De verrukkelijke Habib Koite

YouTube video

Eerder gepubliceerd: Next generation, Care Nederland, 2008

Hij is nieuwsgierig naar de verbinding tussen hip hop en de N’goni, wil nog graag een project met straatkinderen doen en vindt het jammer dat hij de opening van een nieuwe kliniek moet missen. “Nee, de politiek trekt me niet. Ik lever mijn bijdrage via de muziek.”


Wie de muziek beluistert van Habib Koité hoort het rustige ritme van de rivier Bani, de ritselende bladeren van de baobab, het opgewonden rumoer van de markt in Ségou, het continu stampen van de vijzel, het echoënde gebalk van ezels, het snelle voetgeroffel van rennende jongens over stofpad, het huilen van een kind. Of zoals Koité het zelf zegt: “Je herkent Mali aan het ritme en de melodie van onze muziek. De woorden mogen veranderen door de jaren heen, de melodie blijft en is onze identiteitskaart.”

Habib Koité, op dit moment een van de bekendste en meest gewaardeerde Malinese musici, toerde in juni 2008 door Nederland, België en Frankrijk. Klap op de vuurpijl van zijn korte Europese tournee was eind juni zijn optreden in Nice. Daar trad hij vijf keer op, samen met in totaal 2500 Franse schoolkinderen en zijn vaste band Bamada. “Ik ben gek op kinderen. Een van mijn grootste wensen is om nog eens een project te doen met straatkinderen. Door hen in aanraking te brengen met muziek, hen een instrument te leren bespelen, zien ze misschien beter dat ook zij een toekomst hebben.”

Koité is zeer actief  als het gaat om de toekomst van zijn land. Hij is zeer betrokken bij projecten die malaria, aids en kanker moeten terugdringen. “Omdat ik nu op tournee ben, moet ik de opening van een nieuwe kliniek missen. Die is speciaal opgezet voor zwangere vrouwen met aids. Door medicijnen en goede begeleiding, hopen we te voorkomen dat ze de ziekte doorgeven aan hun kinderen.”

 

Geworteld in de muziek

Koité stamt uit een familie van musici. In Mali wordt nog steeds met eerbied over zijn grootvader gesproken, legendarische virtuoos op de N’goni, het traditionele snaarinstrument. Zijn moeder was een griotte, een traditioneel musicus, onmisbaar bij alle belangrijke ceremonies zoals geboorte, huwelijk en dood. Zijn vader, hoewel in dienst van de spoorwegen, speelde met veel plezier gitaar. Koité: “Ik leerde mezelf muziek te maken door naar hen te kijken en te luisteren.”

Koité (1958) werd niet geboren in Mali, maar in Senegal omdat zijn vader daar destijds was gestationeerd. “Hij werkte aan de lijn Daka-Niger. Toen er in 1960 een depot in Mali opgezet moest worden, verhuisden we.” 

Mali is een van de armste landen ter wereld. Maar dankzij een stabiele politieke situatie is er wel enige verbetering te zien, Zo groeide het inkomen per hoofd van de bevolking van 220  dollar in 2000 naar 440 dollar in 2006. Koité: “Armoede staat aan de basis van al onze problemen. De kwaliteit van onderwijs, gezondheidszorg en ons voedsel, het is allemaal daarop terug te voeren. Ons land is droog, en putten slaan kost geld. Onze kinderen zijn ondervoed, maar zonder water geen oogst. Onze moeders zijn ziek, maar zonder geld geen medicijnen en klinieken. We hebben inmiddels een kleine intellectuele kern die probeert het land omhoog te tillen. Zij zijn het die de rest van onze  mensen moeten wijzen hoe de verder te gaan. Ik reken mezelf daar ook toe. Maar we kunnen het niet alleen. We hebben hulp nodig, maar dan wel echte hulp van organisaties die het belang van het land voor ogen hebben, niet het belang van zichzelf.  Want helaas zie je tegenwoordig steeds meer geld in de zakken van de verkeerde mensen verdwijnen. Zo worden er allerlei lokale projecten gestart, enkel en alleen om voor zichzelf geld binnen te halen en daarmee goede sier te maken. Die mensen krijgen opeens status en rijden in een dikke fourwheeldrive. Dat is niet goed. Maar ik ben er van overtuigd dat de donors op een gegeven moment ontdekken hoe het zit. Dat er te veel geld aan de strijkstok blijft hangen en hun betalingsstructuur zullen veranderen.”

