Mugimba

Vrijdag 31 maart 2017

Update Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba: de monitorraporten zijn gisteren naar de Tweede Kamer gestuurd. Niets aan de hand zo is de eerste conclusie. Gevangen zitten en voorbereiding processen verloopt volgens de regels. Dit lijkt haaks te staan op geluiden die ik van betrouwbare bronnen hoorde. Volgende week krijg ik van het ministerie van Justitie, in antwoord op mijn Wob-verzoek een dik pakket met correspondentie over de monitorende instantie en de rapporten. Ik hou jullie op de hoogte.

20 februari 2017

Laatste nieuws Iyamuremye en Mugimba

Volgens zeggen zijn beiden overgeplaatst van de gevangenis in Kigali naar de gevangenis in Nyanza: de Mpanga gevangenis. Het internationale deel van deze gevangenis kwam mede tot stand met Nederlandse financiële hulp. Het is wel te hopen dat zij inderdaad in het internationale deel zitten, want in het gewone deel is het afzien. De sanitaire voorzieningen zijn minimaal, je hebt geen enkele privacy en wie geen hulp van buiten heeft, lijdt honger. Ik was er twee jaar geleden, voordat een deel van de gevangenis door brand werd verwoest. Ik weet dus niet hoe het complex er vandaag de dag bij staat.

Februari 2017

Uitgeleverd aan Rwanda

Over de wederwaardigheden van Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba komt niet veel naar buiten. Ik ga er maar van uit dat geen bericht, goed bericht betekent. Inmiddels kreeg ik van het ministerie van Veiligheid en Justitie een aantal antwoorden op mijn vragen rond het monitoren van hun proces. 

De monitoren wordt uitgevoerd door de International Commission of Jurists in Kenia. Het ministerie is opdrachtgever. Gekozen werd voor het ICJ omdat de organisatie al processen volgt van andere genocide-beschuldigden in Rwanda. Dat doet ze voor de opvolger van het Rwandatribunaal, het MICT. Volgens Justitie heeft ICJ bewezen in staat te zijn dergelijke processen te monitoren. Deze maand wordt het eerste rapport verwacht. Het ministerie maakt de rapporten openbaar en het eerste rapport zal ook naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Als blijkt dat processen niet goed gaan dan worden passende diplomatieke maatregelen worden genomen. Wat die maatregelen behelpen, zegt het ministerie niet.

Afgelopen zomer oordeelde de rechter dat Iyamuremye en Mugimba konden worden uitgeleverd aan Rwanda. De rechter adviseerde wel beide zaken te monitoren en de rapporten openbaar te maken. Zeker ook met het oog op toekomstige uitleveringszaken. Dat laatste dreunt nog steeds onheilspellend door: hoeveel uitleveringszaken heeft het ministerie op haar bureau liggen? 

Monitoren gebeurt in het kader van artikel 6 van het Europees Verdrag van de rechten van de Mens (EVRM). Dit artikel beschermt het recht op een eerlijk proces.

Veel vragen heeft het ministerie nog niet beantwoord. Zo ben ik benieuwd naar de rol van de Nederlandse ambassade in Kigali en vind ik het belangrijk dat er inzage komt in het contract met het ICJ.De beantwoording van de resterende vragen kan echter op zich laten wachten. Er was een Wob voor nodig om het ministerie te bewegen een tipje van de sluier op te lichten.


Dinsdag 29 november 2016

Volgens de familie van Jean Claude Iyamuremye besloot de rechter dat hij in hechtenis moest blijven voor de komende dertig dagen, zodat het openbaar ministerie verder onderzoek kon doen. Het OM kwam met geen enkele ooggetuige, toch negeerde de rechter het verzoek van de advocaat om Iyamuremye vrij te laten voor onderzoek. Volgens de familie wordt  Iyamuremye inmiddels stevig ondervraagd, maar ziet hij zijn advocaat nauwelijks. Natuurlijk doen er allerlei geruchten de ronde over het omkopen of onder druk zetten van getuigen door het openbaar ministerie -het is helaas praktijk in Rwanda- maar feiten ontbreken nog.

Zeer bezwaarlijk: volgens de familie is de procedure rondom het kiezen van advocaten maar deels uitgelegd. Als er een nieuwe advocaat wordt gekozen, dan betaalt niet de staat, maar zijn de kosten voor de familie, zo kregen ze te horen. Vraag is natuurlijk of dit inderdaad zo is. In de uitspraak van het Hof staat immers: ‘Zo is thans duidelijkheid over het voor gefinancierde rechtsbijstand beschikbare honorarium, is de bepaling dat advocaten de regering niet mogen bekritiseren uit het contract met RBA verwijderd en is inmiddels ook budget voor onderzoek beschikbaar gekomen, evenals een lijst van 68 advocaten die voor de verdediging van verdachten van genocide beschikbaar zijn op basis van gefinancierde rechtshulp.'

Echter volgens Witteveen is het vaste honorarium voor de advocaten volstrekt onvoldoende om een dergelijk complexe procedure te volgen en zijn de meeste advocaten van de lijst, niet van voldoende kwaliteit voor een genocide-proces onder transfer-las.

24 november 2016

Volgens de familie van Iyamuremye, hebben tweets van de Rwandese minister van Justitie Johnston Busingye veel impact gehad in de rechtszaal. Hij twitterde 'dat elke advocaat natuurlijk tijd zou zoeken, in plaats van zich te haasten naar een onvoorbereide verdediging. Ook twitterde hij: ‘Wat ik lees, is dat Iyamuremyes advocaat Nsanzimfura tijd vroeg om zijn client voor te kunnen bereiden.’ Het lijkt hoopvol, maar ik vind het ook een beetje angstig dat tweets van de minister een impact kunnen hebben in de rechtszaal. Wat als hij precies het tegenovergestelde had geschreven?

Ook weer volgens de familie van Iyamuremye heeft zijn advocaat gevraagd of hij dertig dagen buiten de gevangenis kan doorbrengen om getuigen te zoeken. De officier van Justitie deed precies het omgekeerde: hij vroeg om dertig dagen detentie zolang het onderzoek loopt. 

De advocaat van Iyamuremye zei tegen de rechter dat het openbaar ministerie geen enkele ooggetuige heeft, maar alleen getuigen die alles 'van horen zeggen’ hebben. Zowel Iyamuremye als Mugimba ontkennen.

Bij Mugimba lijkt het erop dat zijn lidmaatschap van de CDR weer een rol gaat spelen, waar de Nederlandse rechter lidmaatschap van een politieke partij niet opportuun achtte. Dit ligt in de lijn der verwachting: in Rwanda worden het lidmaatschap van CDR en ook de MDNR wel degelijk van groot belang geacht.

Volgens het Nederlandse ministerie van Justitie wordt het monitoren van de zaken gedaan door het IJC (International Commission of Jurist) in Kenia. Zij waren bij de aankomst in Rwanda van Iyamuremye en Mugimba en waren ook bij de zittingen afgelopen maandag en dinsdag. Wat betreft de keuzevrijheid van de advocaten: ze kregen aan het begin van de procedure een advocaat toegewezen, maar zijn vrij om een andere te kiezen.

Volgens het Nederlandse ministerie vroegen de advocaten om uitstel en kregen ze een dag. Dat is in op dit moment niet zorgwekkend zegt het ministerie. De hele procedure neemt verschillende jaren in beslag, er is dus gelegenheid voor nieuwe advocaten om zich in te lezen, aldus het ministerie.

Mugimba en Iyamuremye kunnen dus nog jaren vastzitten …… 



23 november 2016

Gisteren was er een pro-forma zitting. Volgens de New Times wordt Mugimba beschuldigd van genocide, medeplichtigheid aan genocide, samenzweren tot genocide, moord, uitroeiing, misdaden tegen de menselijkheid en het aanzetten tot genocide.  Iyamuremye kreeg dezelfde beschuldigingen te horen, behalve de laatste: aanzetten tot genocide. Ook volgens de New Times was er een waarnemer van de Nederlandse overheid. 

