungeren als klachtencommissie. Volgens Fred Muvunyi, journalist en voorzitter van de RMC zal de commissie zich vooral gaan richten op journalistieke professionaliteit en ethiek.

Hoe een en ander zal gaan met de Media High Council die vroeger deed wat de RMC nu doet, is een verrassing. Globaal gezegd gaat de RMC nu over de inhoud en de Media High Council over de organisaties. De RMC kan geen strafmaatregelen uitvaardigen, alleen adviseren, in tegenstelling tot de MHC die wel kan straffen. 

Woensdag 2 mei

En weer is een journalist gearresteerd in Rwanda vanwege genocide getinte uitspraken op de radio. Volgens de New Times zou hij dit tijdens een nieuwsuitzending op 22 april hebben gezegd'… de overlevenden van de 1994-genocide zeggen dat ze in harmonie leven met de overlevenden, maar de bewoners van de Karama parochie in het Hue district zeggen dat ze niet gelukkig zijn met de manier waarop ze leven omdat hen nooit is getoond waar de resten van hun familie zijn gebleven.'

Het is een uitspraak die enige toelichting verdient. Volgens de Rwandese wet zijn uitsluitend Tutsi's slachtoffer geweest van de genocide. Het heet dan ook officieel: de Genocide tegen de Tutsi's. Maar iedere Rwandees weet dat ook Hutu's het leven lieten. Ze weten het omdat ze zelf Hutu familieleden, buren of vrienden verloren. In totaal werden tijdens de genocide tussen de 800.000 en 1 miljoen Rwandezen afgeslacht. Voor de Tutsi-slachtoffers werden monumenten opgericht, en zo mogelijk werden ze herbegraven. Hutuslachtoffers kregen die eer niet. Integendeel. Hun resten liggen nog steeds op onbekende plekken en de moordenaars weigeren om de plekken te tonen. En als al bekend zijn waar er resten liggen, dan krijgen mensen geen toestemming voor een herbegrafenis. Dat nu doet veel Hutu's pijn. Het feit dat ze hun nabestaanden niet de laatste eer kunnen bewijzen, grieft hen misschien nog wel het meest van alles. Bedenk dan dat vóór de genocide radiostations als Milles Collines opriepen tot haat tegen de Tutsi's, dat president Paul Kagame fobisch is als het gaat om media en haatzaaien, dat 80 procent van de Rwandese bevolking Hutu is en je snapt dat dit een explosieve zin is in Rwanda. Waarmee ik niet wil zeggen dat de journalist het niet had mogen doen. Integendeel. Het is het regime dat spastisch omgaat met haar geschiedenis, zodat wonden steeds maar weer worden geopend. Als iedere Rwandees werd toegestaan de nabestaanden uit de genocide te eren met een laatste rustplaats, zou dat het begin zijn van verzoening.

De journalist in kwestie, Epaphrodite Habarugira, werkte tot zijn arrestatie voor het radiostation Huguka, dat uitzendt vanuit het district Muhanga, ten westen van Kigali. Hij moet doodsbenauwd zijn, hij weet dat er hoge straffen worden uitgedeeld voor dit soort uitspraken aan journalisten. Hij verklaarde dan ook eerst dat hij dronken was toen hij het nieuws las. Het regime was niet erg alert, het duurde twee dagen voor ze Habarugira arresteerden. Zijn baas is wellicht nog banger, hij ontsloeg zijn journalist op staande voet. Vandaag moet hij voorkomen om te horen of hij op borgtocht vrij mag.

Woensdag 4 april

Gisteren werd een wet aangenomen in Rwanda die op papier de Rwandese media meer persvrijheid geeft. Iedereen weet: het is een papieren tijger, vanwege een nieuwe toezichthoudende organisatie een paar clausules. De belangrijkste is wel dat de president kan bepalen of informatie 'geheim' is en dus niet kan worden gebruikt. Met name de rechtspraak, regeringsoverleg en besloten bijeenkomsten van het parlement worden afgeschermd. Dat zijn nou juist de leukste plekken om nieuws te halen voor een journalist. Het zijn ook de plekken waar 'gelekt' wordt door politici die denken daardoor een bepaald voordeel te halen. En daar is de regering erg bang voor. 