Koité is somber als hij praat over de armoede in zijn land, al heeft hij zelf heeft hij nooit echte armoe gekend. Zijn ouders waren intellectuelen uit de grote stad en voor Malinese begrippen redelijk welvarend.  Koité: “Gelukkig zijn mensen creatief. In Mali is er een grote variëteit aan prijzen voor praktisch hetzelfde product: wie veel geld heeft, betaalt veel, wie minder heeft, betaalt minder. Op zich een heel rechtvaardig systeem. Dat vind ik magisch. Die vitaliteit van mens en land. Hoe arm ook, iedereen leeft, niemand ligt in een hoekje dood te gaan.”

 

Groot verschil tussen stad en platteland

Ook kindersterfte kent hij niet van dichtbij. “Maar vroeger, toen ik als jongen met mijn moeder langs de dorpen trok om daar muziek te maken, zag ik natuurlijk wel dat niet alle kinderen het even goed hadden als ik. Er was en is nog steeds een groot verschil tussen de stad en het platteland. Simpele dingen om eenvoudige ziekten te voorkomen, zijn onbekend. In de dorpen worden de kinderen ook nauwelijks gevaccineerd. En natuurlijk is tegenwoordig aids een belangrijke oorzaak van kindersterfte.  Gelukkig komen er steeds meer klinieken. Ze worden gebouwd door de overheid, maar ook door de sponsors. Dit is zo belangrijk. Want iedereen in Mali zou zonder beperking toegang moeten hebben tot de broodnodige medicijnen en de gezondheidszorg. Het is belangrijk dat de bovenlaag van Mali dat ook ziet, want zij kennen hun eigen situatie heel goed, maar wat zich daar beneden afspeelt, daarvan hebben ze geen idee. Daaronder is te ver weg voor de top.”

Koité is even beslist als het gaat om onderwijs. “Ieder kind heeft recht op basisonderwijs én een vervolgopleiding. Alleen met goede scholing kan Mali vooruit komen.”

Hij volgde zelf het conservatorium  in Bamako, de hoofdstad van Mali. Zijn ster rees snel: hij studeerde er nog maar zes maanden, toen hij al werd gevraagd als dirigent van het studentenorkest. Hij was er bovendien enige tijd docent, al is hij, sinds zijn internationale doorbraak, niet meer actief. Officieel is hij zelfs nog ambtenaar. “Ik zal mijn eerste tijd voor de klas nooit vergeten. Op 22 juni 1982 studeerde ik af, op 22 oktober stond ik voor het eerst voor de klas. Ik was doodsbenauwd om uitgelachen te worden door mijn studenten. Ik ben toen als een gek thuis aan het werk gegaan om mezelf bij te spijkeren, net zo lang tot ik me niet meer hoefde te schamen. Daarom noem ik mezelf een echte autodidact.” Zes jaar later ging Koité aan de slag met zijn begeleidingsband Bamada, de bijnaam voor de bewoners van Bamako.

 

Ontroostbaar

Koité brak in 1991 door met zijn single Cigarette Abana (vrij vertaald: stoppen met roken) en werd een jaar later door Radio France uitgeroepen tot de ontdekking van het jaar. Daarna kon hij buiten Afrika op tournee. ”Dat was de vervulling van een droom.” Zijn liefde voor Mali proef je in de muziek en vind je overal in de teksten terug. Din din wo bijvoorbeeld, gaat over een klein meisje dat in de deuropening staat en huilt omdat haar moeder naar de markt is gegaan. “Ik zag dat meisje staan in de deuropening en werd getroffen door haar verdriet. Ik probeerde haar te troosten door te zeggen dat haar moeder straks thuis zou komen met lekkere hapjes. Maar het had weinig effect. Het liedje is eigenlijk niets meer dat een foto. Een beeld van dat ontroostbare meisje in de deuropening in zomaar een straat.”

In Africa, een track van zijn laatste cd Afriki, bezingt Koité het Afrikaanse paradijs vóór de komst van de blanke kolonisator. “Iedereen leefde goed, er was genoeg te eten, er was geen discriminatie. Iedereen voelde zich thuis. Dat veranderde met de komst van de blanken. Die werden in eerste instantie gastvrij onthaald, want zo hoort dat in Afrika. En ook al zijn we nu teleurgesteld in de blanken, in het liedje roep ik de Afrikanen op om hard aan het werk te gaan. Er is zoveel te doen om van ons land weer een paradijs te maken waar iedereen zich thuisvoelt. We moeten gebruik maken van de positieve kanten van de twee systemen die we nu hebben:  het Europese, dat staat voor wetenschap en intellect en het Afrikaanse, dat staat voor het goede leven. Het is zaak weer het zelfvertrouwen van voorheen te vinden.”

