Dag 5

Maandag 11 maart 2013

IMG 2010.jpg

Zes! journalisten zitten op de redactie van Le Canard keurig achter een tafel. Verwachtingsvol Bic en papier voor zich. Eén meer dan ik had gedacht. Vervolgens staan ze allemaal op en wandelen weg. Ik moet er wel om lachen. De Grote Adviseur arriveert en iedereen vertrekt. De hoofdredacteur steekt zijn hoofd om de hoek. Sorry. Ze moeten even met de baas praten. Ik moet nog harder lachen. Die krijgen nu óf het advies niet te veel de vuile was buiten te hangen, óf zoveel mogelijk medewerking te geven. Als ze de redactiekamer weer binnenkomen mag ik genadiglijk bij de baas/eigenaar op visite. Het is de eerste keer dat ik hem de hand schudt. Hij blijkt een aardige, jonge kerel die uit de doeken doet hoe de commerciële poot van zijn bedrijf eruit ziet. Daarvoor is hij verantwoordelijk. Hij verkoopt kalenders, brochures en PR materiaal aan gemeenten in de verre omtrek. Het schrijven gebeurt door de journalisten. Gevraagd naar de omzet van afgelopen maanden, blijft hij het antwoord schuldig. Niet zo heel veel. Het zou me niets verbazen als de teller zo rondom '0' zou schommelen. 

De financiële situatie van het bedrijf is -volgens hem- rampzalig. De salarissen kunnen niet altijd op tijd worden betaald, ook de elektriciteitsrekening blijft wel eens liggen, net als andere rekeningen. En omdat de drukker boter bij de vis wil, kan het voorkomen dat de krant pas een week later kan worden uitgebracht dan in de planning stond. Hoe de situatie werkelijk is, kan ik pas beoordelen als ik de boeken heb ingezien. Ik bid overigens hard dat er boeken zijn. Hij heeft geen boekhouder en over wie alles bijhield, wuifde de baas wat vagelijk in het rond. 

IMG 2009.jpg


Ik praat met alle journalisten afzonderlijk. Ik wil dat ze -voor zover mogelijk- in vrijheid kunnen zeggen wat ze willen over hun  hun ervaringen bij de krant, wat er zou kunnen verbeteren en wat ze van mij verwachten. Het antwoord is eensluidend: ze hebben dringend apparatuur nodig en ze willen heel graag meer leren over onderzoeksjournalistiek. 

Dan is er een redactievergadering. De hoofdredacteur zit de vergadering voor. Vraagt iedereen naar mogelijke onderwerpen, bespreekt de aanpak en vraagt om een samenvatting op papier. Iemand notuleert de onderwerpen, maar ik zie later geen lijst met onderwerpen ergens opgeplakt. Laat staan een overzicht van de pagina's op de muur met de staat waarin ze verkeren.

We gaan met de hele redactie buiten de deur eten. Aardig want we wisselen ervaringen uit over beide landen en de manier waarop wetten worden gehandhaafd, wat kan en wat niet. Maar het eten neemt ook tijd in beslag. Lang niet iedereen is er om half een. Anderhalf uur later klokt het laatste redactielid binnen. Wij hebben dan net ons bord eten gekregen. Hij gaat bestellen. In dit tempo staan we over anderhalf uur pas buiten en ik moet het hele programma nog schrijven voor de rest van mijn bezoek. Albertique, de hoofdredacteur, merkt mijn onrust en stelt voor op te stappen. De temperatuur is inmiddels opgelopen tot zo'n 40 graden en zelfs de lokaloos vinden het erg warm.

Het schrijven van het programma stelt me voor de principiële vraag: waaraan moet ik het meeste aandacht geven? Het onderwijzen in onderzoeksjournalistiek of zorgen dat er geld in kas komt. De keuze is niet zo lastig: zonder geld geen journalisten, geen krant. Maar ik weet ook dat 6 journalisten hevig teleurgesteld zijn als ik ze niet vertel over de beginselen van de onderzoeksjournalistiek. Als ik dat niet doe, is mijn bezoek voor hen niet geslaagd. Ik zal dus een middenweg moeten vinden en zowel Alberique als Fred, de baas laten begrijpen wat ik beoog. Kijken of dat lukt!