In Rwanda ligt persvrijheid erg gevoelig. Sommige media wakkerden  in 1993 en 1994 de haat tussen de Tutsi's en de Hutu's aan, en worden gezien als medeschuldigen aan de genocide die aan een miljoen Tutsi's en gematigde Hutu's het leven kostte. Het bekendste voorbeeld is Radio Milles Collines. Het noemde Tutsi's kakkerlakken die moesten worden gedood. President Kagame heeft een bijna traumatische angst dat meer vrijheid voor de pers zal leiden tot nieuwe haatzaai campagnes. Die traumatische angst leidt er toe dat in Rwanda al heel snel iets tot haatzaaien wordt bestempeld. Er zitten dan ook journalisten met fikse vrijheidstraffen in de gevangenis die in hun krant 'haat zouden hebben gezaaid'. Alle kritische media worden bestempeld als haatzaaiers en divisionisten.

Over twee dagen wordt de start van de genocide herdacht. Op 6 april 1994 werd het vliegtuig neergehaald met daarin onder meer de Rwandese en Burundese president. Er zijn aanwijzingen dat Paul Kagame, toen leider van de RPF, achter de aanslag zat. Recent onderzoek pleit Kagame min of meer vrij, maar bij het onderzoek worden grote vraagtekens gezet.  

Maandag 20 februari 2012

RWANDA - Op papier meer persvrijheid

Op papier maakt Rwanda mooie stappen richting meer persvrijheid. Afgelopen jaar werd een wet aangenomen die journalisten meer armslag kan geven. Gisteren kozen 200 Rwandese journalisten een nieuw bestuur voor hun journalistenvakbond. Op papier ook mooi. 

Hoe goed het met de échte vrijheid van meningsuiting staat, blijkt uit de keuze. Voorzitter werd een van de belangrijke mannen van his masters voice, dagblad The New Times, de twee vice-voorzitters kwamen van de staatstelevisie en de staatsradio. Je mag in Rwanda alles zeggen, als je maar niets ten nadele van de president, zijn beleid, zijn handelen, zijn organisaties, zijn bedrijven, zijn vrienden of zijn familie zegt. Nou dan krijg je dus een krant die elke dag zingt van de goede daden van haar president, een televisie met alleen maar (Chinese) soaps, saaie hoofden of mooie plaatjes van het land en een radio die onschuldige lokale deuntjes uitzendt. Inderdaad, precies wat de drie belangrijkste mensen van de journalistenvakbond de Rwandese bevolking dag in dag uit voorschotelen. 

Wie geen andere informatie krijgt, weet het zeker: Rwanda is het aardse paradijs. Dat de werkelijkheid er wat anders uitziet, moet komen van bronnen die door president Kagame consequent als extremisten, terroristen en leugenaars worden aangeduid. Hij heeft het dan over kritische kranten als Umuvugizi, maar ook over Human Rights Watch, Amnesty international, of expertteams van de Verenigde Naties. Die bronnen vertellen over de moord op Rwandese burgers in Oost-Congo door de mensen van president Kagame, over de armoede in het land, over journalisten die worden vervolgd, over doodseskaders, over de oppositie die wordt vermoord of in het gevang gegooid. Die bronnen worden dan ook geweerd uit Rwanda. Human Rights Watch moest maken dat het wegkwam na een scherp rapport en kritische journalisten uit het buitenland krijgen geen visa. De hoofdredacteur van Umuvugizi voelt zich zelfs in Zweden niet veilig en dook vorige maand onder.  

Overigens had de advocaat van oppositieleider Victoire Ingabire een aardige aanvaring met de Rwandese ambassadrice in Den Haag. Lees er meer over in Rijswijk Helaas.D insdag 22 februari 2011

Soms is his masters voice New Times werkelijk hilarisch. Zoals vanochtend. Het hoofdartikel spreekt trots over vlekkeloos verlopen lokale verkiezingen. Zo'n vijf miljoen mensen hebben gisteren gestemd voor hun districtsbestuur. Hoe vlekkeloos de verkiezingen zijn verlopen, lezen we twee artikelen verder. Daar staat dat vier mensen van een stembureau in de kraag zijn gevat omdat ze stembiljetten hadden gepikt. Ze werden gesnapt met maar liefst 16 biljetten in hun zak. Volgens de politie wilden de vier de stembiljetten gebruiken voor hun favoriete kandidaat. En in de Oostelijke Provincie, zo lezen we in dezelfde krant, zijn tien mensen opgepakt omdat ze knoeiden met de stemmen. De krant weet het toch positief te brengen: de malversaties zijn een teken van stevige concurrentie tussen de kandidaten. 

