Rebellen en kaas in Masisi

Maandag 18 april

Kijken of het vandaag wel lukt een MOP van de VN-troepenmacht te krijgen voor Charles, mijn fixer, en mijzelf. Een MOP is moeilijke naam voor een vliegticket. Vraag me niet waar de afkorting voor staat, ik zal het straks even nakijken. Ik ben er al sinds donderdag bezig, maar de VN-computer deed het niet, de printer was kapot, en internet uit de lucht, of zoiets. Zeer behulpzaam, dat wel daar bij de Monusco, de officiele naam voor de VN-vredesmacht in Congo. Maar voorlopig wel veel gebel en geren naar de basis, maar weinig resultaat. 

Gisteren dus Masisi, waar het CNDP (voormalige Tutsi-rebellen, nu officieel deel uitmakend van reguliere Congolese leger) van voormalige vriend van de Rwandese president Kagame, generaal Nkunda, het in een groot deel voor het zeggen heeft. Nkunda zit al weer sinds zijn arrestatie, begin 2009 in Kigali opgesloten. Niet in de gevangenis, maar huisarrest, een stuk comfortabeler dus dan Victoire Ingabire, de oppositieleider, die vanwege haar politieke ideeen in gevangenis1930 zit, niet omdat ze schuldig is aan de moord op onschuldige burgers, afpersing, verkrachting. 

Masisi is overigens een prachtige streek. Groene heuvels, prachtige vergezichten. Het lijkt een beetje op Zwitserland, zeggen ze zelf in Masisi. En dat hebben ze dan weer gehoord van Europeanen die Masisi bezochten, want zelf kennen ze Zwitserland niet eens uit de aardrijkskundeboekjes. De meeste mensen in Masisi zijn namelijk nog nooit naar school geweest. Als er hier ooit vrede komt, dan is er een wonderschone toekomst weggelegd voor de toeristenindustrie. 

Maar vrede is er nog lang niet. Hoe dichter we de CNDP-dorpjes naderden, hoe stiller het werd in de auto. De raampjes moesten omhoog, de portieren vergrendeld. Foto's maken mocht alleen na toestemming van mijn zevenkoppig gezelschap, waaronder Byombe, mijn eigen bodyguard die zich voor de gelegenheid in een heus uniform had gestoken. Ik vond het allemaal sterk overdreven. Waar hadden we het over? Die paar soldaten die door de dorpjes liepen. Dat leek nou niet echt gevaarlijk of dreigend. 

Aan de andere kant, ik kon de nervositeit van mijn gezelschap niet negeren. Dit waren geen watjes; dit waren door de wol geverfde mannen, die de streek goed kenden en wisten wat ze konden verwachten. Uiteindelijk kwamen we (na 80 kilometer in 4 uur, gemiddelde snelheid 20 kilometer) in Kitshanga. Hier leven CNDP'ers en de Congolese bevolking in een soort gewapende vrede. Foto's maken mocht.  Maar ja, waarvan? Van de hoofdstraat? Van de markt? Ze wezen me het gebouw van de administratie. Dat is mooi toch. Ik zette de vervallen keet plichtmatig op de foto. 

Na een bezoek aan de plaatselijke hoofdman, waarbij ik aan het hoofdschudden te zien van mijn gezelschap, als een olifant de verschuldigde indirecte aanpak, met platvoeten verbrijzelde, een kop schuimende verse melk bij de plaatselijke melkboer, vertrokken we weer. In het dorpje dat op de heenweg werd aangeduid als het meest verschrikkelijke slangennest van de CNDP, werd het toch nog spannend. Een groep jongemannen, sommigen voorzien van die gezellig uitziende kalashnikovs, versperden de weg. Je kon in de auto werkelijk een speld horen vallen. Niemand bewoog. Een van de mannen maakte zich los van de groep en gebaarde dat een raampje omlaag moest. Nonchalant liet hij zijn geweer op het portier rusten. Wie of we waren? Wat we kwamen doen? Papa Charles haalde een document tevoorschijn. De man las. Hij liep ermee naar een nadere man, blijkbaar de baas. Ook die las. Ze spraken even met elkaar, terwijl de groep in een halve cirkel ging staan. De baas maakte een gebaar en de groep week uiteen. We konden blijkbaar door. Hoewel de gezichten niets verrieden, ging er onhoorbaar een zucht van verlichting door de auto. 

Tweehonderd meter verderop, in hetzelfde dorpje, stopte de auto plotseling.  Zeven mannen riepen in koor: 'Madame Sophie, madame Sophie'. De raampjes gingen omlaag en de halve bevolking stroomde toe. Wat gebeurde er nou weer? De zeven mannen kochten melk en kaas, na zware onderhandelingen. Verderop keken de soldaten toe.

Congo? Ik geloof niet dat ik het zal begrijpen.