Coltan City

Woensdag 7 maart 

In de New Times vandaag een verontwaardigd verhaal over Rwandese handelaren die illegaal gewonnen grondstoffen voorzien van een officieel label in hun eigen bedrijf. Dat mag niet, zo'n label mag alleen bij de mijn aan de zakken met coltan, cassiteriet, wolfram of goud gehangen worden. De New Times doet net of die grondstoffen in Rwanda worden gedolven. Blijkbaar heeft de krant het rapport van VN-experts niet gelezen, dat eind vorig jaar verscheen. Daarin staat klip en klaar dat in 2011 veel meer illegale grondstoffen de grens tussen Congo en Rwanda passeerden, met Bosco Ntaganda als meester-smokkelaar. 

Het is niet gek dat er afgelopen jaar nog meer grondstoffen dan voorheen, illegaal over de grens verdwenen: in 2010 nam de Verenigde Staten een wet aan (Dodd-Frank Wall Street Reform and Consumer protection Act) die bedrijven verplichtte alleen gelabelde grondstoffen te gebruiken uit probleemgebieden als centraal Afrika. Veel handelaren kochten daarop geen grondstoffen meer uit Congo, zeker geen zakken zonder label. De officiële productie daalde dramatisch met 90 procent. Tegelijkertijd steeg de criminaliteit rondom de handel in grondstoffen. Communicerende vaten. 

Nu zijn er dus vijf Rwandese handelaren gesnapt. Vier zijn geschorst door het Rwandese Geology and Mines department (GMD) en één is op de zwarte lijst gezet door ITRI (International Tin Research Institute). ITRI is een organisatie van bedrijven uit de tin-keten zoals mijnbouwbedrijven en smelterijen, die de grondstoffenhandel meer transparant wil maken in het eigen belang van de leden. 

Het bedrijf op de zwarte lijst is African Primary Tungsten (APT), volgens de New Times een van Rwanda's grootste belastingbetalers. Het bedrijf had ongeveer 70 ton illegale wolfram liggen. Rwanda verdiende vorig jaar zo'n 150 miljoen dollar met haar activiteiten in grondstoffen. Een groot deel van dit geld wordt gestopt in de metamorfose van hoofdstad Kigali, spottend ook wel Coltan-city genoemd. De mensen op het platteland zien niet zoveel geld uit de schatkist. Zij moeten maar zien hoe ze het rooien. Veel mensen moeten leven van het land. Zo'n 60 procent van alle Rwandezen leeft onder de armoedegrens. Dat geldt niet voor president Paul Kagame. De president logeert graag in peperdure hotels, heeft vastgoed in onder meer Londen, stuurt zijn kinderen naar dure scholen in het buitenland en crost over de wereld in zijn eigen vliegtuig.