Donderdag 16 februari

Rwanda: Journalist Gasasira weer opgedoken

De journalist Jean Bosco Gasasira is weer opgedoken. Sinds 11 januari had niemand meer van hem gehoord, ook de website van zijn kritische krant Umuvugizi werd niet bijgehouden. De site African Dictators sprak met Gasasira. Die vertelde dat hij was ondergedoken uit vrees voor zijn leven. Het zou niet de eerste keer zijn dat er geprobeerd is Gasasira te vermoorden. In 2007 probeerde een doodsescader van president Paul Kagame het voor de eerste keer, aldus Gasasira. Hij vluchtte voorjaar 2010 uit Rwanda nadat zijn krant voor maanden werd geschorst. Ook in het buitenland was hij niet veilig: in augustus 2010 werd geprobeerd hem te ontvoeren en in september 2010 werd geprobeerd  Gasasira te vergiftigen. Zomer 2010 werd een van zijn redacteuren doodgeschoten in hoofdstad Kigali. 

Volgens Gasasira zijn de doodseskaders van Kagame niet alleen naar hem op zoek maar naar alle critici van het regime. Overigens kon hij in het vraaggesprek niet duidelijk maken waarom hij dacht dat het om mannen van Kagame zou gaan.

Vrijdag 3 februari 

De in ballingschap levende hoofdredacteur van de Rwandese krant Umuvugizi is zoek. Voor zijn leven wordt gevreesd, zo meldt Jambonews. Jean Bosco Gasasira woont in Zweden, van hem is sinds 13 januari niks meer gehoord. De laatste publicatie op de site van de krant dateert van 11 januari. 

Gasasira vluchtte vorig voorjaar uit Rwanda nadat zijn krant een aantal maanden niet meer mocht verschijnen. De papieren krant ging online verder. Twee maanden voor de presidentsverkiezingen, vorig jaar werd een van de redacteuren vermoord. Jean-Leonard Rugambage was bezig met een verhaal over de vroegere kameraad van president Paul Kagame, generaal Kayumba. Kayumba was naar Zuid-Afrika gevlucht en kreeg daar te maken met een moordaanslag. Volgens Rugambage zat Kigali hierachter.

Gasasira werd in juni dit jaar veroordeelt tot 2,5 jaar gevangenisstraf wegens belediging van de president en het oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid. De straf werd uitgesproken zonder dat Gasasira aanwezig was. Hij was niet van plan snel naar Rwanda te gaan. Niet alleen omdat hij niet de gevangenis in wil, maar omdat hij vreesde voor zijn leven. Volgens Jambonews voelde Gasasira zich ook in Zweden niet veilig. Hij verhuisde regelmatig en vertelde aan bijna niemand zijn adres.

De kritische krant Umuvugizi is vaker niet dan wel te lezen op internet in Rwanda, zeker sinds de krant ook verscheen in een Engelse editie.

Persvrijheid is ver te zoeken in Rwanda. Journalisten kunnen makkelijk van haatzaaien worden beschuldigd en en voor jaren achter slot en grendel worden gestopt. Juist deze week stonden twee journalisten wederom voor de rechter om herziening van hun vonnis te vragen. Hoofdredacteur Agnes Nkusi Uwimana en verslaggeefster Saidath Mukakibbi van de krant Umurabyo werden vorig jaar februari veroordeeld tot straffen van respectievelijk 17 en 7 jaar wegens bedreiging van de staatsveiligheid, het ophitsen van de bevolking en belastering van de president. Het zijn ontzettend hoge straffen, ook Nederland protesteerde tegen de hoogte. Beide journalisten ontkennen dat zij de intentie hadden de bevolking op te hitsen en de president zwart te maken. Mukabibbi zei deze week tegen de rechter dat ze gewoon haar werk als journalist had gedaan en in een aantal artikelen oude regimes vergeleek met het huidige. Daarbij kon ze alleen maar concluderen dat de zaken er nu slechter voorstonden. Dat is journalistiek en heeft niets te maken met het belasteren van de president, vertelde ze. Dappere vrouw!


