Minister zegt dat Congo geen bloedmineralen meer heeft

Donderdag 13 oktober

De Congolese minister die verantwoordelijk is voor de mijnen, verklaarde onlangs dat Congo geen bloedmineralen meer heeft. Dat zou dus moeten betekenen dat geen greintje cassiteriet, goud of wat dan ook de poort passeert, zonder label. Het zou ook moeten betekenen dat kinderen niet meer voor weinig geld hun leven wagen in de mijnen. Het zou moeten betekenen dat soldaten en rebellen niemand meer dwingen voor hen te graven. 

En wat lezen wij vandaag in de Rwandese krant New Times: jawel hoor, Rwanda gaat 71.000 ton mineralen terugsturen die het afgelopen jaar de grens overkwam zonder label. Keurig hoor. Wat ze er natuurlijk niet bij vertellen is dat dit het topje van de ijsberg is. Rwanda plundert al jaren min of meer systematisch de rijkdom van buurland Congo, het is niet voor niets dat hoofdstad Kigali ook wel spottend Coltan City wordt genoemd. Het is een stad die voor een groot deel is gefinancierd met het bloed van de buren.

Toch is er op het gebied met de bloedmineralen hoop. Het blijkt dat onder economische druk, plots wel zaken in gang kunnen worden gezet. Vorig jaar namen de VS een wet aan die verbood nog grondstoffen te gebruiken uit probleem- en oorlogsgebieden. Dat betekende een fikse dreun voor voor Congo, want de VS importeerde daarna geen grammetje mineralen uit Congo. In Oost-Congo worden nu op een aantal plaatsen centrale plekken georganiseerd waar vraag en aanbod samenkomen, een centrale marktplaats dus. Ook wordt bij de uitgang van de mijnen alles gewogen en voorzien van label.

Het wil natuurlijk niet zeggen dat het nu afgelopen is met de illegale handel. Toen ik afgelopen april in Walikale was, het gebied waar de grootste mijn ligt van Noord-Kivu, vertelden de mensen me dat er elke dag helikopters opstegen. Die brachten illegaal gedolven cassiteriet naar Rwanda.