De Rwandese minister van Justitie twitterde gisteren dat er natuurlijk alle tijd genomen moest worden voor voorbereiding. Hij schreef dat de advocaat van Iyamuremye om meer tijd had gevraagd. Toen ik terug twitterde dat het volgens mij om een enkele dag extra ging, bleef het stil. Ik heb inmiddels vragen gestuurd aan het ministerie van Justitie over de monitoring want het schijnt lang niet duidelijk te zijn hoe dat wordt georganiseerd.

Gisteren hadden de familie en de steungroep van Iyamuremye een gesprek met Tweede Kamerlid Joel Voordewind (CU). Ze zijn bang voor het komende proces, ook al omdat de advocaat geen contact met hen wil hebben. Daarnaast kwam onder meer het monitoren aan de orde: wie is verantwoordelijk voor wat? Verder wordt er aangedrongen op het sturen van een Nederlandse advocaat ter versteviging van de Rwandese verdediging.

Over de situatie van Jean Baptiste Mugimba is minder bekend. De familie heeft nog geen contact kunnen leggen.

22 november 2016

Kreeg gisteren en vandaag berichten van de familie van Iyamuremye. Het maakt duidelijk hoe het justitieel systeem, waarvan de Nederlandse rechters en de minister van Justitie vinden dat het betrouwbaar is, er in de praktijk uitziet. Gisteren zou Iyamuremye voor de rechter moeten verschijnen. Een dossier had hij nog niet, maar de advocaat vond het de gewoonste zaak van de wereld naar de zitting te gaan zonder dossier en voorbereiding. De familie klaagde bij de advocaat. Het dossier moest komen én er moest meer tijd komen.

De zitting werd inderdaad verdaagd. Iyamuremye kreeg zowaar een enkele dag extra om zich voor te bereiden en dat voor een loodzware genocide zaak! De zitting is nu dus vandaag om 14.00 uur. Kigali-tijd.

De advocaat van Iyamuremye - hij heeft de advocaat niet zelf kunnen kiezen, maar kreeg hem toegewezen- wil dat de zitting vandaag doorgaat, hoewel er van voorbereiding geen sprake is. Hij wil niet praten met de familie. Hij zei alleen dat de zitting moest doorgaan omdat ‘er bijna geen tijd meer was - time was running out’. 

Zo worden tot nu toe alle waarschuwingen in de rapporten van Witteveen bewaarheid.


Zondag 13 november 2016

Tentoongesteld door Rwanda

Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba zijn gearriveerd in Kigali. En dat zullen we weten ook. Van de aankomst op het vliegveld an Kigali werden uitgebreid foto’s gemaakt en er werd zelfs gefilmd. Dit kan alleen met toestemming van de Rwandese autoriteiten zijn gebeurd, want normaal gesproken is filmen en fotograferen op het vliegveld streng verboden, net als in de voor het publiek afgesloten ruimten.

Zo gaat Rwanda dus met mensen om die van genocide worden beschuldigd. Ze worden tentoongesteld met nog net niet het bordje ‘schuldig’ om hun nek. Waar Nederland niemand meer toeliet bij Mugimba en Iyamuremye, zetten de Rwandese autoriteiten de deur wagenwijd open voor fotografen en cameramensen.

Dit is wat Martin Witteveen bedoelt als hij zegt dat deze mensen in Rwanda geen schijn van kans hebben. Dat een veroordeling onontkoombaar is. Met deze eerste beelden is de trend gezet.

Natuurlijk moet minister Ard van der Steur verhaal gaan halen bij zijn Rwandese collega. Dat dit *&%$#(*& niet volgens afspraak is. 

Maar dat wisten we toch? Dat als puntje bij paaltje komt, Rwanda afspraken kalmpjesweg aan haar laars lapt. En dus hoop ik dat de Tweede Kamer, met CU-kamerlid Joel Voordewind verhaal gaat halen bij de minister en hem op het matje roept.

Laat zoveel mogelijk mensen deze beelden naar de minister sturen, zodat hij voorlopig slecht slaapt in zijn kasteelbed. 

Dat gaat het makkelijkst via twitter: @ArdvanderSteur, via linked in: https://nl.linkedin.com/in/ardvandersteur, of via zijn secretariaat: secretariaat.vandersteur@tweedekamer.nl.

Zaterdag 12 november 2016, 08.00 uur

Uitlevering is een feit

Op het moment dat ik deze woorden tik, zitten Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba in een busje op weg naar Schiphol. Daar staan de Rwandezen al te wachten. Ze gaan mee met een speciale vlucht. Ze worden dus niet -zoals meestal- overgedragen op het vliegveld van het ontvangende land, maar worden op Nederlandse bodem uitgeleverd.

De minister van Veiligheid en Justitie, Ard van der Steur, heeft niet willen buigen. De minister heeft niet de Tweede Kamer willen horen die in meerderheid tegen uitlevering is. De minister heeft niet willen luisteren naar Amnesty International die gisteren nog een brief aan hem schreef waarin ze vroegen niet tot uitlevering over te gaan. De minister heeft niet willen luisteren naar een aantal kerken.

Gisteren ondernamen de advocaten een laatste wanhoopsoffensief. Toen duidelijk werd dat de minister niet zou luisteren naar de Tweede Kamer besloten ze tot een kort geding. Dat diende gistermiddag om vijf uur. Maar de rechter was aan handen en voeten gebonden. Het Hof had in juni geoordeeld dat Iyamuremye en Mugimba konden worden uitgeleverd en hij kon zich niet mengen in de politieke kwestie tussen minister en Tweede Kamer. Ook deze rechter kon de uitlevering niet tegenhouden.

Gisteravond werd nog een laatste beroep op minister Ard van der Steur gedaan, zonder succes. En dus worden er nu twee mannen uitgeleverd waarvan bij voorbaat vast staat dat ze ‘geen schijn van kans hebben in Rwanda’ aldus Rwanda-expert Martin Witteveen.

Ik hoop dat iedereen die bij deze zaak betrokken was, zich de volgende woorden van Witteveen zal blijven herinneren. ‘Ik heb lang geaarzeld voor ik de openbaarheid zocht. ik wist dat er veel tegenwerking zou komen. Maar ik wilde niet op mijn geweten hebben dat mensen in Rwanda iets zou overkomen, omdat ik zweeg.' 

Vrijdag 11 november 2016

Gaat de uitlevering op het laatste nippertje toch niet door?

Vanochtend ontstond een kamermeerderheid die tegen uitlevering is van Iyamuremye en Mugimba. Het betekent dat er nu aanvullende kamervragen worden gesteld aan de minister van Justitie Ard van der Steur. Ondertekenaars van deze vragen zijn initiatiefnemer CU met PvdA, D66, PvdD, SP, GL en SGP. Ze vragen of de minister de uitlevering wil uitstellen tot hij hun vragen heeft beantwoordt.

Belangrijkste vraag: hoe komt het dat Witteveen niet door het Openbaar Ministerie of het ministerie van Justitie is gehoord. De ondertekenaars vinden dat eerst Witteveen gehoord moet worden, voordat uitlevering plaatsvindt. Witteveen is immers de enige ter wereld die een jaar lang een blik in de Rwandese justitie-keuken mocht werpen.

Hoe het nu verder gaat is nog onzeker. Misschien wordt een kort geding aangevraagd, misschien reageert de minister heel snel.


Donderdag 10 november 2016 

Rwanda: facade rechtsstaat

Niet uitleveren, is het stellige advies van Rwanda expert Martin Witteveen aan de Tweede Kamer. Iemand die wordt beschuldigd van genocide en die wordt uitgeleverd heeft geen enkele kans op vrijspraak, dat is in Rwanda onmogelijk. Witteveen gaf zijn advies tijdens een rondetafelgesprek, georganiseerd door CU-lid Joel Voordewind.

