African Rights gefileerd door Luc Reydams

Vrijdag 19 augustus 2016

‘Mensenrechtenorganisatie’ African Rights’ definitief ontmaskerd

Geen organisatie publiceerde zoveel rapporten met namen van mensen die werden beschuldigd van genocide als African Rights onder leiding van Rakiya Omaar. Hun beschuldigingen klonken en klinken luid door in de rechtszalen van het Rwanda Tribunaal in Tanzania waar het eerste rapport Death, Despair and Defiance ‘De Bijbel’ werd genoemd in de beginjaren van het tribunaal door de aanklagers. Maar ook In Nederlandse, Engelse, Canadese, Noorse en Zweedse rechtbanken hadden de rapporten een rol. Onze eigen Nederlandse immigratiedienst gebruikte hun rapporten om Rwandezen in Nederland van genocide te beschuldigen.

Hoewel al eerder een Nederlandse rechtbank had bepaald dat African Rights ongeloofwaardig was, hoewel er verschillende schriftelijke verklaringen lagen van mensen die getuigden dat African Rights in hun onderzoek na de genocide werd begeleid door mensen van toen nog RPF-bevelhebber Paul Kagame, hoewel Amnesty al een zeer kritisch rapport aan hen wijdde, gebruikten immigratiediensten en openbare aanklagers nog steeds de rapporten van African Rights om mensen van genocide te beschuldigen.

Na het onderzoek van Luc Reydams is dat niet meer mogelijk. Op basis van talloze interviews toont hij aan hoe African Rights haar eerste rapport samenstelde met behulp van de RPF en na de genocide verwerd tot een instrument van het Rwandese regime om hun versie van de waarheid te vertellen en te verspreiden. 

Luc Reydams legt helder en goed beargumenteerd uit dat het eerste rapport,h dat verscheen in 1995, onmogelijk zonder de hulp van de RPF geschreven kan zijn. Het is in dit rapport dat voor het eerst wordt gezegd dat de genocide ruim van te voren is gepland. Het is in dit rapport dat precies gemeld wordt wie verantwoordelijk is voor het neerschieten van het vliegtuig op 6 april 1994. 

Het is ook in dit rapport dat voor het eerst de RPF als heldenleger wordt voorgesteld: zij stopten de genocide, terwijl de internationale gemeenschap toekeek.

Na publicatie wordt Rakiya Omaar ‘queen of Kigali’, goede vriend van Paul Kagame met de daarbij behorende exclusieve VIP-behandeling. Vanaf 1998 wordt African Rights zelfs door de RPF betaald.

Grote vraag is natuurlijk waarom African Rights zo lang betrouwbaar werd geacht, ondanks geluiden van het tegendeel. Volgens Reydams had dat verschillende redenen. Het eerste rapport van African Rights verklaarde de verbijstering en verwarring over de genocide. Wie kritiek had op het boek of de organisatie, ontkende in feite de gruwelijkheden van de genocide. Daarnaast zorgden het kantoor in Londen en de Europese mede-oprichter Alex de Waal voor geruststelling: deze organisatie moest wel betrouwbaar zijn.

De impact van Death, Despair and Defiance was enorm omdat het in het Engels was. Eerdere publicaties over Rwanda waren bijna allemaal in het Frans. Lang niet iedereen is het Frans machtig. Veel onderzoekers die werkten voor het Rwanda tribunaal waren Nederlanders en zij beschouwden het als hun bijbel. Daarnaast werd het rapport ook omarmd door de media. Het rapport vormde de eerste jaren na de genocide onderzoekers, politici, journalisten, aanklagers: de genocide was gepland, alleen Tutsi’s waren slachtoffer en de RPF met Paul Kagame maakten een eind aan de genocide.

Mede-oprichter Alex de Waal schreef in juni een uitgebreid antwoord op het rapport van Reydam. Daarin excuseert hij zich voor zijn stilte over de betrokkenheid van African Rights en koers die de organisatie is gaan varen. 


African Rights en de klacht bij de Raad voor de Journalistiek

Twee medewerkers van African Rights, Rachel Ibreck en Pacifique Kabalisa, ondersteunden vorig jaar met een geschreven verklaring, de klacht bij de Raad voor de Journalistiek tegen mijn artikel over Jean Claude Iyamuremye. Voor mij was dat een teken dat de klagers, waaronder Ibuka, de organisatie die zegt zich in te zetten voor slachtoffers van de Rwandese genocide, dicht tegen het Rwandese regime aanschurken. 

In april 2014 ging ik op zoek naar het kantoor van African Rights in Kigali.  Op hun site stond immers vermeld dat ze in Kigali een kantoor hadden. Dat kantoor heb ik niet kunnen vinden. Het stond ook nergens ingeschreven. De telefoon werd nooit opgenomen. (P.O Box 3836, Kigali, Rwanda, 250 501007, 250 501008)

Een mail naar Rakiya Omaar, een van de oprichters van African Rights, bleef onbeantwoord. Overigens is hun website al een paar jaar ‘onder constructie’. 

De Raad voor de Journalistiek oordeelde (onder meer) dat ik meer moeite had moeten doen om African Rights in de gelegenheid te stellen onze kritiek op deze organisatie te pareren. De Raad vond een betaling van een Rwandees overheidsorgaan aan African Rights, een uitspraak van de Nederlandse rechtbank over de onbetrouwbaarheid van African Rights, schriftelijke getuigenverklaringen over de begeleiding van de RPF tijdens veldonderzoek van Rakiya Omaar, en de zeer kritische verklaring van Amnesty International over African Rights, onvoldoende basis voor onze uitspraak: ‘African Rights is omstreden omdat ze zich dicht tegen de Rwandese overheid heeft genesteld. Verschillende Rwandezen die door African Rights aanvankelijk werden beschuldigd van deelname aan de genocide, zijn later van alle blaam gezuiverd.

Dat African Rights niet meer reageerde is niet zo gek: Volgens Reydam is de organisatie sinds 2009 in winterslaap. Overigens zonder daar ruchtbaarheid aan te geven. Op internet is niets te vinden over verminderde activiteiten of het opheffen van de organisatie. De organisatie hield in feite op te bestaan nadat in 2008 de overheidsbetaling voor een boek was uitgelekt.