Het zelfvertrouwen vindt Koité vooral in de muziek: “Daaraan herken je onze cultuur. Het is onze identiteit. Natuurlijk is de muziek in ontwikkeling, maar het is een evolutie, geen revolutie, de basis wordt niet aangetast. Op dit moment zie ik bij jonge musici twee stromingen: de een houdt vast aan de traditie, de ander speelt westerse muziek als pop en hip hop. Ik ben erg benieuwd wat er gebeurt als die twee bij elkaar komen. Dat wil ik wel meemaken.”

 

Vrouwen hebben zware taak

Zo makkelijk als Koité praat over zijn muziek en zijn land, zo gesloten is hij over zijn eigen vrouw, twee dochters van 18 en 11 en zijn zoon van 15. Zijn oudste dochter studeert aan de universiteit, zijn zoon zit voor het eindexamen van de middelbare school en zijn jongste dochter zit nog op de basisschool. “Ik wil hen beschermen; ik wil niet dat er van alles over hen wordt geschreven.” Hij laat zich wel in algemene termen uit over vrouwenemancipatie en vrouwenbesnijdenis. “Bijna alle vrouwen zijn besneden en ik weet dat het een punt van discussie is. Inmiddels is het bij wet verboden en is het minder dan vroeger. Maar ook hier geldt dat er een groot verschil is tussen stad en platteland. Daar wordt de wet minder streng nageleefd zal ik maar zeggen.”

Volgens Koité is er wat betreft de emancipatie van de vrouw nog veel werk te verrichten. “Traditioneel zorgt de vrouw voor het huis en de man voor het vlees. Op het platteland betekent dit dat de vrouw de zorg heeft voor het huishouden, de kinderen, de velden, de verkoop van producten op de markt. Dat is een zware taak. In de stad is het anders. Daar hebben steeds meer vrouwen een baan buitenshuis en neemt een dienstmeisje een deel van hun taken over. Maar als een vrouw wil scheiden, dan is dat zeer lastig. En dat geldt weer voor stad én platteland.”

 

Extreem verlangen

Koité moet even heel hard nadenken als hem gevraagd wordt of jongeren in Nederland iets voor hun leeftijdgenoten in Mali kunnen doen. “Ja” zegt hij uiteindelijk. “Ik geloof het wel. Kijk, toen ik jong was, was ik extreem nieuwsgierig naar het leven in Europa en de Verenigde Staten. Ik kon niet wachten om het daar te zien. Het was mijn grote droom. De eerste keer dat ik er was heb ik met grote ogen alles ingedronken. Ik heb ook alles genoteerd wat ik zag. Na een paar bezoeken begon ik jullie wereld te begrijpen en kon ik gaan vergelijken. Het betekende ook dat ik kon relativeren, waardoor alles veel beter in balans kwam. Dat extreme verlangen hebben bijna alle jongeren in Mali. Als jonge mensen in Nederland daarom iets voor ons land willen doen, dan kunnen ze het beste gaan corresponderen met een jongere en daar een keer op bezoek gaan. Dan kunnen ze net als ik een nieuwe cultuur indrinken en gaan begrijpen. En vervolgens hoop ik dat ze hen uitnodigen om een week naar Nederland te komen. Op die manier ontstaat er begrip en worden onze jongeren niet meer zo gedreven door dat extreme verlangen. Daardoor kunnen ze hun eigen land meer gaan waarderen. Wat ik ook wel zou willen is dat onze jongeren iets meekrijgen van de vrijheid van geest van de Hollanders. Dat vind ik een bijzondere eigenschap van jullie. Ik voel mij daar heel plezierig bij.”

 

Habib Koité is eind dit jaar en begin volgend jaar weer in Nederland: op 28 november speelt hij in Zwolle en op 29 november in Enschede. Op 17 februari 2009 is hij te horen in Eindhoven.

 

 

In kader

Voedselproject Dogon

Mali is een van de landen met de hoogste kindersterfte en veel kinderen en moeders zijn ondervoed. Vooral bij het plateau van de Dogon, in het zuiden van Mali, is de situatie ernstig: eens in de drie jaar is er wel een voedseltekort. Daarom startte Care Nederland begin dit jaar een project dat de voedselsituatie binnen vier jaar moet verbeteren. Onderzocht wordt op welke manier de voedselproductie verhoogd kan worden. Niet alleen omdat door droogte de oogst schamel is, maar ook omdat sociale factoren van invloed zijn of moeder en kind voldoende én gevarieerd voedsel krijgen. Oplossingen worden niet van bovenaf bedacht, maar geïntroduceerd in samenspraak met de bewoners. Daarnaast probeert Care Nederland door financiering van microprojecten voor zo’n 1700 jongeren, de afhankelijkheid van de landbouw te verminderen. Het gaat in totaal om 5500 gezinnen met 12.000 kinderen tussen 0 en 5 jaar, 1700 jongeren en 13.500 vrouwen in de leeftijd tussen 15 en 49 jaar.