De tijd dringt: zaterdagochtend aanstaande zullen Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba op het vliegtuig worden gezet naar Rwanda. De minister is niet van plan hen hier in Nederland te berechten, zo staat te lezen in zijn antwoorden op vragen van Voordewind. Juridisch zijn alle mogelijkheden uitgeput, de Tweede Kamer zou uitlevering kunnen verhinderen.

Daarom was er -op de valreep- vanochtend een gesprek tussen Martin Witteveen en de Tweede Kamercommissie Veiligheid en Justitie. Witteveen legde heel helder uit waarom naar zijn mening de twee genocide-verdachten niet aan Rwanda kunnen worden uitgeleverd. ‘Rwanda is een facaderechtsstaat. Het lijkt alsof de internationale standaard geldt, maar de werkelijkheid is anders.’ Witteveen zegt ook: ‘Rwanda is geen normaal land.’ 

Witteveen wees op de antwoorden van minister Ard van der Steur (zie blogbijdrage hieronder): ‘Die zijn redelijk standaard en ik begrijp de reactie van de minister wel. Maar hij gaat voorbij aan de context. Er is in Rwanda een papieren juridische werkelijkheid, een façade, waardoor het lijkt alsof aan alle normen wordt voldaan.Maar dat is niet zo. De werkelijkheid is een andere dan de puur juridische werkelijkheid van onze minister.’ Volgens Witteveen hebben mensen die van genocide worden beschuldigd geen enkele kans op vrijspraak.Hun veroordeling staat vast. En dat komt omdat er rond de genocide in Rwanda voor het regime maar één waarheid is: alle Hutu’s zijn schuldig, tenzij … Dit bepaalt de sfeer in het land en dat bepaalt ook de sfeer in de rechtbank. Er is geen ruimte voor andere gedachten. En in dit denken zit geen enkele ontwikkeling. Het is bevroren.’

In zijn rapporten schreef Witteveen al uitgebreid over het ontbreken van gekwalificeerde advocaten. Er is nu een lijst van advocaten die mogen werken voor mensen die van genocide worden beschuldigd. ‘Maar de advocaten op die lijst zijn van onvoldoende kwaliteit’, aldus Witteveen. Ook de rechters zijn niet altijd even competent. Zo was Witteveen bij alle getuigenverhoren aanwezig in het proces tegen Bandora. Toen hij het (Engelstalige) vonnis las was hij verbijsterd. ‘De rechter trok conclusies die nergens op waren gebaseerd. Het vonnis verzandde in chaos. Bandora werd veroordeeld terwijl er geen bewijs tegen hem was.’

Ook vertelt hij dat in Rwanda de genocidezaken als relatief simpel worden beschouwd. ‘Als winkeldiefstal en dat terwijl het de meest complexe zaken zijn die ik heb meegemaakt.’ Witteveen heeft veel ervaring, zo was hij vijf jaar rechter commissaris die onderzoek deed naar genocidezaken in Rwanda van onder meer Yvonne Basebeya. Witteveen werkte nauw samen met de Genocide Fugetive Tracking Unit. ‘Dan ging een team twee weken het veld in en kwamen ze terug met zo’n tien tot vijftien korte getuigenverklaringen en daar werd dan de beschuldiging op gebaseerd. 

Het komt er nu op aan of de commissieleden het advies van Witteveen overnemen. Opmerkelijk is wel dat zowel het Openbaar Ministerie als het ministerie van Justitie nooit met Witteveen hebben gesproken. En dat terwijl hij zo ongeveer de enige is in de hele wereld die een uniek kijkje kreeg in de keuken van de Rwandese rechtspraak en dan met name in de genocidezaken.

Als er een Kamermeerderheid te vinden is dan stelt Joel Voordewind aanvullende kamervragen aan de minister. En dat is dan weer aanleiding voor de advocaten van Iyamuremye en Mugimba om een kort geding aan te spannen. 

Lukt dit niet, dan worden ze aanstaande zaterdag op het vliegveld gezet.

Zie ook: https://www.vn.nl/laatste-kans-rwandese-genocideverdachten/


Woensdag 3 november 2016

Slecht nieuws voor Iyamuremye en Mugimba en voormalig hoofdaanklager beschuldigt Kagame van fikse tegenwerking

Minister Ard van der Steur vindt dat er helemaal geen beletsels zijn om Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba terug te sturen naar Rwanda. De rechter heeft gesproken en die vindt dat beide heren een eerlik proces wacht in Rwanda en een goede behandeling in de gevangenis. Van der Steur is niet van plan af te wijken van dit oordeel, zo schrijf hij in antwoord op kamervragen van CU-kamerlid Joel Voordewind..

Het betekent dat Iyamuremye en Mugimba elk moment op het vliegtuig gezet kunnen worden. De advocaten schreven op hun beurt een dringende brief aan de Tweede Kamercommissie die Rwanda in haar portefeuille heeft: In Rwanda wacht hen geen eerlijk proces dus laat hen in Nederland berecht worden. Ze dringen aan op een hoorzitting waarbij Martin Witteveen zijn verhaal kan doen. Witteveen is immers de enige die van heel dichtbij een kijkje in de Rwandese justitieel keuken heeft gekregen. “Hij heeft met eigen ogen gezien dat advocaten geen enkele positie hebben in Rwanda en geen verdediging kunnen voeren’, aldus de advocaten in de brief.Zij wijzen op de merkwaardige houding van de minister die liever vertrouwt op de autoriteiten van Rwanda dan op de eigen ervaren specialist Witteveen.

Op dit moment wordt gekeken of een hoorzitting mogelijk is. Als deze er komt, dan zal dat waarschijnlijk op 10 november aanstaande zijn.

Opmerkelijk is ook het interview in de Canadese krant Globe and Mail met voormalig hoofdaanklager van het Rwanda-tribunaal Louise Ardour. In het artikel zegt ze dat het tribunaal flink werd tegengewerkt door president Kagame als bepaalde onderzoeken hem niet aanstonden. Nu wisten we dat natuurlijk wel, maar het is fijn als het bevestigd wordt door een betrouwbare bron als de voormalig hoofdaanklager. Ardour waarschuwde haar opvolgster Carla del Ponte dat ze maar beter bepaalde onderzoeken buiten Rwanda kon houden, als ze geen risico wilde nemen. 

We weten dat Carla del Ponte uiteindelijk door de VS van het ICTR werd verwijderd toen ze de rol van de FPR en Kagame wilde onderzoeken. In een artikel van Peter Erlinder (die zelf uit Rwanda werd gejaagd toen hij Victoire Ingabire wilde verdedigen) staat overigens wel iets pikants. 

Hij beschuldigt Ardour ervan, toen ze nog hoofdaanklager was, een rapport (The Hourigan report) te hebben verdonkeremaand, waarin staat dat president Kagame betrokken was bij het neerhalen van het vliegtuig op 6 april 1994. Daarin zaten de Rwandese en Burundese president en dit is het startsein van de genocide. In het recente artikel met de Globe and Mail zegt Ardour dat ze in het bezit is van twee documenten waaruit de betrokkenheid blijkt van de Rwandese president. 

Oh ja, en over twee weken vlieg ik naar Oost-Congo. Kijken waar de stemhokjes hadden moeten staan.



Zondag 25 september 2016

Weer een stap in de goede richting:

KAMERMEERDERHEID TEGEN UITLEVERING NAAR RWANDA

Lang uit de lucht geweest; zit in Benin, en pas sinds gisteren een echte internet verbinding. Daarover in een volgend blog meer. Nu eerst het hele mooie nieuws.

De Tweede Kamer vindt dat Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba niet kunnen worden uitgeleverd aan Rwanda. Ze vindt dat de twee genocide-verdachten in Nederland moeten worden berecht. 

Het zijn met name de kritische rapporten van Martin Witteveen die voor deze omslag hebben gezorgd. Hij vond, na van heel dichtbij het Rwandese juridische systeem te hebben meegemaakt, dat verdachten van genocide niet kunnen rekenen op een adequate verdediging. Daarmee is een eerlijk proces niet mogelijk.