22 december 2010

Intussen gaat Rwanda verder met het criminaliseren van ieder die kritiek heeft op het regime. Lees hier in 'Pravda' New Times hoe critici worden uitgemaakt voor genocidairs en gezochte vluchtelingen. De Rwandese overheid probeert de laatste maanden Rwandezen in het buitenland over te halen tot een geheel betaald bezoek aan Rwanda. Ze worden in de watten gelegd en krijgen vanzelfsprekend een dot propaganda over zich heen, zodat zij eenmaal weer thuis, de blijde boodschap van een prachtig Rwanda kunnen verkondigen. 

10 december 2010

Het VN-mappingrapport fungeert nog steeds als graat in de keel van de Rwandese president Paul Kagame. Het rapport waarin de president beschuldigd wordt van genocide was onderwerp van een tweedaagse conferentie in Rwanda gisteren en eergisteren. De uitkomst: er klopt niets van het rapport, zo staat te lezen in The New Times. De krant laat Aldo Ajello, de voormalige speciale EU-gezant van het Grote Merengebied, uitgebreid aan het woord. Het commentaar van deze ervaren politicus moet met enige reserve worden gelezen: De New Times heeft er een handje van zeer selectief te citeren. Ik ga dus proberen vandaag contact te zoeken met meneer Aldo Ajello.

Dinsdag 28 juni 2011

De onafhankelijke krant Umuvugizi verschijnt sinds 22 juni ook in het Engels op internet. Het Engels is niet perfect, maar prima te begrijpen. De krant bekijkt het doen en laten van de Rwandese overheid met een kritische blik en de hoofdredacteur Jean Bosco Gasasira is over het algemeen uitstekend geïnformeerd. Gasasira vluchtte vorig jaar het land uit, nadat de papieren versie van zijn krant tot na de verkiezingen op 9 augustus niet meer mocht verschijnen. De hoofdredacteur werd begin deze maand veroordeelt tot 2,5 jaar gevangenisstraf wegens belediging van de president en het oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid. De straf werd uitgesproken zonder dat Gasasira aanwezig was. Hij is niet van plan snel naar Rwanda te gaan. Niet alleen omdat hij niet de gevangenis in wil, maar omdat hij vreest voor zijn leven.

Het is gisteren een jaar geleden dat een van zijn redacteuren werd doodgeschoten. Jean-Leonard Rugambage was bezig met een verhaal over de vroegere kameraad van de president, generaal Kayumba. Kayumba was naar Zuid-Afrika gevlucht en kreeg daar te maken met een moordaanspag. Volgens Rugambage zat KIgali achter deze moordaanslag.

De kritische krant Umuvugizi is vaker niet dan wel te lezen op internet in Rwanda. Sinds de krant ook in het Engels uitkomt is hij weer eens geblokt. 

Persvrijheid is ver te zoeken in Rwanda. Journalisten kunnen makkelijk van haatzaaien worden beschuldigd en en voor jaren achter slot en grendel worden gestopt. 

Maandag 20 december Persvrijheid is een ruim begrip in Rwanda. Dat bleek zeker in de aanloop naar de verkiezingen afgelopen jaar. Twee weekbladen werden geschorst in het voorjaar, een aantal journalisten vluchtte en voorlopig dieptepunt was de moord op Léonard Rugumbage deze zomer. Basis voor deze persbreideling is de traumatische angst van president Paul Kagame voor een herhaling van de situatie van vóór de genocide. Toen riepen de media op tot haat; berucht zijn de uitzendingen van radio Milles Collines. 

De verkiezingen zijn voorbij, maar de aanvallen op de meer of minder kritische pers gaan onverminderd door. Zo beschuldigde een van de veiligheidsofficieren van president Kagame, brigadier generaal Richard Butinawa, afgelopen dinsdag een hoofdredacteur van samenwerking met 'de vijand'. Het gaat om hoofdredacteur Nelson Gatsimbazi van de tweemaandelijkse krant Umusingi, een van de laatste onafhankelijke media in Rwanda. De beschuldiging lijkt een aanloop om ook deze krant te schorsen of te verbieden. 

Artikel hieronder vverscheen in Nieuwspoort Niews, december 2010)


Oktober 2010

Ja hoor, journalisten kunnen hier goed werken zegt de collega-journalist van een lokale krant, terwijl we op een van de drukste terrassen van Kigali een biertje drinken. “Maar wil je niet zo hard de naam van Kagame roepen, iedereen kijkt naar ons.”

 “Natuurlijk is er geen persvrijheid” zegt een andere collega-journalist. Dit keer van een Afrikaans radiostation. “Kagame wil absolute controle over wat er over hem, de partij en het land wordt geschreven. Hij haat het dat hij de internationale media niet in de hand heeft.”

