Onbereikbare IND

mei 2014

Onbereikbare IND 

Bijna twee weken lang al probeer ik een achtergrondgesprek te organiseren met de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) over de manier waarop de Rwanda-dossiers tot stand komen. Ik mag ze natuurlijk niet zelf bellen, dat moet via een woordvoerder. En dus mail ik de woordvoerster. Als ik na twee dagen nog niets heb gehoord, bel ik de woordvoerster. Als ze niet opneemt, stuur ik een SMSje. Als ze niet reageert op het SMSje probeer ik haar elke dag te bellen. Eind vorige week kreeg ik haar eindelijk te pakken. 

Druk, druk druk, met al die Eritrese vluchtelingen. Ik moest begrijpen dat dat veel meer prioriteit had dan mijn verzoek. En ja, ik was niet de enige die moest wachten. Maar ik had geluk, maandagochtend zou ze met het hoofd van de IND praten en mijn verzoek doorgeven. Ik hoorde gisteren niets, belde maar weer eens en toen er niet werd opgenomen, stuurde ik weer een SMS. Doorzetten is het parool in dit soort situaties. Rond half zeven gisteravond belde de woordvoerster terug. De IND had het druk, dat moest ik begrijpen, Eritrea en zo. Maar over twee, drie weken zouden ze wellicht tijd voor me hebben.

Ik ontplofte. Al bijna twee weken probeer ik een afspraak te krijgen en dan word ik het bos ingestuurd. De woordvoerster bleef rustig. Als ik echt sneller antwoord op mijn vragen wilde hebben, dan moest ik maar een mailtje sturen naar haar. Dan kon ik begin volgende week wel antwoorden hebben. Ik smeet mijn onbegrip via harde woorden door de telefoon. Waarom konden mensen wel de tijd nemen om mails te beantwoorden en hadden ze geen tijd om met mij te praten? De woordvoerster bleef nog steeds rustig. Mijn mail zou beantwoord worden door beleidsmedewerkers en mijn gesprek zou ik hebben met de uitvoerders.  Zelfde vragen, andere mensen die antwoorden. Onbegrijpelijker en ondoorzichtiger kunnen we het niet maken.