Ook het laatste ambtsbericht droeg bij aan de kritische houding van de Tweede Kamer. Daarin staat dat justitie niet onafhankelijk van het regime en invloedrijke zakenmensen kan opereren.

Verschillende partijen (een Kamermeerderheid) hebben vragen gesteld aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de minister van Buitenlandse Zaken. Ze vragen onder meer om de uitlevering van Iyamuremye en Mugimba op te schorten en hen in Nederland te berechten.

De minister en staatssecretaris moet de vragen binnen drie weken beantwoorden, maar de minister kan opschorting van de uitlevering weigeren. Het is dus niet zo, dat uitlevering helemaal van de baan is.

Het blijft allemaal spannend. Want hoe staan Buitenlandse Zaken en Justitie in dit alles? Buitenlandse Zaken schreef immers een redelijk kritisch ambtsbericht over mensenrechten en justitie in Rwanda. Terwijl de minister van Justitie vasthoudt aan uitlevering, zo schreef hij in een brief van 23 augustus naar verschillende mensen die bij hem hadden aangedrongen op een proces in Nederland:

 ‘In onderhavige zaak heeft de rechtbank mij geadviseerd om uitlevering toe te staan, mits de processen van beide heren na uitlevering in Rwanda zullen worden gemonitord op artikel 6 EVRM. Ik heb dit advies overgenomen … ‘

Geen spoor van twijfel hier te bekennen. 

De minister van Justitie Ard van der Steur heeft nauwelijks nog krediet en zal niet meer als minister terugkomen, terwijl Bert Koenders van Buitenlandse Zaken zich als een ervaren aal door buitenlandse politieke mijnenvelden beweegt. Ard van der Steur heeft niets meer te verliezen; hij kan de uitleveringen gewoon door laten gaan. Hij is ook degene die beslist, niet de minister van Buitenlandse Zaken.

Het is natuurlijk ook gewoon een kwestie van geld. Procederen in Nederland kost enorm veel geld en tijd. Nederland heeft (onder meer) daarom altijd geroepen dat de processen in het land van herkomst moeten plaatsvinden.

Het zou natuurlijk een regelrechte schande zijn als Van der Steur alsnog besluit om tot uitlevering over te gaan. De mensen die er echt verstand van hebben, zijn ervan overtuigd dat een eerlijke verdediging niet mogelijk is. Je kan nog zoveel monitoren als je wilt, daarin kun je geen verandering brengen. 

Van der Steur, kom uit je kasteel, laat vandaag dat glas bourgogne staan en betreedt heel even de echte wereld. Lees gewoon nog even goed de rapporten door van Martin Witteveen en het ambtsbericht van de collega van Buitenlandse Zaken. Leg Amnesty en Human Rights Watch maar even op een andere stapel. Zij hebben ook gelijk, maar zij hebben als het om Rwanda gaat, allang geen stem meer die aankomt bij de Nederlandse politiek en de Nederlandse rechters.


Maandag 18 juli 2016

Nog steeds dreunt het na: van het Haagse Gerechtshof mogen Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba naar Rwanda worden gestuurd om daar terecht te staan voor genocide. Dat betekent dat ze in feite elk moment op het vliegtuig gezet kunnen worden.

De advocaten gingen naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens om uitstel te vragen van de uitlevering, maar kregen nul op het rekest. De verwachting is dat een beroep bij dit Hof weinig kans van slagen heeft, omdat het Hof al in 2011 besliste dat verdachten van genocide kunnen worden teruggestuurd naar Rwanda. Zij behandelden de zaak van Ahurogeze versus Zweden.Ahurogeze werd ervan beschuldigd als Interahamwe leider te hebben gemoord tijdens de genocide. Hij kreeg asiel in Denemarken (2001),maar werd door Zweden gearresteerd toen hij in Stockholm arriveerde (2008). Hij stond namelijk op de Interpollijst. Een maand na zijn arrestatie stuurde Rwanda een officieel uitleveringsverzoek.

Het Hof oordeelde in 2011 dat er geen sprake was van slechte detentie omstandigheden, noch van een kwalitiatief onvoldoende rechtssysteem. Het Europese Hof baseerde zich daarbij vooral op weer een andere zaak; namelijk die van Uwinkindi. Zijn dossier was het eerste dat door het Rwanda tribunaal naar Rwanda werd gestuurd. Het Tribunaal vond Rwanda ver genoeg om zelf de verdachten van genocide te berechten. 

In feite zal het Hof niet snel uitlevering verhinderen. Eigenlijk alleen als iemand de doodstraf kan verwachten in het land waarnaar wordt uitgeleverd. De Europese rechters waren in 2011 zeer te spreken over recente ontwikkelingen in de Rwandese rechtssysteem.

Bij nalezing van een en ander kwam ik terecht bij een document over jurisprudentie van het Europese Hof wat betreft behandelde Nederlandse zaken in het jaar 2011. Daarin komt ook de zaak van Ahurogeze versus Zweden ter sprake. Maar wat heeft deze zaak nu met Nederland te maken? Het is immers Ahurogeze versus Zweden. En de man kreeg asiel van Denemarken, niet van Nederland.

Zoals we inmiddels weten, heeft Nederland veel tijd en geld gestoken in de verbetering van het Rwandese rechtssysteem. Nederland vond het blijkbaar ook haar taak in deze zaak van Ahurogeze, om een pro Rwanda verklaring af te leggen. Ik citeer nu uit het stuk Jurisprudentie 2011 Europees Hof voor de Rechten van de Mens

… op het feit dat zich ook in Nederland verdachten van de Rwandese genocide bevinden, dat het van groot belang is dat deze personen – die zich schuldig hebben gemaakt aan de meest grove mensenrechtenschendingen - voor de rechter gebracht worden en dat dit bij voorkeur in Rwanda zelf dient te geschieden. Daarnaast heeft Nederland benadrukt dat Rwanda de laatste jaren grote vooruitgang heeft geboekt met betrekking tot de ontwikkeling van de rechtsstaat – zowel qua wetgeving als in de praktijk - en is gewezen op de inspanningen dienaangaande van het Nederlands justitieel apparaat sedert 2006, de positieve ervaringen in de samenwerking met de Rwandese autoriteiten en het feit dat de gevangenis waarin klager zou worden gedetineerd aan internationale maatstaven voldoet en ook gebruikt wordt door het Speciale Hof voor Sierra Leone."

Let op de vet getypte regel: hoewel degenen die worden beschuldigd van genocide, zich daarvoor nog nooit hebben moeten of kunnen verantwoorden voor een rechter, vindt Nederland ze al schuldig. 

Het is typerend voor de manier waarop Nederland omgaat met de Rwandezen die van genocide worden beschuldigd. Wat Nederland betreft lijkt de rechtszaak een formaliteit, de mensen worden al bij voorbaat schuldig verklaard. Nederland klopt zichzelf en passant ook nog eens op de borst door de wijzen op haar inspanningen sinds 2006 en de positieve ervaringen met Rwanda.

Het zijn spannende dagen voor de Rwandezen in Nederland die kunnen worden uitgezet, omdat ze door de Nederlandse IND worden beschuldigd van genocide. Velen onder hen hebben geen dossier in Rwanda. Het zijn spannende dagen want telkens weer blijkt dat zij van de Nederlandse rechters, noch de Nederlandse regering, noch van Nederlandse ambtenaren, noch de Nederlandse politici ook maar enig begrip kunnen verwachten. Niemand wil geassocieerd worden met potentiële massamoordenaars. Laat Rwanda het maar uitzoeken is het devies. Dat ze in Rwanda een gevaarlijke toekomst tegemoet gaan,  is  ‘jammer maar helaas…'. 