 Het beeld van Rwanda als successtory van Afrika begint in een steeds sneller tempo scheuren en gaten te vertonen. Ruim voor de verkiezingen werden kritische journalisten en de echte oppositie uitgeschakeld en mochten drie marionetten zich presenteren als kandidaten voor de verkiezingen. Zij maakten alle drie deel uit van de regering, en maken ook na de verkiezingen weer deel uit van de regering als dank voor hun slecht gevoerde campagnes. Voor de verkiezingen krioelden de straten van Kigali ’s avonds van de militairen, na de verkiezingen is dat niet minder. De angst voor nieuwe aanslagen zit er goed in. President Paul Kagame, met een mooi Oost-Europese uitslag (93%) herkozen, raakt steeds verder geïsoleerd; intern en extern, zeker na het VN-rapport waarin hij en zijn leger worden beschuldigd van genocide in Oost-Congo in de jaren 1996 tot en met 1998. Kagame, de controlefreak, raakt langzaam maar zeker de controle kwijt en volgt een steeds meer repressief beleid. 

Zo werd half oktober oppositieleidster Victoire Ingabire Umuhoza gearresteerd. En hoewel haar advocaten uit Londen en Rwanda aantoonden dat de getuigenverklaringen aan alle kanten rammelden en dat er met het bewijsmateriaal overduidelijk was geknoeid, werd begin december haar borgtocht voor de vierde keer geweigerd. Inmiddels lijkt er een Kamermeerderheid om de sectorale steun aan Rwanda op te schorten. Joel Voordewind (CU) diende tijdens het begrotingsdebat op 6 december hiertoe een motie in. Klaas Dijkhoff (VVD) vindt het onbegrijpelijk dat Nederland de bouw van een gevangenis financiert waar vervolgens de oppositie in wordt opgesloten. Ingabire woonde 16 jaar als balling in Zevenhuizen en keerde begin dit jaar terug naar Rwanda om mee te doen met de presidentsverkiezingen. Ze maakte haar deelname aan de presidentsverkiezingen officieel bekend in Nieuwspoort.

Niet alleen de oppositie wordt politieke leven het onmogelijk gemaakt,  ook de lokale en nationale media hebben het moeilijk. Rwanda heeft de afgelopen jaren een slechte reputatie opgebouwd als het gaat om de persvrijheid. Kritische journalisten en politici werden bedreigd, gemolesteerd, gearresteerd en zelfs vermoord. Treurig hoogtepunt was de moord op adjunct-hoofdredacteur Jean-Léonard Rugumbage van de krant Umvugizi,  in juni dit jaar en de moord op de vicevoorzitter van de Groene Partij Rwanda een week later.

De media die nu nog actief zijn, zijn braaf en volgzaam. Sinds er een nieuwe mediawet kwam, vorig jaar juli, moeten ze voldoen aan een aantal nieuwe eisen. Die wet heeft een groot aantal artikelen die haatzaaien, divisionisme en genocidaire ideeën moeten voorkomen. Kagame heeft een traumatisch aandoende angst voor een situatie als in het begin van de jaren negentig, toen er een meer pluriforme pers was, maar sommige kranten en radiostations opriepen tot genocide.

De nieuwe wet deed dit jaar bij de internationale media heel wat stof opwaaien, want vlak voor de verkiezingen bleek dat zo’n dertig media van de officiële lijst waren geschrapt. Ze voldeden niet aan de eisen. Persbreideling, werd er gezegd door Human Rights Watch en Reporters without Borders , want kritische stations als The Voice of Africa stonden er niet meer op. “Nee, hoor” zei het staatsorgaan voor de pers, The Media High Council in een haastig georganiseerde persconferentie: “Ze voldeden gewoon niet aan de wet. En kijk eens: we hebben een nieuwe lijst, daarop staan weer veel meer media. Die voldoen nu wel aan de eisen. Die hebben zich afgelopen week gemeld.” De internationale pers nam er honend kennis van. De lokale pers juichte.

