Economisch wonder is luchtballon


President Paul Kagame mag graag vertellen over de economische ontwikkeling van Rwanda. Zijn cijfers worden over het algemeen zonder oogknipperen overgenomen door anderen. De Verenigde Staten, de Europese Unie, Groot Brittannie, zij allen praten Kagame na en zeggen dat Rwanda een economische heilstaat is vergeleken bij de rest van Afrika. Zo daalde volgens Kagame het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft van 65% in 2000 naar 45% in 2010. En dus is mijn beleid een hartstikke groot succes, juicht Kagame.

Gelukkig zijn er wetenschappers die op zoek gaan naar de echte cijfers. An Ansoms van de universiteit Leuven is er zo een. Zij zegt in het Belgische blad Mo, dat de economische groei aan veel Rwandezen voorbij gaat.

Zo zijn er de kleine boeren. Zij worden gedwongen een beperkt aantal gewassen te verbouwen omdat elke streek krijgt toegewezen wat het mag verbouwen. Zo kunnen op grotere schaal gewassen worden verbouwd, vind de Rwandese overheid. Maar de kleine boeren lopen meer risico omdat bij ziekte van een gewas hun hele oogst kan mislukken. Ruilhandel met andere streken komt niet van de grond; het zijn de tussenpersonen die zich verrijken. 

Ook een nieuwe eis om nieuwe huizen te concentreren in dorpskernen levert veelproblemen op. De huizen moeten voldoen aan dure voorwaarden: aparte keuken, stal en toilet. Veel jonge mannen kunnen zich dan ook geen huis veroorloven. Gevolg is dat ze niet kunnen trouwen en dat veel ongetrouwde moeders bij hun ouders moeten blijven wonen.

Een derde knelpunt bestaat uit de vele verplichtingen waaraan moet worden voldaan door burgers en lokale overheden. Boeren worden uitgeknepen door lokale leiders, lokale leiders worden uitgeknepen door landelijke leiders. Zo moeten in een bepaalde streek mensen verplicht hun koffiebonen verkopen aan een bepaalde fabriek. Die betaalt ver onder de marktprijs. De fabriek is van het ministerie van Defensie. Lokale leiders moeten zich houden aan afspraken over leveringen. Voldoen ze niet aan hun verplichtingen, dan kunnen ze worden bestraft of ontslagen. Het spreekt voor zich dat de dorpelingen de prijs betalen.

Postieve ontwikkeling volgens Ansoms: de mensen durven vrijuit te praten over hun frustraties en problemen. Dat was, toen ze er voor het eerst was in 2007, nog geheel anders. Lees hier het hele artikel.