Dinsdag 5 juli 2016

Van Haags Gerechtshof kunnen Iyamuremye en Mugimba worden uitgeleverd

Vandaag om 10.00 uur kwam de schriftelijke uitspraak in de zaken van Jean Claude Iyameremye en Jean Baptiste Mugimba. Het beroep van de staat werd op alle punten toegewezen door de rechter: Iyamuremye en Mugimba kunnen een eerlijk proces tegemoet zien in Rwanda is de conclusie. Er is geen reden om aan te nemen dat de kwaliteit van alle Rwandese advocaten te wensen overlaat om dergelijke processen te voeren. Daarnaast geeft Rwanda voldoende garanties voor een eerlijke rechtsgang, aldus het Gerechtshof Den Haag. 

De rapporten van Martin Witteveen werden door de rechters zo ongeveer met de grond gelijk gemaakt; de conclusies van James Alguin die een rapport schreef voor de Staat werden zo ongeveer in zijn geheel overgenomen. Zo vindt het Gerechtshof dat de advocaten de afgelopen tijd voldoende internationale steun ontvingen en zien zij geen bewijs in de stelling dat deze steun bij de verkeerde mensen terechtkwam, zoals Witteveen schreef. Het Gerechtshof zegt niet te kunnen beoordelen of het advocaten honorarium onvoldoende is in dergelijke complexe zaken, zoals de advocaten van Iyamuremye en Mugimba aanvoerden. Ook zal er geld zijn voor onderzoek, aldus het Gerechtshof. In twee zaken is al budget toegewezen.

Het gerechtshof gaat volledig voorbij aan de conclusies van de advocaten dat er op papier van alles goed is geregeld, maar dat de praktijk iets heel anders uitwijst. 

Deze uitspraak is natuurlijk zeer teleurstellend. Niet alleen voor de familie en vrienden van Iyamuremye en Mugimba, maar ook voor de Rwandezen in ons land die dreigen te worden uitgezet omdat ze door de Immigratiedienst van genocide worden beschuldigd en voor Rwandezen die in andere landen processen voeren om uitlevering te voorkomen.

De advocaten van Iyamuremye en Mugimba stappen nu naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Daar vragen ze allereerst om een interim maatregel, zodat beide mannen niet direct op het vliegtuig gezet kunnen worden. Het Europese Hof beslist hierover binnen een paar dagen Als ze de vraag afwijzen, kunnen beide mannen direct worden uitgeleverd. Het kan zijn dat ze dan al volgende week naar Rwanda gaan. 

Hier is de uitspraak.


Dinsdag 7 juni 2016

Het beroep gisteren van Iyamuremye en Mugimba mondde uit in een rapporten en memo-polemiek tussen James Arguin (hoofdaanklager Rwandatribunaal)  en Martin Witteveen (voormalig adviseur van de Genocide Fugitive Tracking unit in Kigali). Waarbij het rapport van Arguin werd gebruikt door De Staat om aan te tonen dat Iyamuremye en Mugimba teruggestuurd kunnen worden naar Rwanda omdat hen daar een rechtmatig proces wacht en waarbij de rapporten van Witteveen door de verdediging werden geciteerd om aan te tonen dat Rwanda op dit moment niet in staat is tot een eerlijk proces vanwege gebrekkige verdedigingsmogelijkheden.

Er gebeurden vreemde zaken gisteren in de rechtszaal. Daarover zal ik vanavond meer opschrijven, heb er nu geen tijd voor. In ieder geval hebben de rechters dubbel zo veel tijd nodig om tot een beslissing te komen. In plaats van de gebruikelijke twee weken komt de uitspraak op 5 juli.Maandag 6 juni beroep Iyamuremye en Mugimba

Volgende week maandag 6 juni om half twee dient in Den Haag het hoger beroep in de uitleveringszaken van Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba. Vorig najaar vond de rechter dat beiden niet konden worden uitgeleverd aan Rwanda tenzij er aan bepaalde voorwaarden was voldaan. De staat ging tegen deze beslissing in beroep; dat vindt dus volgende week plaats.

De rechter vond dat er onvoldoende zekerheid was of de verdachten wel adequaat zouden worden bijgestaan door capabele advocaten. Ook was er geen garantie voor gedegen onderzoek. De rechter kwam tot zijn oordeel mede op basis van een rapport van Martin Witteveen. Deze adviseerde een jaar lang de Genocide Fugitive Tracking Unit, de organisatie in Rwanda die zich bezighoudt met mogelijke genocidairs in het buitenland.Ik ontmoette Witteveen twee keer in Kigali, toen hij er nog maar enkele maanden zat. Hij was toen optimistisch gestemd over mogelijke genocide-processen in Rwanda. In met name het tweede rapport dat hij schreef, is dat optimisme gekanteld, met name vanwege de kwaliteit van de advocaten die de genocidairs kunnen zen zullen bijstaan.

Er is een derde memo, waarin Witteveen nog scherper verwoordt, waarom verdachten niet zonder meer naar Rwanda kunnen worden gestuurd. Ik heb onder meer naar dit memo gewobd, een beroep gedaan op de Wet openbaarheid bestuur, maar zoals gebruikelijk traineert het ministerie van Justitie het geven van informatie. Mijn vraag stuurde ik in juni vorig jaar, ik kreeg na maanden de twee rapporten waarom ik vroeg. Dat was niet verwonderlijk, ze waren inmiddels overal op internet te vinden en emailcorrespondentie waarin veel informatie was weggelakt.Van het memo werd het bestaan erkend, maar krijgen, nee dat ging niet. Openbaarheid zou de relatie met Rwanda kunnen schaden. 

Mijn Wob verzoek komt nu bij de rechter, na het beroep van Iyamuremye en Mugimba. Daar zal het memo wel aan de orde komen, zodat mijn Wob-rechter waarschijnlijk het memo gewoon zal vrijgeven, omdat de inhoud na de beroepszaak globaal of gedetailleerd bekend zal zijn.

De rapporten van Witteveen zorgen voor veel beweging in Rwandese uitleveringszaken, ook in het buitenland. Daarnaast zijn een aantal uitzettingszaken geschorst. 

Oh ja, hou de avond van 29 juni alvast vrij. Dan wordt er gedebatteerd over de Nederlandse rol bij uitzetting- en uitleveringsprocedures van Rwandezen die verdacht worden van genocide. Plaats van handeling: Humanity House Den Haag. Tijd: 20.00 uur. Organisatie: The Hague Peace Projects. Sprekers: onder andere Joris van Wijk, genocide-specialist, verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam en Marieke van Eik, kantoor Prakken d’Oliveira, advocate gespecialiseerd in immigratierecht en genocide. 


Vrijdag 27 november

Uitlevering verboden 

Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba mogen niet worden uitgezet. Dat besliste vanochtend de Haagse rechtbank. Er is onvoldoende zekerheid of de uitgeleverde verdachten in Rwanda wel adequaat worden bijgestaan door capabele advocaten. Ook is er onvoldoende garantie dat er genoeg geld is voor gedegen onderzoek. Zelfs met monitoring van het proces door Nederland zijn er onvoldoende garanties. Pas als er voldoende zekerheid dat de verdachten een proces krijgen in Rwanda dat aan de gewenste kwaliteit voldoet, mag er worden uitgeleverd.

De uitspraak mag gerust een trendbreuk worden genoemd. Tot nu toe gingen de meeste rechters er van uit dat uitzetting of uitlevering naar Rwanda met voldoende garanties waren omkleed.

Aan de basis van de uitspraak ligt een rapport van een Nederlands deskundige. Deze constateerde in zijn rapport van juni 2015 dat de verdediging van verdachten ontbreekt of volstrekt onvoldoende is en/of niet gekwalificeerd. Het gaat dan om verdachten die zijn uitgeleverd of overgedragen zijn door het Rwanda Tribunaal. Rwanda was woedend over het rapport. Ook de nederlandse landsadvocaat had geen goed woord over voor het rapport. De expert was vooringenomen, zou te snel conclusies hebben getrokken en de processen niet hebben gevolgd.