Alles bij elkaar telde Rwanda in juni 2010 zo’n 70 kranten, weekbladen en radio- en tvzenders. Kranten zijn niet belangrijk in Rwanda. Ze hebben hooguit een oplage van 7.000 exemplaren (New Times) en worden slechts in de grote steden gelezen. Veel Rwandezen kunnen niet of nauwelijks lezen en een krant kost geld. De meeste Rwandezen luisteren naar de radio. Maar juist op de radio heeft Kagame weer weinig invloed omdat een aantal stations, zoals BBC Africa en The Voice of Africa vanuit een ander land opereren. TV heeft helemaal een verwaarloosbare invloed, omdat veel Rwandezen die niet bezitten. Overigens kan er behalve naar CNN en France 24 slechts naar de staatstelevisie gekeken worden. En die doet zo braaf verslag van elke scheet van president Kagame en elke persconferentie van elke onderminister dat elke Rwandees allang weet dat hij die zender kan opzetten als slaapmutsje, niet om geïnformeerd te worden.

Overigens worden in ICT-land Rwanda wel verhoudingsgewijs veel kranten online bekeken, daarom zitten een aantal van hen achter een ‘slotje’: de gewone Rwandees kan er niet bij.

His masters voice The New Times (Engelstalig) is overigens uiterst amusant én informatief. Elke dag kun je lezen wie in de gratie is en wie niet. Zelfs op handen zijnde arrestaties kun je er in lezen. Tijdens het interview met hoofdredacteur Collin Haba van de New Times zit er iemand bij die is voorgesteld als ‘associate training editor’. Het blijkt ‘de arm’ van Kagame te zijn, James Munyaneza; bij vriend en vijand bekend, zo hoor ik later. Zolang het over algemeenheden gaat, antwoordt Collin, zodra het woord persvrijheid valt, neemt Munyaneza het woord. De toon is scherp verdedigend en ook weer onthullend: hij komt zelf met een verhaal over een journalist die werkte voor de New Times en nu kritische verhalen over Rwanda vanuit Uganda schrijft. “Die man is een stelselmatig leugenaar en al van jongsaf een dief. Hij schrijft leugens en is helemaal geen journalist.” Tja, maar waarom nam de New Times hem dan in dienst? “We wilden hem een nieuwe kans geven, nadat hij bij een  vorige krant was ontslagen.” Ach, New Times als barmhartige Samaritaan, ja hoor, dan ben ik de maagd Maria.

De collega van Voice of Africa (nee, liever geen naam) ontmoet ik bij het zwembad van hotel Milles Collines. “Dat is veel minder gevaarlijk dan elkaar ergens in het geheim spreken. Ik word gevolgd en mijn telefoon afgeluisterd, dus dan kan ik maar beter openlijk afspreken. Hij vertelt dat ze hun werk wel kunnen doen, maar dat ze constant over hun schouder kijken. Elk moment kunnen ze worden opgepakt. “Het is zenuwslopend, maar ik vind dat we moeten blijven vertellen wat er hier gebeurt. Ik snap overigens de lokale collega’s. Veel hebben een familie en financiële verplichtingen. De meesten hebben ook geen opleiding, dus elementaire vragen over het vak worden nauwelijks gesteld.”

Theodore Ntalindwa, eigenaar en hoofdredacteur van de krant Umwesi (oplage 3000, 4x per jaar) vindt niet dat hij aan banden wordt gelegd. Als ex RPF-militair (het bevrijdingsleger van president Kagame) wil hij neutrale informatie brengen, zegt hij. Daarom begon hij samen met twee andere collega-militairen zijn krant.  “Maar natuurlijk schrijf ik niet alles. Ik weet inmiddels wat ik wel en niet kan schrijven, zo blijf ik uit de problemen. Toch behoort hij niet tot de favorieten van de regering: “Wij krijgen geen advertenties van hen. Ook niet van de grote bedrijven. Die gaan allemaal naar de New Times. Het is lastig het hoofd boven water te houden.” Ergens klopt er helemaal niks van Theodore en zijn krant, maar ik kan niet achterhalen wat het precies is. Een oud-RPF’er die zelf al zijn geld pompt in een kwartaaluitgave die niemand leest?

Jean Bosco Gasasira heeft waarschijnlijk het meest van alle Rwandese journalisten te lijden gehad van de overheidsrepressie. Hij werd al in 2007 afgetuigd door een groep mannen, in 2009 beschuldigd van laster en in april van dit jaar kreeg zijn krant Umvugizi een verschijningsverbod van zes maanden. Hij vluchtte daarop naar Uganda, waar hij opnieuw werd aangevallen. Afgelopen juni werd zijn adjunct hoofdredacteur neergeschoten. Bosco geeft zichzelf daar deels de schuld van: “Ik had alle journalisten die in de gaten werden gehouden, moeten verplichten te vluchten. Nu leef ik nog, terwijl Jean Léonard dood is. Het was een geweldige klap voor ons allemaal, maar ik ga door, al is het dan alleen op internet vanuit Uganda.”

