Wachten.......

21 september

Tijd: half uur te laat

Na bijna twee maanden begint mijn geduld wat op te raken. Ik had het tegendeel verwacht: dat ik na zoveel weken wel het Afrikaanse ritme te pakken zou hebben. Wachten op alles en iedereen maakt daar een onontkoombaar deel van uit. Wachten op water, wachtem op warm water. Wachten op je koffie, wachten op je boterham, wachten op de chauffeur die makkelijk een of twee uur na het afgesproken tijdstip komt aanzetten. Wetend dat hij fout zit in de ogen van een westerling en dan altijd wel een smoes heeft. File, oma dood, vrouw bevallen, contactsleutel kwijt. 

Ik raak er niet aan gewend.

Bouwlawaai midden in de nacht, een moskee die om vier uur begint te schreeuwen, kakkerlakken in mijn kamer, het ontbreken van water, uren rijden over hobbelige en stoffige wegen: het maakt me allemaal niets uit. Maar aan wachten begin ik me steeds meer te ergeren.

Dit stukje schrijf ik dan ook in wachttijd. Op een chauffeur die me ver het Burundese binnenland in moet voeren. Hij is nu al een uur te laat en er is nog geen enkel teken dat hij op het punt staat te arriveren.

Tijd: drie kwartier te laat. Probleem is dat ik ook geen stroom heb en ook ook geen internetverbinding en ook geen telefoonverbinding. Werken is dus lastig. Daar word ik nog chagrijniger van, want ik heb genoeg te doen.

Het is vijf kwartier te laat. De chauffeur is inmiddels gearriveerd, maar moet nog olie verversen, zijn banden verwisselen, tanken, de auto stofzuigen, zijn moeder te eten geven en de kanarie oppoetsen. Ik schat dat we over twee uur wel kunnen vertrekken. Alles wat eerder is, is mooi meegenomen.

Dan krijg ik opeens internet en haal mijn mail op. Een boze collega. Die wacht op mijn bijdrage op ons artikel. En verwijt me dat ik altijd maar de kranten voor laat gaan. Zij zit te wachten......