Die bewoordingen lijken veel op de uitspraak van de Raad voor de Journalistiek deze week. Die oordeelde dat ik subjectief, tendentieus en niet-waarheidsgetrouw had bericht in Vrij Nederland over Jean Claude Iyamuremye. De raad houdt niet van betrokken journalistiek. Morgen ga ik hier uitgebreid op in. Nu volsta ik even met het volgende: alle feiten in mijn artikel kloppen en zijn gecheked. Ja, in het artikel geef ik deels mijn mening, deels die van Iyamuremye. En wat betreft de zogenaamde 'neutrale' journalistiek: 'Betrokken journalisten halen feiten, inzichten en interpretaties boven water die hun 'neutrale' collega's het publiek onthouden. De betekenis van feitelijke gebeurtenissen is namelijk niet voor iedereen in de maatschappij hetzelfde' (De rekbare waarheid, Taco Rijssemus).


Maandag 16 november 2015

Nederlandse Staat 'verraadt' eigen adviseur in kort geding uitlevering

Er is al zoveel gesproken en geschreven over Parijs, en zal nog zoveel over worden geschreven en gesproken, dat ik hier mijn mond hou. Ik heb er niks zinnigs aan toe te voegen. Laat mij maar blijven schrijven over zaken waar (bijna) niemand over schrijft.

Zoals over het kort geding van Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba tegen de Staat afgelopen vrijdag de dertiende. Zij willen niet uitgeleverd worden naar Rwanda en dit kort geding is hun laatste mogelijkheid om het tegen te houden. Niet aan de orde is hun schuld of onschuld, wel of Rwanda in staat is hen een eerlijk proces te bieden als zij daar zijn. Een hoofdrol in dit kort geding werd gespeeld door een rapport van een Nederlandse adviseur.

Zelden zag ik een landsadvocaat zo intrappen op iemand die ooit 'een van hen' was. Martin Witteveen was officier van justitie, rechter, deed onderzoek naar Oegandees krijgsheer Joseph Kony en tot deze zomer adviseerde hij het openbaar ministerie van Rwanda in zijn hoedanigheid als  adviseur internationale misdaad. Witteveen maakte voor een Engelse uitzettingszaak, voor het Engelse OM twee rapporten. Het eerste maakte hij in september 2014 en hierin was hij nog vrij lovend over de justitiële stand van zaken in Rwanda.

Het tweede rapport dateert uit juni 2015 en is een stuk kritischer, zeker wat betreft de rol van advocaten in uitleveringszaken. Zij krijgen te weinig geld voor goed onderzoek, hebben (nog) te weinig kwaliteit voor dergelijke complexe zaken, en voelen zich beknot door het ministerie van Justitie dat hen nauw in de gaten houdt. Tot voor kort mochten advocaten zich niet kritisch uitlaten over het regime, maar onder buitenlandse druk is dat tegenwoordig 'toegestaan'. 

Dit tweede rapport riep de grote woede op van Rwanda en de Rwandese orde van advocaten. Witteveen zou maar wat roepen, hij was lang niet bij alle belangrijke processen geweest. De landsadvocaat ging tijdens het kort geding geheel met Rwanda mee: er klopte niets van het tweede rapport. 

Met andere woorden: de Nederlandse landsadvocaat hechtte meer geloof aan Rwanda, dan aan Martin Witteveen, gepokt en gemazeld in het internationale recht. Dit nu, is exemplarisch voor de houding van Nederland. Nederland wil niet zien dat 'something is rotten in the state of Denmark'.  

Waarom blijft Nederland zo hardnekkig vasthouden aan het standpunt dat het goed procederen is in Rwanda? Dat het in Rwanda heus, echt, zeker, allemaal wel meevalt? Ik heb echt geen flauw idee. 

Ik denk dat de advocaten van Iyamuremye er wellicht dichtbij komen. Omdat Nederland al sinds de genocide in 1994 betrokken is bij de wederopbouw van het justitiële systeem en er veel geld en tijd is ingestoken, is er een hoge mate van wensdenken ontstaan. Nederland wil heel graag Rwanda vertrouwen als land en rechtssysteem, zo zeer, dat ze denkt dat zelfs genocide verdachten, de ergste misdaad ter wereld, er een eerlijk proces zullen krijgen. 

Natuurlijk is er in die twintig jaar verkokerd denken ontstaan. Als je je bij voortduring richt op de positieve kanten van een land, dan is het lastig de donkere kant te zien. Dat geldt natuurlijk evengoed voor de andere beweging: uitsluitend de negatieve kanten willen zien. Er ontstaat een gevaarlijk conservatief denken, waar geen ruimte is voor nieuwe ideeën.  

Het is een gevaarlijk wensdenken conservatisme, omdat er slachtoffers (gaan) vallen. Niet alleen onder de mensen die worden uitgeleverd of uitgezet naar Rwanda. Dit conservatisme wordt door nederland vaak goedgepraat onder het motto: we moeten met Rwanda in gesprek blijven, want anders hebben we helemaal niets meer in te brengen. 

Maar wat betekent het als de Nederlandse staat bereid is haar eigen -hoog gekwalificeerde- mensen aan dat 'gesprek' op te offeren?

Uitspraak kort geding: 27 november 2015.


Maandag 14 Juli 2014

Mugimba mag uitgeleverd van de rechter

In Frankrijk is het vandaag feest. Daar vieren ze het begin van de revolutie (1789) tegen de adel en koning Lodewijk de 16de in het bijzonder: de Fransen bestormen de gevangenis La Bastille in Parijs. Na drie eeuwen absolute macht van de adel en de geestelijken, pikt het volk het niet langer. Het heeft er genoeg van de rekening te moeten betalen van de luxe van diegenen voor wie ze niets anders zijn dan gespuis. Vrijheid, gelijkheid en broederschap werd het nieuwe motto. Er zijn nog heel wat landen in de wereld die een snufje van dit ideeëngoed zouden kunnen gebruiken, waaronder de Afrikaanse landen die ik zelf regelmatig bezoek.

Wat iedereen al vreesde gebeurde afgelopen vrijdag. De rechter besliste dat Jean Baptiste Mugimba aan Rwanda kan worden uitgeleverd. De rechter vond niet dat ONVERWIJLD, dus zonder enige twijfel, de onschuld van Mugimba was aangetoond. In een uitleveringszaak is dit een hele lastige opgave, want hoe bewijs je twintig jaar na dato zodanig je onschuld dat zelfs een Nederlandse rechter er genoegen mee neemt? Zou ik kunnen aantonen bijvoorbeeld dat ik twintig jaar geleden met geen mogelijkheid op een bepaalde plek had kunnen zijn? Stel dat er twintig jaar geleden een moord was gepleegd in ons doorgaans zo vreedzame Franse dorpje. Kan ik dan vandaag ZONDER TWIJFEL aantonen dat ik het helemaal niet gedaan heb? Natuurlijk  niet. Een Nederlandse rechter zou mij zonder enige TWIJFEL uitleveren aan Frankrijk. Zoek het daar maar lekker uit. Daar is het immers gebeurd.

Dat Mugimba talloze getuigenverklaringen overlegde dat hij niet op de plek was waar het Openbaar Ministerie dacht dat hij was, dat maakt niet uit. Het Openbaar Ministerie toonde aan dat Mugimba er geweest zou kunnen zijn. Daarnaast was Mugimba ook beschuldigd van het plannen van de genocide, en daarvoor hoef je niet ter plekke zelf met een machete mensen staan te  vermoorden. Plannen kan je vanaf afstand doen, zo zei de rechter. 

En waar verder iedereen ook bang voor was, gebeurde ook: de uitspraak van de Hoge Raad op 17 juni, dat Jean Claude Iyamuremye uitgeleverd mag worden, liep ook in deze uitspraak als een soort rode draad. De Hoge Raad had immers geoordeeld dat de garanties van Rwanda op een eerlijk proces en goede behandeling voldoende waren? Dus waarom zou de rechter er anders over oordelen in deze zaak? Mugimba krijgt te maken met Transfer Law en daarmee Fair Trial Guarantees. Kortom, als Rwanda iets belooft, dan doet ze dat ook, aldus de Hoge Raad en nu dus de Haagse rechtbank. 

