Visumpje

Dinsdag 1 maart 2011

Heb mijn visum voor Ivoorkust afgelopen vrijdag met een brede glimlach ontvangen. 'You're a very lucky lady' zei de man van de Ivoriaanse ambassade nadat hij bijzonder precies het stempel in mijn frommelige paspoort had gezet en mij vervolgens langdurig had voorgerekend tot wanneer het visum geldig zou zijn. 

Was de visumsite van Ivoorkust bij toeval onbereikbaar? Of liever gezegd, de pagina waarop de betaling moest plaatsvinden. Op zich natuurlijk een prima vondst, want zo beperk je het aantal visumaanvragen tot het absolute minimum: 0. Want zonder betaling geen afspraak bij de ambassade, en zonder afspraak geen visum. Dit zijn de regels, en zo wordt het spel gespeeld. Zoveel werd me duidelijk nadat ik eerder die week vergeefs had aangeklopt bij de ambassade. 

De vriendelijke Vlaamse die ik aan de telefoon kreeg,  toonde zich in eerste instantie bijna geschokt toen ik vroeg naar een visum. Alsof ik haar had gevraagd mij via de telefoon te bevredigen. Een visum! Helaas, de consul was er niet en hij had geen richtlijnen achtergelaten. Ze raadde me aan de volgende dag terug te bellen. Dat deed ik braaf. De consul was er nog steeds niet, maar ik kreeg nu het adres van een site door -die ik allang op internet had gevonden, maar ik wilde zeker zijn van mijn visum en dat online gedoe kon wel eens langer dan drie dagen gaan duren! 
Maar de vriendelijke Vlaamse beloofde me dat als ik had betaald er snel een afspraak zou volgen.

Ik geloof vriendelijkeVlaamse dames, dus ik vulde braaf alle gegevens in. Veel werk zo'n visum en dat wordt niet betaald, integendeel, jij moet 130 euro schokken! Echter, u kent dat wel, heb je alles minitieus ingevuld, druk je op bevestig, krijg je een mededeling dat de pagina die je zoekt niet meer bestaat. Of tijdelijk uit de lucht is. Of zoiets. Ik heb het geduld opgebracht het zonder vloeken drie keer te proberen. Toen ben ik op mijn fietsje gestapt met alle papieren. Op naar de ambassade van Ivoorkust. Ik ben zo blij dat ik in Den Haag woon! 

Daar belde ik aan. Of ik een afspraak had, vroeg een vriendelijke vrouw met een Vlaamse tongval. 'Nee. Maar ik heb u al een paar keer aan de lijn gehad over dat visum'. 
'Ah, dát visum'. De vriendelijke Vlaamse hapte hoorbaar naar adem.
'Wacht u even, ik ga even vragen'. 
Het was -2, gevoelstemperatuur -10, er woei een gure wind.

Na tien minuten, -ik dacht echt, ze laten me hier buiten op de stoep staan en dan is er niks meer wat ik kan doen en hoe moet dat nou ik wil woensdag weg en dan moet ik naar brussel en dan weet ik ook niet of het wel lukt -zwaaide de deur open.

Twee dames en een heer vormden het ontvangstcomité. Ik legde nogmaals het probleem voor. Ze knikten begrijpend en verwezen naar de website. 'Maar dat gaat niet', riep ik, misschien net iets te hard. Ze moeten de wanhoop hebben gehoord, want ze beloofden, dat als het vrijdag nog niet was gelukt, ik een handmatig aangebracht stempelvisum zou krijgen. 

Natuurlijk deed die site het niet. Voor de vorm heb ik het nog een keer geprobeerd, maar vrijdagochtend om 10 uur stond ik op de stoep van de ambassade, frommelig paspoort in de hand. Tien minuten later stond ik weer buiten. Met visum.
You're a very lucky lady'.
We zullen zien.

Woensdag  23 februari 2011

Ik maak het me gemakkelijk vanochtend. Even geen zin om te nieuws-schrijven over Afrika. Volgende week wil ik naar Ivoorkust. Dat is snel gezegd, maar minder makkelijk geregeld. Allereerst natuurlijk de invitatiebrief uit het land zelf. Die krijg ik hopelijk van onze ambassade in .... Ghana, want Ivoorkust heeft uitsluitend een consulaat. 
Die invitatiebrief is nodig voor een visum. 

'O jee. U wilt een visum', zo sprak een aardige secretaresse van de ambassade Ivoorkust in Den Haag in vloeiend Vlaams nadat ik in hakkelend Frans had uitgelegd wat ik wilde. 
"U treft het niet. Onze consul is er niet en hij heeft geen instructies achtergelaten." "Maar eh, ik wil 2 maart naar Abidjan." 
"Dat is heel aardig van u. Maar u heeft daarvoor wel een visum nodig."
"Dat begrijp ik. Daarom bel ik." (Het is onmogelijk boos te worden op zoetgevooisde Vlaamse dames).
"Maar onze consul is er niet en hij heeft geen instructies achtergelaten." 
"Kunt u mij vertellen hoe ik desondanks aan een visum kan komen?" (Er begint toch iets te borrelen. Dat kan toch geen boosheid zijn?)
 "Wanneer wilde u ook weer vertrekken?'"
"2 MAART." (Sorry, mijn stem schoot uit)
"Ai. Dan moet u eerst betalen en dan een afspraak maken. U kent de site?"
"IK KEN DE SITE"
"Maar ik zou nog even wachten met betalen. De consul is er niet namelijk."
"JA, DAT ZEI U ZOJUIST"
"Wanneer zei u ook weer dat u wilde vertrekken?"
'#$#& 2 MAART"
"Ah ja, Dan raad ik u aan morgen nog eens te bellen. Dan heb ik waarschijnlijk instructies van onze consul."

En dus bel ik vandaag nogmaals. 
Gelukkig zit een Zuid-Afrikaanse collega nu in Abidjan. Hij regelt voor mij het hotel (goedkoop, schoon, water én wifi!) en een fixer. Dat is iemand die alles voor je regelt als je ter plekke bent. Een goede fixer kun je blindelings vertrouwen, kent zijn stad/gebied, kent iedereen, weet precies wanneer je waar moet zijn en is dus goud waard (heb geen goud). Jammer genoeg vertrekt de Zuid-Afrikaanse collega de dag dat ik arriveer, maar met een beetje goede wil staat de fixer op me te wachten en heeft de collega voor mij een lijst met telefoonnummers achtergelaten. Dat is echte vriendschap!