Gevangenissen in Congo levensgevaarlijk

Dinsdag 8 Juli 2014

Ik schaam me

Vandaag is weer een hoorzitting bij de IND van een Rwandees die beschuldigd wordt van genocide. Zijn dossier, net als dat van de andere dossiers die ik heb gezien, rammelt aan alle kanten. De IND wil zo graag boeven vangen, dat ze stukjes touw aan elkaar probeert te knopen die helemaal niet aan elkaar te knopen zijn. Zo is zijn 'individueel' ambtsbericht niet voor hem gemaakt, maar voor iemand die tegelijk met hem voor dezelfde organisatie werkte.  

Hoe meer ik te weten kom over de manier waarop Nederland omgaat met dit soort zaken, hoe meer ik me schaam. Bij Justitie werken on-mensen, die op een on-menselijke manier mensen uit ons land schoppen. 

Neem nu bijvoorbeeld de drie Congolezen die deze week naar de Democratische Republiek Congo werden teruggevlogen. Ze hadden getuigd bij het Internationaal Strafhof en moesten weer naar hun gevangenis in Kinshasa. Amnesty International en Human Rights Watch maken zich grote zorgen over het lot van de drie: de gevangenissen in Congo zijn verschrikkelijk; daar heerst de wet van de jungle, het recht van de sterkste. Ik geef een voorbeeld uit een rapport dat ik kreeg van een lokale mensenrechtenorganisatie uit Goma. Het gaat over de gevangenis in die stad, maar wat hier beschreven wordt, geldt voor elke gevangenis in Congo.

De gevangenen hebben zich volgens een hiërarchisch systeem georganiseerd, geheel buiten de normale gevangenisbewaking om. Er is een leider, laten we hem Bovo noemen, met zijn adjudanten; alles wat er gebeurt in de gevangenis wordt door hen gecontroleerd. Bovo en de meeste van zijn adjudanten zijn veroordeeld door een militaire rechtbank. Militairen en burgers zitten door elkaar in de gevangenis. Corruptie en geweld worden met hoofdletters in bloed geschreven.

Twee gevangenen waren door de gevangenisdirecteur belast met het controleren van mensen die de gevangnen bezoeken op verboden goederen. Op een slechte dag vonden ze zakjes met alcohol; die namen ze in beslag. De twee gevangenen waren nog maar net veroordeeld en nog niet goed op de hoogte van de gevangenismores. 

Daar kwamen ze snel achter. Bovo, de leider van de gevangenen stuurde vijf mensen op een van hen af als waarschuwing. Ze hadden namelijk voor een week zijn lucratieve handeltje in alcohol verhinderd: Hij kocht de zakjes in voor 200 franc en verkocht ze voor 500 franc. 

Vier mannen hielden de gevangene, laten we hem Simba noemen, in bedwang. De vijfde pakte een tak van een boom, maakte er een scherpe punt aan en stak de tak een aantal keren in het lichaam, vlakbij het hart. Daarna werd Simba overal geschopt en geslagen en vervolgens aan zijn lot overgelaten.

De gevangenisdirecteur ontving wekelijks een aardige som van zijn 'collega'-gevangenenleider Bovo en weigerde de gewonde man elke medische hulp. Toen het heel erg slecht ging met Simba, werd hij toch naar het ziekenhuis gebracht. Bovo hoorde dit wat later dan gebruikelijk. Hij liet zich er niet door uit het veld slaan en stuurde iemand met een briefje naar het ziekenhuis. Daarop stond dat Simba niets mankeerde, maar dat hij simuleerde om zo vanuit het ziekenhuis te kunnen vluchten. 

Daarop besloot de dokter hem terug te sturen naar de gevangenis, zonder hem zelfs maar onderzocht te hebben. Simba werd bij terugkomst opgesloten in het cachot. Simba overleefde deze marteling, maar zijn gezondheid is sindsdien heel zwak.

Nederland vindt dat mensen zeer wel teruggestuurd kunnen worden naar dit soort gevangenissen en naar een regime dat door en door corrupt is.