Van het argument dat Mugimba gevaar loopt omdat hij politiek actief is, ook daarvan was de rechter niet onder de indruk. Er zijn nooit bedreigingen geuit aan zijn adres en de advocaten hebben gewoon niet duidelijk kunnen maken waarom nou juist Mugimba gevaar zou lopen. Maar waren we het er nou juist niet met zijn allen over eens (ook de Nederlandse regering) dat de president de veiligheid van zijn land boven alles stelde en dat hij, om die veiligheid te beschermen, heel erg ver gaat. Dat hij individuen opoffert voor het grote geheel. Dat hij in die bescherming van die veiligheid niet altijd logisch redeneert en dat daarin juist het grote gevaar ligt voor individuen, omdat je nooit weet wie hij wel en wie hij niet als een bedreiging ervaart?

De volgende stap voor Jean Baptiste Mugimba is de Hoge Raad. We weten al hoe die oordeelde over de uitlevering van Jean Claude Iyamuremye. Ook bij Mugimba zal de minister moeten beslissen. Die minister is dit weekend op vakantie gegaan. Hij zal misschien niet eens weten dat twee mensen in een Nederlandse gevangenis wachten op hun uitlevering. Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Ook in Nederland moeten we dat motto er maar weer eens instampen.


Zaterdag 28 juni 2014

Vrijdag 11 juli maakt de Haagse rechtbank haar advies aan de minister bekend: kan Baptiste Mugimba wel of niet worden uitgeleverd naar Rwanda. Het ziet er voor Mugimba niet vrolijk uit. Er moet een wonder geschieden wil het advies aan de minister negatief uitvallen. Want, zo redeneert tot nu toe de Haagse rechtbank, Mugimba krijgt in Rwanda een menselijke behandeling, een nette gevangenis en een eerlijk proces. Zijn schuld of onschuld kan daarom het beste aan de orde komen tijdens een proces in Rwanda. 

Iedereen gelukkig, behalve Mugimba en zijn familie natuurlijk. Rwanda is gelukkig omdat met de Nederlandse uitlevering er weer een extra instrument is om andere critici in het buitenland uitgeleverd of uitgewezen te krijgen. Als Nederland Rwandezen uitlevert, dan kunnen andere landen dat ook. De uitspraak van de Nederlandse rechters hebben gevolgen ver over de grens.

Nederland is gelukkig omdat een proces in Rwanda een stuk goedkoper is en ook een stuk minder tijdrovend. En Nederland heeft laten zien dat ze graag mee wil werken aan de uitlevering. Het OM liet een aantal malen duidelijk merken dat zij het belangrijker vindt dat Rwanda niet op kosten wordt gejaagd door Nederland, dan wat er met Mugimba gebeurt. Garanties op monitoring? Niet nodig. Garantie op een buitenlandse advocaat? Ben je gek, dat wordt veel te duur voor Rwanda. Als het aan het OM ligt, dan sturen ze Mugimba naar Rwanda, zonder zich ook nog maar een enkele seconde om hem te bekommeren.

Mugimba moest ondubbelzinnig aantonen dat hij niet schuldig is, om aan uitlevering te ontsnappen. Samen met zijn advocaten en rapportages van de vertrouwensadvocaat kwam hij een heel eind. Hij kon aantonen dat hij niet in Kigali was vanaf 8 april 1994, hij kon aantonen dat anderen de mensen hebben vermoord, waarvan hij werd beschuldigd, hij kon aantonen dat een vergadering nooit heeft plaatsgevonden. Maar de grote vraag is of het bewijsmateriaal voldoende is om alle twijfel uit de weg te ruimen. Want bij twijfel wordt Mugimba uitgeleverd.

Wrang is dat het Openbaar Ministerie beschuldigen kan wat ze wil, zonder zich echt druk te hoeven maken over de bewijslast. Dat kan namelijk worden uitgezocht na uitlevering in Rwanda. Het OM hoeft alleen maar een beetje aannemelijk te maken dat Mugimba schuldig zou kunnen zijn en dat het gaat om misdrijven die ook in Nederland bestraft zouden worden. Het OM neemt dus klakkeloos de informatie over van Rwanda, laat een Individueel Ambtsbericht maken dat die informatie onderschrijft en hoeft verder weinig te doen. Het is de verdediging die zich in het zweet moet werken. 

Nog wranger is dat tijdens de procedure positieve rapporten over Mugimba in een bureaulade van de ambassade zijn verdwenen. Dat de getuigen waarop het Individueel ambtsbericht zich baseert anoniem zijn en alleen bekend bij de vertrouwensadvocaat van de ambassade. Dat officiële documenten vanuit Rwanda worden afgedaan als subjectieve getuigenverklaringen. Tijdens het hele proces heb ik een arrogante vooringenomenheid, ja soms zelfs dedain,  geproefd bij het OM. 

In hoeverre dat voor de rechtbank geldt, weet ik niet. Weinig hoopvol is dat het dezelfde rechter was, die het uitleveringsproces van Jeasn Claude Inyamuremye deed.Zij adviseerde positief: Jean Claude mocht enkele reis Rwanda.

Voor Mugimba ziet het er in Rwanda somber uit. Hij zal waarschijnlijk in eerste instantie in de internationale vleugel van de centrale gevangenis in Kigali komen, of in Nyanza. Deze vleugels zijn vergeleken met de normale gevangenissen in Rwanda een luxe aangelegenheid, maar het is maar de vraag hoe lang Mugimba in deze 'luxe' kan zitten. Er is een grote kans dat als de internationale schijnwerpers zich van Mugimba hebben afgewend, en dat zal snel zijn, want Mugimba is geen grote 'vis', dat hij zal worden overgebracht naar een gewone gevangenis. Daar moet hij zien te overleven in een harde wereld, zonder al te veel eten en hygiëne. Hij heeft daar ongeveer twee vierkante meter aan privé-ruimte in een donkere cel die hij deelt met dertig of veertig anderen. Als hij wil, mag hij werken op de bananenplantage of in de varkensstallen. Als hij niet wil, dan zit hij de hele dag op een plein met duizenden anderen, in de volle zon.

Stel dat Rwanda echt van plan is Mugimba een eerlijk proces te geven in de speciale rechtbank met speciaal opgeleide rechters en officieren van justitie. Dan nog lijkt het onmogelijk. Rwanda heeft namelijk geen traditie van onafhankelijke rechtspraak. 

Een gevaarlijk signaal is bijvoorbeeld het feit dat advocaten van mensen in de internationale vleugels, hun factuur sinds kort naar het ministerie van Justitie moeten sturen. Die gaan vervolgens zitten steggelen over de hoogte van de factuur of ze gaan bij de gevangenen langs om te vragen of ze echt wel die meneer als advocaat willen. Er is dus geen sprake van een onafhankelijke verdediging als je rekeningen moeten worden betaald door de tegenpartij. 

Wordt vervolgd

Donderdag 26 juni 2014, 18.00 uur

De rechtbank vindt haar eigen interne planning belangrijker dan het belang van een goede verdediging. De rechtbank lijkt daarom bevooroordeeld. Daarom wraakten de advocaten van Jean Baptiste Mugimba, eerder deze middag de Haagse rechtbank.

De advocaten vonden dat ze te weinig tijd kregen om nog een laatste keer te reageren op de repliek vandaag van het OM. Hun reactie (dupliek) stond voor vanmiddag gepland, maar omdat het OM op het laatste moment nog een nieuw mailbericht uit de hoge hoed toverde, wilde de verdediging graag wat meer tijd om dit te onderzoeken. Het OM had immers dit mailbericht al weken in haar bezit. Dus waarom het pas op het laatste moment in het dossier werd toegevoegd? De advocaten zeiden het net niet, maar uit alles bleek dat ze het flink onbehoorlijk vonden! Ook de argumentatie over onbetrouwbare getuigen van Mugimba had meer onderzoekstijd nodig dan één enkele dag. aanraast wilde de Belgische advocaat Jean Flamme meer tijd om onjuistheden van het OM over uitspraken van het Straftribunaal in Arusha te weerleggen. De rechtbank was de verdediging 'ter wille' en wilde verzetten naar morgenmiddag. Daar ging de verdediging niet mee akkoord. Ze hadden meer tijd nodig. Omdat er geen zaal beschikbaar was de komende tijd, weigerde de rechtbank.