In Rwanda is er geen kritische pers meer. Het is aan de internationale pers om de situatie met argusogen te blijven volgen. Ik wil graag terug om verder verslag te blijven doen van de ontwikkelingen. Dat kan lastig worden, want officiele instanties geven tegenwoordig ‘nul’ op mijn rekest. Zo schreef de woordvoerder van Kagame, Yolande in een mailtje, dat ik als vriendin van een terroriste en divisioniste niet op een interview met de president hoefde te rekenen. Ik had Kagame meer lef toebedacht. Ondertussen worden de Rwandese media verder in slaap gesust met 2-daagse bloedsaaie conferenties over de kwaliteit van de pers. Geen lokale journalist echter die zich over de grens met Congo waagt om met eigen ogen te zien hoe daar twee voormalige Rwandese generaals rebellen ronselen voor een legertje dat Paul Kagame ten val moet brengen.

 29 juli 2010

Zojuist werd bekend dat Newsline, een Engelstalige kritische krant die in Uganda werd gemaakt, niet meer mag worden gedistrubueerd in Rwanda. Gisteren werden 5000 exemplaren bij de grens tegengehouden. Newsline is een zusterkrant van Umuseso, ook een krant die niet meer mag verschijnen.

Gister sprak ik via skype met Jean Bosco Gasasira, uitgever en hoofdredacteur van de geschorste krant Umuvugizi. Hij ontvluchtte Rwanda in april van dit jaar, nadat de Hoge Media Raad zijn krant voor zes maanden in de ban had gedaan wegens opruiende artikelen. Hij maakt zichzelf verwijten dat hij een van zijn redacteuren niet eerder de raad gaf om ook naar Uganda te gaan. Jean-Léonard Rugambage werd op 24 juni voor zijn huis vermoord, nadat hij kritische artikelen had geschreven over de aanslag op generaal Kayumba. Deze generaal behoorde tot de kring rond president Paul Kagame. Volgens de vermoorde Rugambage werd die aanslag gepleegd in opdracht van de regering. 

Jean Bosco is er van overtuigd dat de moord op zijn journalist is gepleegd door de Rwandese veiligheidsdienst. Zelf is hij de afgelopen jaren meerdere malen bedreigd en in elkaar geslagen. Zo belandde hij in 2007 op de intensive care. Zelfs in Uganda is hij niet veilig, ook daar wordt hij gevolgd en bedreigd.  Umuvugizi verschijnt nu alleen nog op internet; zelfs als de schorsing wordt opgeheven, zal de krant niet meer op papier verschijnen. 

Alle zes Rwandese redacteuren van Umuvugizi zijn nu ondergedoken en werken 'in het geniep' aan de internetsite. hun nieuws krijgen ze van contacten in Rwanda. Maar, zo zegt Gasasira, steeds minder mensen durven nog het contact met ons te onderhouden. 

Gasasira kwam voor het eerst onder vuur te liggen na kritische vragen over Kagame tijdens een persconferentie in november 2006. Sinds die persconferentie is zijn leven compleet veranderd. Hij heeft er nooit over gedacht om zijn mond te houden. "Ik ben geen lafaard. Ik ben onafhankelijk onderzoeksjournalist geworden, omdat ik op die manier wilde bijdragen aan verandering in Rwanda. Daar ga ik mee door. Maar ik wil geen mensen meer verliezen. Dat grijpt ontzettend diep in. Dat begrijpen jullie denk ik niet. Dat begrijpt de internationale gemeenschap zeker niet."

De in ballingschap levende hoofdredacteur is bang voor een bloedige toekomst: "Kagame ligt nu ook intern onder vuur. De kring om hem heen brokkelt langzaam af. Hij moet president blijven, anders moet hij zich voor het Rwanda tribunaal verantwoorden. En dat wil hij koste wat kost vermijden. De verkiezingen zijn dan ook een farce. De oppositie is monddood gemaakt, net als de kritische media. En de Rwandezen zelf zijn doodsbenauwd en durven niet te zeggen wat ze denken."