Journalistiek in conflichtgebieden, deel 3

15 november 2011

Het hotel wordt steeds meer een horror-hotel. Afgelopen vrijdagnacht ontplofte met en enorme klap mijn tv. Mijn hart stond echt even stil; ik weet nu hoe dat voelt: je wordt heel even gewichtloos. Ik dacht eerst dat er een granaataanslag was, al klonk dit veel anders, zwaarder. Uiteindelijk bleek niet alleen mijn tv geëxplodeerd maar alle andere 14 televisies in het hotel ook. Ik had toen direct mijn conclusies moeten trekken en mijn boeltje moeten pakken. Maar ik was lui, zou hier nog maar een paar dagen zitten tot ik donderdag de 17de naar Goma zou gaan. Dus bleef ik zitten waar ik zat. 

Met het gevolg dat afgelopen zaterdagnacht, toen het onafgebroken donderde, weerlichtte en hoosde, mijn adapter in het stopcontact verzoop. Ik had pas door dat het niet helemaal goed zat toen ik de stekker eruit wilde halen; ik kreeg een fijne schok. Pas toen ik de adapter eens goed bekeek met mijn bril op het puntje van mijn neus, zag ik dat het water er uit droop. Ik besloot het ding met mijn föhn te drogen, misschien, heel misschien zou de adapter weer gaan werken! Ik besloot er zelfs wat magische spreuken op los te laten zoals 'Alsjeblieft god'.  Natuurlijk zonder succes. God heeft geen oor voor materiële problemen. 

Daar zat ik dan: twee computers en geen mogelijkheid om ze op te laden. Normaal gesproken rent een mens naar de winkel om een nieuwe te kopen. Maar ik voorzag dat dit in Kinshasa wel eens minder makkelijk zou gaan. Ik was zondag dus heel zuinig met mijn computers en deed mijn mail en mijn tekst via iPhone. Heb nu nog kramp in mijn vingers.

Ik was dan ook blij verrast, om niet te zeggen stil van geluk, toen we maandagochtend direct een Apple-dealer vonden met een adapter. Weliswaar voor de dubbele prijs die we er in Nederland voor betalen, maar ach, een snoertje over laten vliegen kost ook een paar centen.

Die stilte van geluk duurde precies een half uur, want toen ik bij het hotel kwam, bleek de electra weer eens te zijn uitgevallen en dus konden de computers nog niet worden opgeladen. Er is een generator maar die doet het de laatste dagen vaker niet dan wel en gezien de overlopende stopcontacten en ontploffende televisies leek er mij toch ook structureel een en ander zeer niet in orde. Toen ik 's avonds weer terugkwam in het hotel, was er weer stroom en bleek mijn tv wel te branden, maar was er geen ontvangst vanwege een kapotte schotel. Die bleek ook geknald. Moest ik het eerst doen met een kaal peertje in mijn hotelkamer, mijn kamerjongen had gedienstig nu wel vijf kale peertjes in het plafond gedraaid (er kunnen er 20 in), zodat mijn kamer voor het eerst baadde in het licht. Zij het schokkerig, want niet elk lampje bleek even goed contact te maken. 

Vanochtend toog ik aan het werk, een computer had ik vannacht kunnen opladen. Het werk vlotte, ik begon er zelfs een beetje schik in te krijgen zoals dat heet, toen ik rook rook. Ik schonk er eerst niet veel aandacht aan, er rijden wel meer stinkende diesels langs, maar toen ik wat geknetter hoorde, begon ik toch wat angstig om me heen te kijken. Uit het plafond kringelde rook. 

Inmiddels is de brand geblust, zonder tussenkomst van de brandweer. Mijn computers en Mark, mijn camera, heb ik op tijd kunnen redden. Mijn hele kamer is echter zeiknat, net als mijn kleren, notitiebloks en -ook erg- mijn koffie. Die had ik open laten staan. 

Ik tik dit verhaal in de lobby van mijn hotel. Verrassend genoeg heeft de rest van de elektra het niet begeven; ook internet werkt nog. Ik wacht nu op een andere kamer die me geheel gratis door de directie ter beschikking wordt gesteld. 

'Waarom ga je niet als de wiedeweerga naar een ander hotel', was de zinnige vraag van een vriendin die me zojuist skypte. Maar ja, ik ben een echte Hollander. Wat is een beetje brandgevaar als je in een gratis kamer kunt overnachten?