Een wrakingskamer van drie rechters moest vanmiddag beslissen of 'wraken' aan de orde is. Wraken betekent dat je vindt dat de rechter of rechters bevooroordeeld zijn en daarom hun werk niet goed kunnen doen. 

De drie rechters hadden aan drie kwartier genoeg om te beslissen dat de advocaten onvoldoende hadden gemotiveerd waarom ze de rechtbank bevooroordeeld vonden en ook waarom ze niet aan één enkele dag genoeg hadden.

Dus gaat het proces morgen om 13.30 uur verder met dezelfde rechters als er voor. De familie van Mugimba was teleurgesteld. Zij vinden het onbegrijpelijk dat het OM al vooruitlopend op een proces alle tijd heeft om haar zaken voor te bereiden en dan ook nog eens tijdens het proces, telkens meer tijd krijgt dan de verdediging.

Antwoord van OM hangt van veronderstellingen aan elkaar

Vandaag was het dus allereerst de beurt aan het Openbaar Ministerie om te reageren op het pleidooi van de verdedig van afgelopen dinsdag. Deze 'repliek van het OM hing van veronderstellingen aan elkaar. Wie meer wil weten kan hier verder lezen.


Donderdag 26 juni 2014. 8.00 uur

Wie is de grootste manipulator? 

Vandaag de laatste dag van het proces tegen Mugimba waarin de rechter advies moet geven aan de minister van Justitie of Mugimba uitgeleverd kan worden of niet.

Het OM danste maandag achter haar tafel met het verhaal dat niet Rwanda, maar Mugimba de manipulerende engerd was. Dinsdag trok de verdediging het kleedje onder deze dansende benen vandaan: de verdenkingen tegen Mugimba waren wel degelijk gefabriceerd. Een reconstructie:

In 2007 krijgt Mugimba een Rwandees paspoort. Dat betekent dat hij in Rwanda niet als genocidair op de lijsten staat vermeld. In hetzelfde jaar krijgt hij ook een verblijfsvergunning dankzij de pardonregeling. Nederland had evenmin informatie dus over mogelijk genocidaire activiteiten. Geen vuiltje aan de lucht, zo lijkt het.

Vanaf 2008 wordt duidelijk dat oppositieleidster Victoire Ingabire terugwil naar Rwanda om mee te doen met de presidentsverkiezingen in Rwanda. Mugimba, en met hem andere leden van haar partij, worden steeds actiever. Er moet immers geld ingezameld en een campagne voorbereid. In december 2009 organiseert Mugimba een bijeenkomst in zijn woonplaats waar de verkiezingscampagne van Ingabire officieel wordt afgetrapt.

In juni 2010 vraagt de IND aan het ministerie van Buitenlandse Zaken om meer informatie over Mugimba. 'Onze' eigen vertrouwenspersoon Claude (zie mijn artikel in VN) gaat op onderzoek en vindt niets belastends. DIT ONDERZOEK VERDWIJNT IN DE BUREAULADE VAN DE NEDERLANDSE AMBASSADE IN KIGALI. In een brief van BuZa staat te lezen dat het verslag 'onvoldoende bruikbare informatie' zou hebben opgeleverd. Ontlastende informatie was dus ''onbruikbaar'.

De ambassade laat een andere vertrouwenspersoon onderzoek doen. En die tovert wél belastend materiaal uit de hoge hoed. Dit rapport wordt dan ook wél doorgestuurd naar het ministerie van Buitenlandse Zaken en op basis van dit rapport wordt het Individueel Ambtsbericht gemaakt. Let wel: NIEMAND, behalve de vertrouwenspersoon, weet wie gebruikt zijn als bron.

In november 2012 ontvangt Nederland een arrestatiebevel voor Mugimba van Rwanda dat verdacht veel lijkt op het Individueel Ambtsbericht. 

Heeft Nederland bij Rwanda aangeklopt na het antecenden-onderzoek in Kigali, zodat Kigali opeens ontdekte dat er een erge genocidair in Nederland woonde? Of heeft Rwanda Nederland informatie gegeven waardoor het onderzoek in Nederland werd gestart? En heeft Rwanda, toen het onderzoek in Kigali door Claude niets opleverde, gezorgd voor nieuwe getuigen die wel een belastende verklaring wilde afleggen? 

Wordt vervolgd

Woensdag 25 juni 2014

Het OM maakt een vreugdedansje, advocaat kapittelt OM en rechter

Maandagochtend begon het proces van Jean Baptiste Mugimba. De rechter gaat de minister van Justitie adviseren of Mugimba naar Rwanda kan worden uitgeleverd. Er is iets raars met deze processen, want eigenlijk is schuld of onschuld niet de centrale vraag, maar of iemand een eerlijk proces en een menselijke behandeling kan verwachten in het land waarnaar wordt uitgeleverd. 

Hoewel schuld en onschuld dus officieel niet centraal staan, draait het daar ook weer wel om: het OM moet bewijzen dat het gaat om zaken die ook in Nederland strafbaar zijn. 

Het OM startte fluks en fruitig afgelopen maandag. Ze hadden het gevonden: werd tot nu Rwanda beschuldigd van het manipuleren van getuigen en bewijsmateriaal, het OM vond bewezen dat Mugimba dat gedaan: 'Accusation in a mirror'. 

Mugimba had gesjoemeld met valse paspoorten, een valse naam opgegeven en er waren concept getuigenverklaringen gevonden in zijn computer. Bijna triomfantelijk werd dit gebracht door het OM. Ze maakten nog net geen dansje achter hun tafel. Wat zullen ze gegniffeld hebben bij het opstellen van dit verhaal. Koekje van eigen deeg, lekker puh!

Gisteren echter maakte de verdediging gehakt van het verhaal, vooral de flamboyante Belgische advocaat Jean Flamme was een verademing. Hij kapittelde het OM: "U moet uw werk onafhankelijk en onbevooroordeeld doen, maar daar lijkt het niet op. U gebruikt oude informatie, u hebt de plicht nieuwe informatie tot u te nemen." Flamme kapittelde zelfs de rechter toen zij het waagde hem te onderbreken: "Dit is zeer belangrijk mevrouw de voorzitter, dit is het kader."

Belangrijk is ook nu weer een rapport van de voormalige vertrouwensadvocaat in Rwanda. Mugimba wordt ervan beschuldigd een aantal mensen te hebben vermoord. De vertrouwensadvocaat ging op onderzoek uit en kwam achter de namen van de werkelijke moordenaars. Een deel van hen zit in een Rwandese gevangenis, een ander deel is gevlucht. 

Morgen het vervolg


Donderdag 23 januari 2014

Vanochtend vroeg is Jean Baptist Mugimba opgepakt omdat Rwanda heeft verzocht om uitlevering. Mugimba's huis en winkel werden doorzocht. Waarom Rwanda Mugimba wil hebben, is nog niet bekend, maar we kunnen aannemen dat het gaat om beschuldigingen die wijzen op genocide. Mugimba zit nu vast in afwachting van de uitspraak van de rechter. Mugimba is voorzitter van de raad van Bestuur van Febermo, een koepel van Rwandese organisaties. 

Of de mensen nu wel of niet worden uitgezet op den duur, Kagame lijkt zijn doel nu al bereikt te hebben. De Rwandese gemeenschap staat doodsangsten uit en kan zich met niets anders bezig houden dan met het redden van hun eigen hachje. Voor het structureel oppositie voeren blijft op deze manier steeds minder tijd over.