Sneeuw in Nerja, deel 2

Eerder gepubliceerd: Volkskrantreizen.nl, 2008

Eten, eten en nog eens drinken. Wie beweert dat de Costa del Sol vervelend is?


Omdat ik last heb van workaholics, was ik bang me te pletter te vervelen daar aan die Costa del Sol. Wat kon een mens verstoken van laptop en telefoon in godsnaam doen? Een boek lezen? Een strandwandelingetje? Een tochtje naar een volgend dorp? 
De week voor vertrek kreeg ik nachtmerries en ik zon naar middelen om de laptop toch mee te smokkelen. 

Mijn angst bleek echter volstrekt ongegrond. Wij hadden een dagtaak aan eten en drinken. Des ochtends stonden wij op en verzorgden voor elkaar een zonovergoten ontbijt op het balkon. Met de lekkerste avocado’s die ik ooit proefde, sappige pommodores, scherpe blauwe Spaanse kaas en krokant geroosterde boterhammetjes. Dit afgemaakt met kookkoffie (in het appartement bleek geen filter te zijn en het kwam er niet van er 1 aan te schaffen) en geurige thee.

Daarna gingen wij ieder ons weegs. Onze vrienden wandelden langs de vloedlijn, wij bezochten per auto de nabijgelegen dorpjes, alwaar wij bij de eerste gelegenheid tevreden neerstreken en een solo (espresso) en een café con leche (inderdaad, koffie met melk) bestelden. 
Ik deed nog wel eens een halfhartige poging tot lezen; ik had immers drie boeken meegenomen, waarvan het boek van Awee Prins uitgebreid de ‘verveling’ behandelde. Maar deliberaties over de volgende consumptie, een bezoek aan de plaatselijke (super)markt, olijfoliefabriek of wijngroothandel lieten weinig ruimte voor dergelijk zinloos vertier.

Spanjaarden eten laat in de middag. Dat wisten wij niet, maar gelukkig waren onze campervrienden na drie overwinteringen uitstekend op de hoogte van de plaatselijke gebruiken. Wij spraken doorgaans dan ook rond twee uur af in telkens weer een ander etablissement. Het eten was niet hoogstaand, noch verfijnd, maar over het algemeen van een boers eerlijke kwaliteit en kwam –niet onbelangrijk- in soms overweldigende porties op tafel. Dat de rekening precies het tegenovergestelde liet zien, namelijk een zeer overzichtelijk bedrag, droeg zeker bij aan de eetvreugde. We zijn nu eenmaal Nederlanders nietwaar? Wij aten vanzelfsprekend tortilla’s (vraag naar de Spaanse, want in sommige toerist-georienteerde restaurant zetten ze rustig een lullige omelet op tafel), van oliedruipende gebakken aubergines, gefrituurde paprika’s, sardines in een zoutkorst boven een open vuur gegrild, gefrituurde inktvissen, dorades en de heerlijkste sperziebonen: gesmoord met knoflook, olie en wat ham. Dit alles ruim overgoten door wijn, bier en nog meer wijn. 

Na de maaltijd begon het echte werk. Dan moesten wij gaan verteren. De vrienden en echtgenoot deden dat op bed, ik wandelde op mijn gemak, Iphone ingeplugd, naar de dichtstbijzijnde baai, alwaar ik de kleren uittrok om wat zon te vangen. Die baai was immer verlaten, want de bejaarde gasten van het hotel waren met geen stok verder dan honderd meter over de hotelgrens te krijgen, tenzij ze zo uit de lobby in de luchtgekoelde bus konden stappen.